zaterdag 27 december 2014

Sint-Laureins : De lotelingen van Sente.

Klik op de pagina met dezelfde titel in de kolom links voor enkele gebeurtenissen hieromtrent ! De namen van de lotelingen van Sente ga ik hier niet overnemen, maar als je zelf voorvaders of familieleden hebt die erbij horen tussen klasse 1889 en 1909 en je bent nieuwsgierig welk nummer ze destijds trokken, dan hoef je naar geen archieven te gaan, je vind het terug dank zij het gemeentebestuur van Maldegem dat zorgde voor het digitaliseren van alle uitgaven van " 't Getrouwe Maldegem" uit die tijd ! Ken je hun geboortejaar, tel er  20 bij, en je hebt de klasse waarmee ze moesten "loten". En voor elk jaar werd de uitslag in 't Getrouwe gepubliceerd. Meestal eind januari krijg je de lijst der kandidaten voor de loting en eind februari volgt dan de uitslag. Veelal vermeld men ook het totaal aantal lotelingen, het aantal van Sint-Laureins en tevens het laagste en hoogste nummer dat kon getrokken worden. Hieronder als voorbeeld de uitslag van de lichting van het jaar 1892.


donderdag 25 december 2014

Sint-Laureins : De militieloting de schande van de 19e eeuw.

Als je wilt weten wat er een loteling van Sente te wachten stond als hij zich moest gaan aanbieden voor de loting in Maldegem klik dan in de kolom links bij de pagina's op de gelijknamige titel.

zondag 14 december 2014

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Raymond Trenson

Raymond Trenson is geboren te Sint-Laureins op 21.01.1894 en was dus van de lichting 1914. Hij was ingedeeld bij het 2e Jagers te voet dat in 1914 in garnizoen lag te Bergen. Een compagnie van het 2e Jagers ontving de vuurdoop te Geldenaken op 16 augustus. Daarna namen ze gezamenlijk deel aan de bloedige uitvallen te Antwerpen. De 26e augustus bevond het 3e bataljon zich te Verbrande-brug. Ze leden zware verliezen te Eppegem en namen van 17 tot 31 oktober 1914 deel aan de IJzerslag. Twee bataljons onderscheidden zich te Diksmuide en te Oudstuivekenskerke, het andere te Pervijze. Na hun overwinning nam het regiment deel aan de wacht op het front. Bij het bevrijdingsoffensief werd het op het defensief front Nieuwpoort-Pervijze gehandhaafd. In oktober 1918 gaat het in het offensief, het dringt Oostende binnen en bevrijdt de kust. Omtrent Ronsele poogt het vergeefs het kanaal over te steken, ze bereiken het kanaal Gent-Terneuzen te Ertvelde, na gevecht te hebben geleverd.
Voor hun dappere strijd behaalden ze de vermeldingen Antwerpen, Diksmuide, IJzer en Ertvelde.
Raymond behaalde 7 frontstrepen en werd onderscheiden met het Oorlogskruis met palm, de zegemedaille en de herinneringsmedaille 1914-1918.
Op onderstaande foto ziet U Raymond Trenson, zittend vooraan rechts met zijn strijdmakkers.



Met dank aan Lieven en Sonja Buysse- Trenson.

zondag 7 december 2014

De familie STRYMES eeuwen terug !

De familiegeschiedenis van de laatste 400 jaar te Sint-Laureins leverde geen noemenswaardige problemen op. De verschillende rechtstreekse takken konden schier volledig worden aangevuld, slechts een paar evenwijdig lopende lijnen vragen nog wat speurwerk. Maar nog verder terug in de tijd blijken de pennenvruchten van ijverige ambtenaren niet meer zo gebruiksvriendelijk te zijn en dit niet enkel wat de taal of het handschrift betreft. Daar waar de schrijfwijze der namen in de hedendaagse tijd enkel verschilt in STRYMES of STRIJMES lag dit vroeger een ietsje anders ! Neem nu dit voorbeeld uit Sinaai : De zoon van Joannes Strijmes gehuwd met Catharina de Caluwe met name Egidius Judocus Strijmes in 1765 gehuwd met Catharina van de Putte en in 1783 met Coleta Varrewijck had 8 kinderen die in de registers van de BS ingeschreven werden met maar liefst 5 varianten op de familienaam ! Het is dan zeker niet denkbeeldig dat andere veel voorkomende schrijfwijzen zoals STREMES, STRIMES, STRIEMES, STREMUS, STROMES, STRIJMEERS, enz. toch naamgenoten zijn en ooit dezelfde afkomst hadden. Bovendien wordt heel vaak in hetzelfde document op een andere plaats of in de context voor diezelfde personen dan weer STRIJMES gebruikt ! De puzzel wordt er, hoe dan ook, enkel ingewikkelder door en de nieuwsgierigheid des te groter ! Een bloemlezing.

In voornoemd gezin uit Sinaai vinden we op deze wijze als kinderen van Egidius STRIJMES : Sophia STRIJMERSCH 1784, Lucia STREIJMERSSCH 1785, Maria STREIJMERSCH 1786, N.N. STRIJMES 1788, Josephus STRIJMERSCH 1789, Seraphina STREIJMERSCH 1791, Joannes Augustinus STREMERS 1794 en Maria STREMERS 1799.

Bij akte dd. 29.05.1885 voor notaris Leon Neve te Gent wordt een meersch te Landscauter, wijk Meersch verkocht aan de broers Pieter, Seraphinus en Henricus STRIJMEERSCH, landbouwers te Landscauter door de familie van Caloen.

In Sint-Lievens-Houtem vinden we op de wijk Crapenijk Angelus STRYMES gehuwd met Graphaïlde De Graeve met hun kinderen Marie Delphine STRYMES 1844, Marie Coleta STRYMES 1846 en Marie Stephanie STRYMES 1849.
Daar vinden we ook Petronilla STRYMES gehuwd met Jacobus De Jaeger.
Frans Braekman 1867 huwde voor de tweede maal met Marie STRIJMEERSCH en zijn broer Achiel Braekman 1889 huwde met Eugénie STRIJMEERSCH.
Julien STRYMEERSCH 1927 en Marcel STRYMEERSCH 1931 werden beiden op deze parochie begraven.
Foncke Maria 1900 huwt met STRIJMEERSCH Sylvain.
STRIJMEERSCH Rufine 1901 huwt met Lemmers Henri.
Adolphine STRIJMEERSCH 1885 huwt met Sylvain Baele.
Georges STRIJMEERS 1918 huwt met De Meyer Maria.
Marie Elodie STRIJMEERSCH 1918 huwt met Basiel Albertus Leus.

Petrus Franciscus Vriend geboren in Zomergem huwt voor de tweede maal met Joanna Catharina STREMES.

Joanna STRYMERSCH 1698 Lochristi huwt circa 1720 met Cornelis Thierens.

Judocus Bernardus STREYMEERS 1725 huwt in 1762 te Letterhoutem met Adriana Livina De Wannemaeker.

Johanna STRYMERSCH huwt in 1622 met Antoine d'Hooghe.

Gerardus STRIJMEERSCH 1711 Westrem huwt met Antonia Hoofteer en hebben als kinderen Anna Petronella STRIJMEERSCH 1739 gehuwd met Martinus van der Stappen en Joanna Petronella STRIJMEERSCH 1742 gehuwd met Egidius Moens.

Ludovica STREMES gehuwd in 1850 te Sint-Niklaas met Petrus Augustinus Goeman.

Laurentia van Vijven van Brugge was gehuwd met Joost STRIJMES Amsterdam en ze hadden samen twee kinderen Susanna STRIJMES en Jan STRIJMES, kunstschilder wonende rond 1642 in Coningsbergh (nu Kaliningrad) in Oost-Pruisen.

Geertge Leenderts Tas huwt in 1622 te Hillegersberg met Joost Joosten STRIJMES.

Johannes Franciscus Josephus STREMES 1880 Sint-Niklaas huwt in 1900 te Hulst met Lucia Johanna Troupee 1870 Kruiningen.
Magdalena STRIJMES was in 1673 te Hulst getuige bij de doop van Judocus Borgillion van Hontenisse.

Te Rotterdam is voor notaris Troost in 1627 een testament gepasseerd waarbij Janneken STRIJMES dochter van Gillis STRIJMES één der erfgenamen is van Pieter Verleyen van Gent en zijn vrouw Josyntgen Haustraet. Gillis STRYMEES was op 12.09.1620 te Gent op de parochie Sint-Michiels Noord gehuwd met Verleyen Nynken, als getuigen fungeerden Pieter Verleyen en STRYMEES Adriaan.

In Overslag huwt in 1711 STREMES Johannes met De Groene Maria. Hun kinderen zijn :
STREMES Joanna 1714 huwt in 1737 met Anthone Gerardus Leopoldus, STREMERS Amelberga Ludovica 1716 en STREMERS Emerentia 1719.

De dochter van Hendricus STREMERS en Catharina Francois met name Elisabeth STREMERS 1719 Coewagt huwt te Axeler Ambacht in 1737 met Franciscus Baert en overlijdt 1763 Coewagt.

Uit de Oostburgse  Schepenacten blijkt dat in 1692 Pieter STRIJMES gehuwd was met Adriaentje Tersteijn.

Uit het lidmatenregister van de Nederduits-gereformeerde kerk van Arnemuiden blijkt dat in 1584 Laureijns STRIJMES is overleden.

Uit het doopregister van Boschkapelle blijkt dat in 1714 Dominicus STREMERS zoon van Petrus STREMERS en van Maria Francisca de Horne onder voorwaarde gedoopt werd.

Johannes STRIJMES uit Haarlem was op 31.10.1774 in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie als jongmatroos (lichtmatroos) en vertrok met het schip Rodenrijs op weg naar Batavia waar het op 29.12.1775 aankwam. Op 04.01.1777 stierf hij in Azië.

Maerten STREMES uit Sluijs was op 16.07.1694 in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie als matroos (waak- en roergang, laden en lossen, reinigen, teren en kalfaten van het schip, af- en aanslaan van de zeilen, helper van de onderofficieren. Ook wel bootsgezel) en vertrok met het schip Oosterland naar Batavia waar ze op 11.06.1695 aankwamen. Op 05.05.1700 vertrok hij met het schip Vosmaar naar Batavia waar ze op 08.11.1700 aankwamen. Na de terugreis op 10.11.1707 met het schip Hoedekenskerke vanuit Batavia naar Nederland waar ze op 13.09.1708 aankwamen heeft hij afgemonsterd.

Francoijs STRIJMES uit Oostende was op 13.03.1682 in dienst van de VOC als bosschieter (ervaren matroos ook belast met het afvuren van een kanon) en vertrok met het schip Hendrik Maurits naar Batavia waar ze aankwamen op 31.07.1682.

Samuel STRIJMES de zoon van de uit Utrecht stammende koopman Johann STRIMES en zijn vrouw de uit Londen stammende Regina Pettke wordt in 1674 te Frankfurt buitengewoon hoogleraar filosofie, een half jaar later professor fysica en tenslotte Magister. In 1679 wordt hij pastor aan de Nikolaikerk en buitengewoon hoogleraar theologie en in 1696 doctor in de theologie. Uit zijn huwelijk stamt de latere Köningsbergse professor Johann Samuel STRYMES (1684-1744).

Tenslotte zijn er nog de vele naamdragers vermeld in de stadsarchieven van Gent en Brugge waarvan sommige een aanknopingspunt bevatten met bovenstaande.


dinsdag 25 november 2014

WO I - Brievenpost in het onbezet gedeelte van België via Frankrijk.


Aangetekende brief uit De Panne verstuurd op 15.IV. en een blokje voor het jaartal (1915) naar Caen in de Calvados, Frankrijk, door een Belgisch militair : G. Tavernier van het 4e Jagers te voet 2/1 van de derde legerdivisie (achteraan op de omslag) naar Strymes A., commis au bureau central des postes te Caen.
Opmerkelijk is dat de brief correct is gefrankeerd en er geen gebruik is gemaakt van de portvrijdom voor militaire zendingen.
Strymes Astère, ere-directeur bij het Bestuur der Postchecks, geboren te Lede 09.02.1889 en overleden te Ronzon 03.09.1954 was de zoon van Petrus Strymes ( ° Sint-Laureins 1854 en + Kaprijke 1941) en van Van der Linden Marie. Hij nam deel aan de militieloting op maandag 01.02.1909 van de stad Lokeren waar hij toen was ingeschreven, was oud-strijder 1914-1918 en bekwam volgende onderscheidingen : Ridder in de Kroonorde en Officier in de orde van Leopold II.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Jules Cusse.

Uit een verslag aangevraagd bij het Ministerie van Defensie door de heer Johan Vereecke, voorzitter NSB Meetjesland, en overgemaakt aan de familie.

... Jules Cusse werd geboren te Sint-Laureins op 04.08.1890, was dienstplichtige van de klasse 1910 en werd ingelijfd bij het 7e Linieregiment op 03.06.1910. Hij werd wederopgeroepen onder de wapens bij de mobilisatie op 30.07.1914, vervulde plichtsgetrouw zijn dienst aan het front gedurende 48 maanden en werd door zijn oversten bijzonder gewaardeerd voor zijn moed en dit vanaf het begin der campagne. Hij maakte deel uit van de groep patrouilleurs van zijn bataljon gedurende 10 maanden en heeft zich op 28.07.1918 tijdens de aanval op de Duitse stelling "Canopus trench" bijzonder onderscheiden wegens zijn minachting voor het gevaar, door moedig op post te blijven toen een hevig weerstandsvuur losbarstte dicht bij de plaats waar hij zich bevond. Hij werd gekwetst te Moorslede op 29.09.1918 en overgebracht naar het hospitaal. Op 23.02.1919 bekwam hij de graad van korporaal en werd met onbepaald verlof gestuurd op 10.09.1919.
Hij bekwam volgende eervolle onderscheidingen :
De Overwinningsmedaille, de Herinneringsmedaille van de oorlog 14-18, het Militair Ereteken van 2e klasse, het Oorlogskruis met palm, de IJzermedaille, het Vuurkruis, het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II met zwaarden, het Kruis van Ridder in de Kroonorde met zwaarden en hij werd gemachtigd een bijkomende palm te hechten op het lint van het Oorlogskruis...

Met dank aan de heer Freddy De Coster.

zaterdag 15 november 2014

Sint-Laureins : Gekibbel op de parochie na beide wereldoorlogen !

Waarom de namen der gesneuvelden, vermeld op het monument op het gemeenteplein, en deze  vermeld op de gedenkplaat aan de kerk niet overeenkomen, en vanwaar die koperen plaat komt, op de voet van het H. Hartbeeld in de dorpsstraat aan de noordzijde van de kerk, kun je lezen op de pagina links: " Na beide wereldoorlogen zorgden de respectievelijke pastoors voor lichte commotie ".

zondag 2 november 2014

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders :50 jaar later 1964


Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Albert Gailliaert en Emiel Braet.

Het zou van weinig respect getuigen moest ikzelf niet enkele woorden wijden aan twee oud-strijders 1914-1918 waarvoor de voorzitter-stichter der bond van Sint-Laureins niet meer in de mogelijkheid was een afscheidsrede te houden bij het open graf, wat hij voor vele vrienden, goede kameraden, strijdmakkers, steeds met volle overtuiging deed. Namelijk voor zichzelf en voor zijn goede vriend die korte tijd na hem overleed.


Albert Gailliaert werd geboren in Sint-Laureins op 21.12.1892 en overleed te Sijsele op 13.10.1986. Hij was de eerste voorzitter van de oud-strijdersbond van Sint-Laureins. Hij was rechtschapen, wilskrachtig en zeer energievol. Als onderwijzer legde hij telkenjare met veel brio en met een stem als een klok aan het jonge volkje de betekenis uit van de nationale driekleur en van 11 november, overtuigd dat de vredesboodschap nooit mocht vergeten worden. In zijn toespraken niet alleen bij begrafenissen van medestrijders, maar bij alle samenkomsten, herdenkingen of feesten sprak hij steeds met veel vuur over de offers gebracht voor onze vrijheid, overtuigd dat het ondoenbaar was zijn toehoorders ten volle te doen aanvoelen wat men in die Groote Oorlog meegemaakt had, indien men er niet bij was geweest.
Zijn karakter was gestaald in het leed van het oorlogsgeweld aan de IJzer. Hij was sociaal bewogen en steeds bereid eenieder bij te staan in nood. Eenvoudig, openhartig en eerlijk in woord en daad.
Hij was Ere -Reserve Kapitein, Vuurkruiser, geëerd met het ijzerkruis, het oorlogskruis met palm, Commandeur in de orde van Leopold II met zwaarden, Commandeur in de kroonorde met gulden zwaarden, Commandeur in de Leopoldsorde met gulden zwaarden.
Hij was Ere-voorzitter van de oud-strijdersbond 1914-1918 van Sint-Laureins.

Emiel Braet werd geboren te Sint-Laureins op 24.03.1894 en overleed te Sint-Laureins op 14.02.1987. Hij was medestichter en bestuurslid van de bond. Ook hij was getekend door het drama van wereldoorlog 14-18 en was blij te kunnen vertellen over die periode in zijn leven aan al wie wilde luisteren.
Hij was Vuurkruiser, ontving het oorlogskruis met palm, was ridder en officier in de kroonorde en Leopoldsorde, e.a.



zaterdag 1 november 2014

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Bertrand Hoste.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Bertrand Hoste, medestichter en ondervoorzitter van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... Bertrand Hoste werd geboren te Sint-Laureins op 04.12.1894 en overleed te Eeklo op 03.09.1982. Hij was van de klas 1914. Destijds werd hij ingelijfd bij het 13e linie regiment de 4e leger afdeling. Op het vaandel van zijn regiment komen de volgende namen voor : IJzer, Merckem, Zarren en Handzame. Na een korte voorbereiding kwam hij aan de IJzer terecht. Hij heeft daar 4 jaar lang bijna in alle sectoren gevochten.Hij was een strijdlustig en dapper soldaat. Hij hield de moed er in bij zijn kameraden. Een van zijn gevaarlijkste opdrachten was de aanval op de textiel hoeve, die gepaard ging met het gevangen nemen van krijgsgevangenen en het verlies van kameraden. Bij het groot offensief in 1918 werd hij gekwetst.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de trouwe gedachtenis vol bewondering en liefde blijvend te houden die wij verschuldigd zijn aan hen, die de besten der natie waren, wanneer het vaderland in nood verkeerde en onze geliefde vorst, wijlen Koning Albert, zijn verdedigers opriep. De helden van de IJzer moeten in de herinnering blijven, evengoed als de slag der gulden sporen.
Hij werd vereremerkt met volgende decoraties : Ridder in de Kroonorde en in de Leopoldsorde, Officier in de Kroonorde en in de Leopoldsorde, Vuurkruis, Oorlogskruis met palm, IJzerkruis en meer andere...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.



Uiterst links Clement Van De Voorde, de eerste secretaris van de bond tot in 1940, met Bertrand Hoste en andere strijdmakkers bij hun versnelde opleiding te Carteret in Frankrijk.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Maurice Verbeke.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Maurice Verbeke, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... Maurice Verbeke werd geboren te Sint-Laureins op 01.05.1901 en overleed te Sint-Laureins op 13.06.1974. Op jonge leeftijd kreeg hij een militaire opvoeding in de pupillenschool. Maar toen de oorlog uitbrak werd deze school ontbonden en hij kwam naar de ouderlijke woonst terug.
De oorlog bleef duren en mede door de militaire invloed van zijn vroegere school en ook om zijn drie broers die aan de IJzer streden te vervoegen trok hij in 1917 de grens over via Holland en Engeland naar Frankrijk. Hij was toen amper 16 jaar en kan dienvolgens bij de jongste oud-strijders van 14-18 geteld worden.
Hij werd ingelijfd bij de lansiers te paard die zich roemrijk onderscheidden te Handzame.
Na de oorlog ging hij bij de Rijkswacht en bracht het tot Wachtmeester 1e klas. Hij deed vooral dienst te Assenede waar hij gedurende de oorlog 40-45 een rol speelde bij de weerstand.
Hij was drager van verscheidene eretekens o.a. Overwinnings-  en Herinneringsmedaille van beide oorlogen, Medaille van de weerstand, gouden medaille in de orde van Leopold II, e.a....

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Camiel Boelens

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Camiel Boelens, medestichter en bestuurslid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

...Camiel Boelens werd geboren te Sint-Laureins op 14.11.1886 en overleed te Eeklo op 04.05.1976. Hij was van de klas 1906. In die tijd moesten de jongelingen loten om soldaat te worden. Vriend Camiel lootte zich er in en hij werd soldaat voor 3 jaar.
In 1914 werd hij gemobiliseerd voor gans de oorlog. In vredestijd was hij bij het ruitercorps. Later werd hij overgeplaatst naar het vervoercorps. Voor zijn goede en stipte dienst werd hij tot brigadier benoemd. Hij behoorde tot de 2e legerafdeling. Hij maakte de uitvallen van Antwerpen mede, de slag van de IJzer en hielp de sectoren van Steenstraete, Diksmuide, Ramscappelle en Boesinghe bezetten. Camiel was een opgeruimde kerel die zijn makkers moed insprak. Hij was drager van 8 frontstrepen en werd meermaals gedecoreerd o.a. met het IJzer- en oorlogskruis, als ridder en ook officier in de kroonorde en Leopoldsorde...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : August Vanderostyne.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer August Vanderostyne, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

...August Vanderostyne werd geboren te Sint-Laureins op 24.07.1890 en overleed te Sint-Laureins op 17.05.1973. Hij behoorde tot de klas van 1910 en werd ingelijfd bij het 1e linie regiment, waarmede hij gans de oorlog doorbracht. Van bij de aanvang 04.08.1914 werd hij als over kop in die verschrikkelijke oorlog gestort, vooraan, bij de vechtende eenheden. Hij maakte de terugtocht mede naar de IJzer, waar hij deelnam aan de bloedige slag aan de IJzer. Daarna heeft hij achtereenvolgens de heilige wacht opgetrokken in de sectoren van Loo, Diksmuide, Ramscappelle, Boesinghe, Noordschote en Nieuwpoort gedurende vier lange en gevaarvolle jaren.
In 1918 heeft hij de vijand helpen terug slaan van Pervijze tot Balgerhoeke, waar hij vooraan in de 1e linie in contact met de vijand was. Uiteindelijk werden de Duitsers terug geslagen op de vaart Gent-Terneuzen toen de wapenstilstand op 11.11.1918 getekend werd.
Voor zijn goede diensten gedurende de oorlog heeft het dankbare vaderland hem vereerd met verscheidene eretekens o.a. het oorlogskruis met palmen, het vuurkruis, ridder in de kroonorde en in de Leopoldsorde, de overwinningsmedaille 14-18, de herinneringsmedaille 14-18, het kruis van officier in de orde van Leopold II met zwaarden...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Petrus Van Holderbeke.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Petrus Van Holderbeke, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... Petrus Van Holderbeke is geboren te Waarschoot in 1896, woont te Sint-Laureins sinds 11.05.1963 en overleed op 18.12.1970. Hij was oorlogsvrijwilliger in 1914 en ook in 1940.
Hij werd ingelijfd bij het 1e lansiers 1e eskadron. Hij nam deel aan de verdediging van Namen en Antwerpen. Hij was in hevige gevechten gewikkeld te Nieuwpoort en Diksmuide.
Roemrijk streed hij met zijn eskadron in het laatste offensief te Woumen nabij het bos van Houthulst en verder onderscheidde zijn regiment zich vooral te Handzame, erenaam die op zijn regiments-vaandel prijkt.
In 1940 werd hij opnieuw oorlogsvrijwilliger en werd ingelijfd bij de verkeers- en inlichtingsdiensten...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

vrijdag 31 oktober 2014

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : André De Wilde.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer André De Wilde, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

...André De Wilde werd geboren te Sint-Laureins op 23.02.1891 en overleed te Sijsele op 24.06.1979 op 88-jarige ouderdom. Hij was van de klas van 1911. Destijds werd hij ingelijfd bij het 1e Jagers te voet te Charleroi alwaar hij voor de oorlog 18 maanden diende.
Hij werd terug opgeroepen op 28.07.1914, zijn regiment behoorde tot de 5e legerafdeling die voor opdracht kreeg de vesting Luik te verdedigen. Van meet af aan kwamen zij in contact met de vijand  te Luik. Zij werden in hevige gevechten gedompeld en zo kwam het dat André met zijn compagnie omsingeld en krijgsgevangen genomen werd. Onmiddellijk moesten ze te voet naar Duitsland, opgewacht door de vijandige burgerbevolking die hen beschimpte en uitjouwde. Zo kwamen ze terecht in het kamp van Soltau.
Weldra werden ze naar het kamp Edewecht gestuurd, waar zij echte dwangarbeid moesten verrichten. Hier verbleef André in uiterst slechte omstandigheden tot 1917. Toen werd hij uitbesteed bij de boeren uit het omliggende waar hij beter behandeld werd.
Kort na de wapenstilstand ontvluchtte hij, verkleed in burger, richting Roosendaal en kwam langs Holland terug naar huis, waar hij geestdriftig ontvangen werd.
Nauwelijks thuis, moest hij terug binnen om nu zelf de Duitse krijgsgevangenen te bewaken. In Augustus 1919 werd hij gedemobiliseerd met bijna 7 jaar soldatendienst achter de rug, waarvoor hij verscheidene malen vereremerkt werd...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Julien De Pauw.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Julien De Pauw, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

...Julien De Pauw werd geboren te Adegem op 30.03.1893 en overleed te Sint-Laureins op 12.02.1970. Hij behoorde tot de klas van 1913. In vredestijd zowel als in oorlogstijd werd hij ingelijfd bij de veldartillerie.
Hij maakte de veldtocht in 1914 mede tot aan de val van Antwerpen. Na de vernietiging der forten trok hij Nederland binnen alwaar hij geïnterneerd werd. Gedurende vier lange jaren wachtte hij daar in verveling, doch steeds in de vaste hoop op de bevrijding die eindelijk in 1918 ons Vaderland verloste van de verfoeilijke bezetting. Toen mocht hij naar huis komen en in vrede en vrijheid voort leven.
Julien was een goed lid van de oud-strijdersbond, en zo lang hij kon, was hij aanwezig op onze feesten, op onze herdenkingen en op de begrafenissen van zijn makkers oud-strijders...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Gerard Van Troyen.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Gerard Van Troyen, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... Gerard Van Troyen werd geboren te Diksmuide op 18.05.1884 en overleed te Sint-Laureins op 21.03.1969, hij heeft de hoge ouderdom van bijna 85 jaar bereikt. Hij was van de klas van 1904. In vredestijd werd hij ingelijfd bij het 4e Linie regiment. In 1914 werd hij terug opgeroepen bij dezelfde eenheid. Hij heeft ongeveer 8 jaar soldatendienst volbracht.
Eerst diende hij bij de forten rond Antwerpen, vocht verder mede in de slag van de IJzer te Ramscappelle, Booitshoeke en Nieuwpoort. Naderhand was hij er bij te Boesinghe, in het bos van Houthulst en in het offensief in Vlaanderen en dit tot aan de wapenstilstand.
Het ware onbegonnen werk al de heldenfeiten te vermelden die door onze regimenten, waartoe ook hij behoorde, gesteld werden in het slijk, het vuur en het water, terwijl ze onophoudelijk door een onzichtbare vijand werden bestookt met geweren, mitrailleuses, obussen en shrapnels, bommen en gassen. Hij maakte die lange periode van onmenselijke arbeid mede om de verdedigingswerken langs de IJzeroever, op, en telkens weer opnieuw, op te bouwen. Hij was er bij gedurende de eindeloze, zenuwslopende en gevaarlijke wachten, zonder enige tijding van zijn geliefden uit het bezette gebied. Van hem en zijn medesoldaten werd een wilskracht gevergd zo sterk als graniet om de last van die gewelddadige oorlogsjaren te dragen en de moed te behouden om het land te verlossen van de vijand. Het weze mij toegelaten hier te vermelden dat vriend Gerard een van die dapperen was, getuige zijn 8 frontstrepen, zijn vuurkruis, zijn IJzerkruis, zijn oorlogskruis met palmen, ridder in de kroon- en Leopoldsorde, e.a....

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Leo Mercy.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Leo Mercy, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... Leo Mercy werd geboren te Sint-Margriete op 12.10.1876 en overleed te Sint-Laureins. Wettelijk behoorde hij tot de klas 1896, klas die niet meer opgeroepen werd voor de oorlog. Maar daar hij destijds na de loting beroepsmilitair werd is hij zodoende gerangschikt bij de klas 1900. Hij was soldaat bij het 8e Linie regiment. In 1914 werd hij terug opgeroepen en samen met de oudste klassen kreeg hij voor opdracht de vesting van Namen te verdedigen. Na de val van de forten van Namen werd onze vriend Leo krijgsgevangen gemaakt te samen met Petrus Jonckheere, Petrus De Buck, Victor Van de Bruane, Emiel Lekens en nog vele anderen.
Weldra werd hij weggestuurd naar het toen vijandige Duitsland waar hij gedurende 4 lange jaren in de onmenselijke kampen moest wachten op de lang uitblijvende bevrijding...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Raymond Trenson.

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Raymond Trenson, lid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

...Raymond Trenson werd geboren te Sint-Laureins op 21.01.1894 en is overleden te Sint-Laureins op 18.05.1973. Hij behoorde tot de klas van 1914. In het begin van de oorlog werd hij opgeroepen en thuis weggerukt om zijn soldatendienst aan te leren in het verre Frankrijk. Na enige maanden dril kwam hij reeds in 't begin van het jaar 1915 op het front terecht bij het 2e regiment Jagers te voet.
Van meet af aan heeft hij alle wederwaardigheden van zijn regiment meegemaakt en alle sectoren mede moedig verdedigd.
Wie herinnert zich niet die langdurende wachten, bij dag en nacht, in slijk en kou, en onder vuur, gedurende 4 eindeloze jaren ?
Wie herinnert zich niet die talloze obussen, shrapnels, bommen en granaten ?
Wie herinnert zich niet het gevaarvolle leven tussen geweer- en mitrailleurkogels, om dan nog niet te spreken van de gasoorlog ?
Wij, overblijvende oud-strijders, verliezen met hem een goede, gezellige en oprechte makker. Zijn dood schept een grote leemte in onze uitgedunde rangen. Van de 120 blijven er maar 17 meer over, waarvan de helft de samenkomsten niet meer kan bijwonen.
Ik heb Raymond dikwijls ontmoet in de kantonnementen achter het front in gezelschap van August Pieters en Richard De Vogelaere, steeds kwamen dezelfde vragen : Hoe lang nog ?
Voor zijn goede diensten aan het land bewezen werd hij meermaals vereremerkt met o.a. Het oorlogskruis met vergulde leeuw, het vuurkruis, het ijzerkruis, het kruis van ridder in de kroonorde en in de Leopoldsorde met zwaarden, en het kruis van officier in de orde van Leopold II met zwaarden...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

zondag 26 oktober 2014

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Raymond De Vos

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Raymond De Vos, oud-krijgsgevangene en bestuurslid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... De heer Raymond De Vos werd geboren te Sint-Laureins op 08.02.1892 en overleed er op 27.03.1971. Hij behoorde tot de klas van 1912 en werd ingelijfd bij het 2e Linie, gekazerneerd te Gent. Hij was reeds afgezwaaid toen hij terug werd opgeroepen op 28.07.1914 samen met nog vijf andere klassen. Toen het 2e Linie werd ontdubbeld in het 2e Linie en het 22e Linie kwam hij bij het 22e Linie terecht dat deel uitmaakte van de 1e legerafdeling. Deze laatste werd naar Tienen gestuurd om opgesteld te worden op de Gete.
Op 18.08.1914 onderging het 22e de vuurdoop te Sint-Margriete-Houthem. Het 3e Duitse legerkorps liep stormloop tegen de stellingen van het 22e op de Gete. Het is in dit zeer hevig en bloedig gevecht dat hij betrokken geraakte. Samen met zijn makkers weerstonden ze zo lang mogelijk aan de Duitse stoottroepen en gaven hierdoor aan de overige Belgische troepen de kans zich achter de forten van Antwerpen terug te trekken. Meer dan de helft der manschappen sneuvelde in dit onmenselijke gevecht. Als bij wonder ontsnapte hij aan de dood tussen de gesneuvelde en door vlijmscherpe bajonetten gekwetste makkers. De slag bij Sint-Margriete-Houthem staat geblokletterd in de militaire geschiedenis van ons land en de naam schittert in gouden letters op het regimentsvaandel.
Hij werd, in Duitse handen gevallen, opgejaagd als krijgsgevangene naar Duitsland bij een zeer vijandige en misleide bevolking. Hij werd samen met de andere krijgsgevangenen overgebracht naar het kamp van Soltau waar ze met duizenden opgesloten zaten, bewaakt door schildwachten met moordend schroot en gedresseerde, bijtende honden. Wat ze te eten kregen, was teveel om te sterven maar te weinig om te leven.
Hier ontmoetten verschillende gevangenen van Sente elkaar : Raymond De Vos, André De Wilde, Petrus De Buck, Victor Van De Bruane, Emiel Lekens en Petrus Jonckheere. Na enige maanden werden Raymond en André uitgestuurd om te werken op nabijgelegen hoeven, waarna ze na het tekenen van de wapenstilstand er in slaagden doorheen de vijandelijke patrouilles voorzien van speurhonden, op eigen houtje, de Hollandse grens te bereiken om aan te komen in Roosendaal. Van hier uit keerden ze graatmager, maar blij, huiswaarts.
Hij deed zijn plicht tot het einde toe waarvoor hem 8 frontstrepen werden toegekend en hij vereremerkt werd met verscheidene eretekens...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia

Sint-Laureins : WO I - Oud-Strijders : Jules Van Der Sickel

Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Jules Van Der Sickel, medestichter en bestuurslid van de bond de Oud-Strijders van Sint-Laureins.

... De heer Jules Van Der Sickel werd geboren te Wontergem op 03.03.1885 en overleed te Sint-Laureins op 10.03.1971. Hij behoorde tot de klas van 1905 en was 29 jaar toen de oorlog uitbrak in 1914. Door loting werd hij als milicien aangeduid, maar als gediplomeerd brancardier van het Rode Kruis werd hij niet opgeroepen in vredestijd, doch bij de mobilisatie in 1914 moest hij onmiddellijk het leger vervoegen in het depot van Dendermonde. Van hier werd hij naar het hospitaal van Leuven gestuurd om de gekwetsten te verzorgen. Als gevolg van het Duitse offensief werd dit hospitaal achtereenvolgens verplaatst naar Gent, Zeebrugge en Oostende. Hier werd onze goede vriend gelicencieerd en naar huis gestuurd.
Maar nog vooraleer de Duitsers Sint-Laureins bereikt hadden in 1914 vertrok hij naar Holland en kwam terecht in Uden, alwaar hij tot 01.03.1915 verbleef. Gekweld door de gedachte zijn makkers op het Belgische front niet te kunnen bijstaan vertrok hij vrijwillig over Rotterdam, Londen en Calais om opnieuw het Belgische Leger te vervoegen. Reeds in juni 1915 trok hij naar het front en maakte deel uit van de 6e legerafdeling. Hij deed dienst bij de "colonne d'ambulance" in de sectoren van Steenstraete en Diksmuide, waar hij zeer verdienstelijk en levensgevaarlijk werk verrichtte. Als soldaat van de oudste klassen, bracht hij hier twee lange jaren door aan het front.
Op het einde van 1917 werd hij naar het kamp "Richard" gestuurd, nabij Tours en vandaar vertrok hij naar de sanitaire trein, om de gekwetste en zieke soldaten van Adinkerke naar Calais te vervoeren, een gevaarlijke taak daar dat traject zeer vaak werd gebombardeerd. Hij eindigde zijn oorlogsdienst in 't veldhospitaal van Beveren aan de IJzer, waar hij hielp bij de radiografie, vooraleer te worden gedemobiliseerd.
Voor het volbrengen van zijn plicht voor Volk, Land en Gezin werd hij vereremerkt met tal van onderscheidingen o.a. Oorlogskruis met Palm, Burgerkruis 1e klas en vele andere ...

Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia.

Sint-Laureins : WO I - Stichting van de V.O.S.

Woensdagavond 20.08.1919 werd in Sint-Laureins een afdeling van de V.O.S. gesticht. Meester Albert Gailliaert werd tot voorzitter verkozen, dokter August Van Damme tijdens WO I officier geneesheer werd ere-voorzitter, de heer Bertrand Hoste werd onder-voorzitter, de heer Clement Van De Voorde secretaris en de heer Georges Van Holsbeke penningmeester. Verscheidene personen namen bij die gelegenheid het woord en er werd besloten geldelijke middelen in te zamelen voor het oprichten van een gedenksteen ter verheerlijking en nagedachtenis der gesneuvelde soldaten. Er was reeds 2500 fr. bijeengebracht op 28.09.1919 toen de gemeentekermis plaats vond waarbij de feestcommissie besloot het overschot der onderscheiden feesten en prijskampen eveneens te besteden aan hetzelfde doel. Na contact te hebben genomen met enkele kunstenaars, kwamen twee offertes binnen, vergezeld van een plaasteren maquette. De opdracht werd na rijp beraad toevertrouwd aan beeldhouwer De Visscher van Eeklo voor de som van 6000 fr. De maquette van de tweede kunstenaar uit Zelzate bleef  in het bezit van het bestuur en wordt nog steeds met eerbied bewaard. Bij de keuze gaf het bas-reliëf, op de voorkant aan de rechterzijde, van de treurende moeder zinnebeeld van het oorlogsleed, de doorslag. Op de achterzijde lezen we : "Wij streden voor vrijheid ten bloede,
                                         Gebruik haar in blijheid ten goede."

Een eerste activiteit van de Sint-Laureinse oudstrijdersbond was het planten van een symbool der vrijheid, een beukenboom, waarvan door Meester Gailliaert in de gelegenheidstoespraak, namens de oud-strijders gezegd werd : "Later zullen de bruine beukeblaren doen denken aan het bloedig offer dat de gesneuvelden voor de vrijheid brachten".
Op zaterdag 22.11.1919 verjaardag van de koning te Brussel, werd de vrijheidsboom plechtig ingehuldigd. Om 13 uur begon het feest met een stoet : Gendarmes, Concordiafanfare, oud-soldaten, met daarna de vrijheidsboom gedragen door 8 oud-strijders gevolgd van heel hun bond, de scholen, handboogmaatschappij, pompiers, toneel, staatsbedienden, gepensioneerden, gedecoreerden, godshuizen en arm-, kerk-, en gemeentebestuur in deftig pak met streepjesbroek en bolhoed. Onder klokgelui, muziek en gezang trok de stoet vanuit de Leemweg, doorheen de Dorpsstraat en terug. Daarna werd door de dienstdoende burgemeester het boompje geplant bezijden het gemeentehuis, onder het spelen van de Brabançonne en gevolgd door een toespraak door schepen Honoré De Vos. Behalve de heer Gailliaert sprak ook nog Gilbert Bolland, ontvanger der belastingen en werden vaderlandse liederen gezongen door de schoolkinderen.Heel de gemeente was bevlagd en er was veel bezoek uit het omliggende.

Op zondag 22.08.1920 werd dan een groot vaderlands feest gepland ter gelegenheid der onthulling van het gedenkteken der gesneuvelde soldaten en de overhandiging door het gemeentebestuur van een vlag aan de Oud-Strijders.
Doch gezien de komst van Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van Brabant naar Eeklo werd de onthulling verdaagd tot op 26.09.1920 zijnde kermis-zondag.                                                                 's Morgens had de overhandiging van het vaandel plaats op de kiosk voor het gemeentehuis, door schepen Petrus Hoste aan de voorzitter van de oud-strijdersbond, die ze na de toespraken doorgaf aan de vaandeldrager Prosper Bultinck. Na het vaderlands lied gespeeld door Concordia, begaf men zich in stoet naar de kerk voor de plechtige mis met gelegenheidssermoen door een loopgraven-aalmoezenier met op zijn uniform acht frontstrepen en een indrukwekkende reeks eretekens. De vlag werd plechtig gewijd door E.H. De Temmerman, pastoor-deken te Eeklo.
Na de middag begon het eigenlijke feest. Vanaf 14 uur was het al een heen en weer geloop van je welste. De bestuurder van de nieuwe autobus tussen Sente en Balgerhoeke moest meerdere keren de rit overdoen. Toch vertrok op de gestelde tijd de stoet vanaf het gemeenteplein. Meerdere muzieken en Vossen, een wagen van de schuttersgilde met de onmisbare uitbeelding van een drankorgie, een wagen van Oost-Vlaanderen met uit al zijn steden de bijzonderste bezigheid of handelsactiviteit. Een mooi idee, alhoewel het volk een soms zonderlinge uitleg gaf voor het jongentje met een zwijn in de handen, Eeklo voorstellende, wat inderdaad voor vele interpretaties vatbaar was ! Veel bijval had een schone groep van kleine verpleegstertjes met borden waarop de namen van de 15 gesneuvelden van Sente, als apotheose volgde de grote monumentale wagen van het Heilig Hart met zijn rijke versiersels. Na gedraaid en gekeerd te hebben in de Dorpsstraat kwamen allen terug op het hoekje van het plein voor de eigenlijke plechtigheid. Toen het doek viel klonk een krachtig "Te Velde"  door de trompetters en de Brabançonne, gevolgd door een aandoenlijk dodenappel, waarna de burgemeester zijn redevoering hield en ook de voorzitter van de V.O.S. wiens stem over gans Sente weerklonk. Na een stijlvolle bloemenhulde gaf de turnclub van Maldegem een staaltje van zijn kunnen en lieten de verschillende fanfares het beste horen uit hun repertorium. Tot laat bleven de feestvierders uit het omliggende in Sente!








zaterdag 25 oktober 2014

Sint-Laureins : De fanfare of onder ons gezegd 't Muziek van Sente van 1923 tot 1938 ! De ontbinding.

Dit vierde en laatste deel bevat nog een paar hoogtepunten van de fanfare maar toont ook de barsten die stilaan ontstaan in de bestuurlijke leiding. Er komen financiële problemen, als gevolg van het succes, vandaar de herhaalde vragen tot verhoging der gemeentelijke subsidie. Bovendien kunnen de oude bestuursleden, vooral het driemanschap, dat er al bij was quasi van bij het begin, geen afstand doen van hun machtspositie ten voordele van jongere met nieuwe ideeën. En tot overmaat van ramp komt ook nog het typische verschijnsel de kop opsteken, wat trouwens bij nog landelijke dorpen voorkomt, en wat in Sente nog vele jaren later een pertinente rol zal spelen bij vele, zo niet alle, verenigingen of organisaties, namelijk een vorm van jaloezie of afgunst tussen personen of families, wat betreft leidinggevende functies. Wat dan vooral tot uiting komt bij verkiezingen en wat men dan eufemistisch "de politiek" noemt, maar dan wel met een zeer kleine "p", van de serieuze heeft men meestal zeer weinig pap ge-eten. Helaas veroorzaakt het wel heel wat ruzie en miserie, niet alleen bij verenigingen, maar het drijft zelfs hele families uit elkaar. Zo valt in 1938 als gevolg van deze drie oorzaken, het doek voor "CONCORDIA" na lange jaren van voorspoed en succes !
Klik hiernaast links op de pagina met dezelfde titel voor een overzicht.

donderdag 25 september 2014

Sint-Laureins : De fanfare of onder ons gezegd 't Muziek van Sente van 1909 tot 1922.

In dit derde vervolg, gedeeltelijk voor de "Grooten Oorlog" wordt er op een Ceciliafeest een allusie gemaakt op de geplande tram, welke op een zeker ogenblik toch wel zeer dichtbij en realistisch was, krijgen we een idee over de prijzen die gehanteerd werden bij opvoeringen of voor verplaatsingen, en rond de dramatische periode tussen 1913 en 1920 zien we de verhoogde aandacht voor het militaristische en de opofferingen van strijders, bij middel van medaille-uitreikingen en inhuldigingen van een nieuw vaandel of van vaderlandse feesten. Dit kun je nalezen door te klikken op de pagina met dezelfde titel in de linkerkolom.

dinsdag 16 september 2014

Sint-Laureins : De fanfare of onder ons gezegd 't Muziek van Sente van 1904 tot 1908

In het tweede deel kijken we even binnen bij een paar Ceciliafeesten, krijg je een idee hoe een muziekfeest verliep en welke inhuldigingen en vieringen zoal werden opgeluisterd. En tot slot vernemen we hoe het "parkeerprobleem" bij grote evenementen werd aangepakt ! Van parkeermeters hadden ze toen nog niet het minste benul maar hoe er munt uit te slaan wisten ze toen al ! Klik links op de gelijknamige pagina.

zaterdag 13 september 2014

Sint-Laureins : De fanfare of onder ons gezegd 't Muziek van Sente voor 1904 ! De stichting.

In dit eerste deel krijg je een overzicht van hoe en wanneer in Sint-Laureins een fanfare tot stand kwam met tevens een bloemlezing uit enkele van de vele optochten, serenades, festivals en ceciliafeesten die in al de jaren van haar bestaan plaats vonden ! Inzonderheid de plechtigheden bij de inhuldiging van hun prachtig vaandel, of het zilveren jubelfeest van het pompierskorps, als wel de inhuldiging van 't nieuw Gemeentehuis van Sint-Laureins in 1902.
Is je interesse gewekt ? Klik dan in de kolom links op de pagina met dezelfde titel.

zaterdag 16 augustus 2014

Sint-Laureins : Het monumentale godshuis, een zegen of een vloek ?

Een eigenzinnige kijk op de perikelen met de  "Basiliek van het Meetjesland" in de 20e eeuw ! Mooi samengevat in één enkele zin, in de canon van het sociaal werk Vlaanderen :

Het Godshuis van Sint-Laureins wat ooit onderdak gaf bij kommer en kwel is nu een plek voor luxe

Klik op de gelijknamige pagina in de kolom links.


dinsdag 12 augustus 2014

Sint-Margriete : De familie Neels, plaatselijk verdwenen of toch niet en wat heeft Sint-Margriete te maken met Nero en co ?


Wanneer men, als amateur, begint na te denken over zijn roots en nieuwsgierig wordt naar de leefomstandigheden van zijn voorouders, heeft men al snel de microbe te pakken van het stamboom onderzoek. Wat heel klein begint met het bijeensprokelen van enkele gegevens, groeit snel uit tot een dwangmatige speurtocht in allerhande archieven. Je begint je in te leven in de tijd van toen en dan stoot je onvermijdelijk op allerlei randfeiten waardoor je nieuwsgierigheid nog meer wordt aangewakkerd !
Wanneer men dan een duik neemt in de bevolkingsregisters en de registers van de Burgerlijke Stand van een gemeente, ontdekt men daar familienamen die in de huidige tijd helemaal uit de gemeente of zelfs uit de bredere regio verdwenen zijn, wat dan weer je nieuwsgierigheid voedt !
Neem nu de familie NEELS in Sint-Margriete, ter plaatse is nergens nog een Neels te bespeuren. Alhoewel, begin 19e eeuw woonde Neels Carolus gehuwd met Strymes Angelina op het dorp, en werden er heel wat Neelskens op de wereld gezet ! Niet alleen op het dorp maar o.a. ook in de Molenwegstraat woonde een Neels en hoewel die allemaal van het toneel verdwenen zijn, hebben zij toch sporen nagelaten, zoals in de naam van de brug over het Leopoldskanaal, de Neelskensbrug !
Dan gaat men zich afvragen wat de oorzaken zijn waardoor een naam uit het beeld verdwijnt. Men beseft al vlug dat dit van alles kan zijn : niet gehuwd, kinderloos, gewoon uitgestorven, enkel overlevende vrouwelijke nakomelingen waardoor bij huwelijk toch de naam verdwijnt of simpelweg, verhuisd naar andere regionen. In onze grensgemeenten komt daarbij nog dat vreemde namen van douaniers of rijkswachters slechts tijdelijk in onze gemeente opdoken om dan weer te verdwijnen zoals ze gekomen waren. Sommige nakomelingen kom je dan soms weer terug tegen in uitzonderlijke omstandigheden. Dit is ondermeer het geval met Neels Alois Edmond geboren in Sint-Margriete op 10.10.1885. Hij huwde in Zomergem op 03.11.1909 met Maria Baeckelandt, verliet zijn geboorteplaats en we vinden hen later terug in o.a. Gentbrugge waar hun vierde zoon Marcel op 29.12.1922 geboren wordt. Niets uitzonderlijks, ware het niet dat wij Ridder Marcel Neels beter kennen als Marc Sleen, de geestelijke vader van Nero !


Alois, geboren in Sint-Margriete, is dus de vader van de striptekenaar van de avonturen van Nero en Co, Piet Fluwijn en Bolleke, de Lustige Kapoentjes en vele andere.


In plaats van twee beelden uit Reinaert de Vos in Sint-Margriete had men misschien tevreden kunnen zijn met één en kunnen kiezen voor een stripfiguur uit het oeuvre van de zoon van een geboren Sint-Margrietenaar !

maandag 4 augustus 2014

Sint-Laureins : Het Sents pompierskorps bij zijn oprichting.

Men zou het bijna vergeten, maar ooit had Sint-Laureins een eigen brandweerkorps ! Wil U meer weten over de oprichting of over enkele gebeurtenissen sinds de oprichting in 1868 tot het decoratiefeest bij de viering van het 40-jarig bestaan in 1909 ? Klik dan op de overeenkomstige pagina in de linkerkolom.


Voor de periode daarna beschik ik over geen enkel gegeven, en toch moeten er hier of daar nog foto's of verslagen bestaan. U zou de gemeenschap een groot plezier doen en een dienst bewijzen mocht U die willen delen !

maandag 21 juli 2014

Sint-Laureins : Handboogmaatschappijen






In 1924 vierde Victor Gernaey bij de handboogmaatschappij "IJver en Eendracht" van Sente zijn gouden jubelfeest van 50 jaar schutter. Tien jaar later volgde het diamanten feest van 60 jaar !
Het relaas kan je lezen als je klikt op de pagina : "Over handboogmaatschappijen en het jubelfeest van handboogschutter Victor Gernaey" in de kolom links.

donderdag 10 juli 2014

Sint-Laureins : Duivenmaatschappij "De Vrije Vlucht"

Dat het duivenmelken door velen als een nationale sport wordt beschouwd is vanzelfsprekend, hoewel een rechter onlangs het tegendeel verklaarde. In elk geval  een dankbare uitspraak voor Vadertje Staat, daar hierdoor BTW verschuldigd is op alle geldelijke transacties bij deze.
Maar hoe dan ook, in de "goede oude tijd" bracht het duivenspel heel wat sociale en andere verplichtingen met zich mee. Rond de tijd van het vallen der duiven kwamen wel enkele vrienden meekijken, ook bij het inleveren van de constateur in het lokaal, maar als de kampioenen in zicht waren duldde men geen overbodige drukte rond het hok, geen luidruchtig spelende kinderen in de buurt van de duiventil, geen lawaaierige toestanden en moeder de vrouw moest het niet wagen de wapperende was te drogen te hangen ! En overal hoorde men het bekende kom, kom, kooom,... kom, kom, kooom en het schudden met de doos met duiveneten. Tijdens het vluchtseizoen waren de zondagen heilig, maar ook met de zaterdag, voor het soigneren en inkorven, zonder te spreken van de dagen in de daaropvolgende week voor het gaan informeren naar de uitslag en soms nog voor het afhalen van het prijzengeld, moest men rekening houden !
Helaas, is de duivensport in Europa stilaan op de terugweg. In Azië daarentegen...!



Wilt U meer te weten komen over het duivenspel of over de geschiedenis van "De Vrije Vlucht" klik dan links op de pagina met desbetreffende titel.


donderdag 19 juni 2014

Een laatste afscheid.


Op 28.05.2014 overleed te Bastogne de enige en laatste STRYMES in Europa en ver daarbuiten, buiten onze eigen gezinskring, naamgenoot en tevens rechtstreekse familie . Madame Colette Strymes, geboren te Aix-la-Chapelle (D), de kleindochter van Petrus Strymes geboren te Sint-Laureins op 31.12.1854, werd bijgezet in het familiegraf te Rendeux-Bas gelegen tussen Hotton en Laroche op maandag 02.06.2014. Petrus Strymes begraven te Kaprijke was de broer van mijn overgrootvader Charles Louis Strymes.


zaterdag 14 juni 2014

Sint-Laureins : WO I Militaire censuur en brievensmokkel langsheen "De Draad"

De dodendraad langsheen de grens tussen het bezette België en het neutrale Nederland had niet alleen als bedoeling vluchtende burgers, oorlogsvrijwilligers en deserteurs, of uitvoer van levensnoodzakelijke producten, tegen te houden. Maar het was ook een middel om de communicatie tussen de burgers en de strijdende partijen onderling, te controleren, en te verhinderen dat spionageberichten uit bezet gebied via Nederland de geallieerde troepen zouden bereiken.
De militaire censuur gedurende WO I  was bovendien ook noodzakelijk om te voorkomen dat gevoelige informatie betreffende de posities van de geallieerde troepen in handen van de Duitsers zou komen, ook had het als opdracht het moreel van de bevolking te beschermen tegen defaitisme.
Er werden strenge regels uitgevaardigd in verband met het postverkeer en de censuur op de pers nam toe, heel wat kranten werden verboden en stopten of verhuisden naar het buitenland, zoals het bij ons gekende Getrouwe Maldegem dat verscheen vanuit Nederland. De correspondentie vanuit Nederland naar België moest een vaste censuurroute volgen bijvoorbeeld via Utrecht en vervolgens Aken en omgekeerd. Het spreekt voor zich dat heel wat brieven, vooral van en naar het front deze weg moesten mijden, wilden ze hun bestemming bereiken ! Rapporten van spionnen moesten ook over de grens worden gebracht, vooral gegevens over de frontsituatie, troepenorganisatie, militaire operaties en tactiek en vanuit bezet België eerder gegevens over maritieme activiteiten, transport, verbindingswegen en troepenverplaatsingen. Werden de documenten toch onderschept, dan moest men ervoor zorgen dat de Duitsers er niets aan hadden, daarom werden ze in code geschreven.
De militairen genoten gratis port voor kaarten en brieven naar het thuisland, maar de censuur zag nauwlettend toe op de inhoud en maakte heel wat passages door schrapping onleesbaar, vooral aangaande plaatsgevoelige informatie. Daarom kozen heel wat soldaten ervoor, indien dit mogelijk was, een correspondentieadres te bemachtigen in het neutrale Nederland. Daar waren veel bemiddelaars actief die post smokkelden van en naar het bezette België. Dat de post was gecontroleerd werd aangegeven met een speciale censuurstempel.
Op onderstaande zichtkaart uit het bezit van Carlos Haegeman ziet U duidelijk de verschillende stempels. Naast deze van het kantoor van afgifte, de stempel van het veldpostkantoor en de stempel van de militaire censor : "censuur gepasseerd".


Zoals U kunt zien werd de kaart verstuurd door Raymond Van Hootegem, soldaat bij het Belgisch Leger, op 4 oktober 1917, vanuit Lourdes waar hij een 10-tal dagen verbleef om, zoals hij schrijft, het oorlogsrumoer wat te vergeten, en geadresseerd aan Petrus Haegeman, zijn kozijn, wonende Valeiskreek te Eede, Zeeland, Nederland !



Petrus Haegeman, op de foto hiernaast, was de grootvader van voornoemde Carlos Haegeman en deze laatste weet te vertellen dat de kaart uit dankbaarheid werd verstuurd aan zijn grootvader Petrus omdat die tijdens de oorlog met pijl en boog berichten, over de dodendraad schoot, naar zijn familie in bezet België.


 Dit was nochtans niet zonder gevaar, boven het hoofd van de brievensmokkelaars hingen grote boetes als ze betrapt werden. Zij die minder geluk hadden en gezien werden door de Duitsers, werden ter plekke doodgeschoten, of als spion achteraf gefusilleerd Zelfs het bezit van brieven of verboden kranten werd in de grensstreek bestraft met een boete vanaf 20 mark en het kon zelfs oplopen tot 1 jaar hechtenis. Doch dit hield de mensen niet tegen om toch brieven en kranten over de grens te brengen, en dit in beide richtingen !




Vanaf eind oktober 1914 na de onderwaterzetting van de IJzervlakte waren de levensomstandigheden onmenselijk. Vanaf het voorjaar 1915 verbleef men 4 dagen in eerste linie, daarna 4 dagen in tweede of derde linie, waarna men voor evenveel dagen op rust ging. Doch dit betekende dat een soldaat die op rust vertrok een kilometer lange mars naar het kantonnement te wachten stond, waarna hij, na een verblijf in lamentabele omstandigheden, weer naar de eerste lijn vertrok ! De soldaten hadden nood aan ontspanning en verstrooiing, de meest eenvoudige ontspanning was het cafébezoek achter het front. Ook in de kantonnementen verzamelde men zich rond drank en muziek, de mondharmonica en de trekzak hebben vaak de verveling gedood en het heimwee naar thuis verzacht. Daar waar men bij aanvang slechts één of een paar dagen verlof kon krijgen, werden vanaf 1916  meer manschappen achteraan te werk gesteld en kon men zelfs op termijn grotere rustperiodes toestaan, verder weg van het front. Richting thuisfront was taboe want de rest van België was bezet gebied. Zo vertrokken heel wat soldaten richting Lourdes voor één tot twee weken, waar ze konden verblijven in de Foyer du Soldat belge, om even uit de ellende weg te zijn en troost te zoeken. Onnodig te zeggen dat de terugkeer uit verlof dubbel zo zwaar was !
Bijgaande foto toont de afzender van de postkaart uit Lourdes, soldaat Raymond Van Hootegem.








vrijdag 2 mei 2014

Sint-Laureins : De tram gemist ?

Bij de aanvang van 1910 speelde men met het idee van een snelle verbinding van Eeklo met Sint-Laureins en daar Sente over geen spoorweg beschikte leek een tramlijn het alternatief : "De tram van Sint-Laureins".
Reeds in 1886 was de eerste buurtspoorweg geopend, de lijn Gent-Zomergem en in 1887 werd de tramlijn Breskens-Maldegem in gebruik genomen door de Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem. De Belgische Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen was georganiseerd in regionale groepen die een grote zelfstandigheid en een eigen beleid hadden. Zo werd de tramlijn Eeklo-Watervliet-Ijzendijke door een Belgische en een Nederlandse trammaatschappij, elk op haar grondgebied, uitgebaat. Begin de 20e eeuw was Ursel een knooppunt van buurtspoorwegen (trams) met verbindingen naar Aalter, Eeklo, Gent en Brugge. Daar de Belgische Spoorwegen op de lijn Gent-Brugge een station hadden in Balgerhoeke was het eerste idee een tramlijn van Balgerhoeke naar Sint-Laureins, maar al heel gauw gingen er stemmen op die door te trekken naar Sint-Margriete om dit dorp uit zijn isolement te halen, en van het een kwam het ander, waarom ook niet verder over de grens met Nederland. Maldegem-Breskens was toch een succes gebleken? Op zondag 27 februari 1910 werd te Sint-laureins een vergadering gehouden waarop de tramlijn Eeklo-St-Laureins-Oostburg werd voorgesteld, dit was immers de kortste weg tussen Eeklo het handelsmiddelpunt van het Meetjesland, enerzijds, en Oostburg de voornaamste marktplaats van Zeelands 4e district, anderzijds. En het zou Balgerhoeke met zijn scheepvaart, Sint-Laureins met zijn vlas- en graanhandel, Sint-Margriete en de polders van 't Eiland met hun landbouw, verbinden.
De vergadering was overtuigd van de rentabiliteit en er werd eenparig besloten, eensgezind en krachtdadig, alles in het werk te stellen om het project te doen slagen. Een afvaardiging van 5 notabelen onder voorzitterschap van burgemeester Ch. De Meulemeester, werd aangeduid, om samen met het gemeentebestuur de nodige voetstappen te zetten bij de overheden en invloedrijke personen.
De Maatschappij Breskens-Maldegem tekende het tracé van de tram en kwam met het idee meteen een eindje spoor bij te leggen van Oostburg tot de duinen van Cadzand, wat voor de Oost-Vlamingen de dichtstbijzijnde badplaats was, misschien met het oog op een latere verbinding met Knokke, zodat men van De Panne ooit tot aan Breskens zou kunnen doorrijden. Daar er een bloeiende handel bestond met Nederland kon men uit dit project niets dan voordeel halen, en bovendien waren reizigers van Sint-Margriete en Sint-Laureins ook rechtstreeks verbonden met Balgerhoeke om naar Brugge of Gent te sporen.
Eind maart kwam het akkoord van Oostburg en voorzag men de verbinding van Eeklo, niet alleen met Oostburg maar ook verder met Zuidzande en Cadzand.
Op woensdag 20.04.1910 heeft het studiecomité van Sint-Laureins contact opgenomen met het schepencollege te Eeklo en daar heeft men met vreugde vernomen dat men akkoord was met het voorgestelde. In Nederland zal men trachten overeen te komen met de Maatschappij Breskens-Maldeghem om de lijn Sint-Margriete-Oostburg uit te baten.
Op zondag 1 mei 1910 werd een vergadering gepland in 't Gemeentehuis van Sint-Laureins met de afgevaardigden der betrokken gemeenten Eeklo, Sint-Laureins, Sint-Jan-in-Eremo, Sint-Margriete, Waterland-Oudeman en Watervliet. Iedereen ging akkoord met het voorstel, het project zou 300 fr. per km. kosten, en men hoopte dat de hogere besturen snel gunstig zouden reageren, zodat de zaak  vlug zou vooruitgaan. Enig voorbehoud wordt gemaakt door de Minister van Spoorwegen en door Eeklo, voor het deel Eeklo-Balgerhoeke uit vrees voor concurrentie met dit stuk bestaande spoorweg.
Eind 1912 tenslotte wordt het plan ondertekend door Minister de Broqueville waarbij de Staat zou tussenkomen voor de helft van de kosten op voorwaarde dat de provincie haar vierde deel waarborgt en de gemeenten en polders hun vierde. De NMVB zorgt zelf voor de gelden. Waarschijnlijk zal de tram te Balgerhoeke boven den ijzerenweg lopen !
Wie dacht dat alles nu in kannen en kruiken was, heeft het grondig mis, de lijdenshistorie van het tram-ontwerp is nog niet ten einde. Eeklo wijzigt zijn mening halverwege 1913 en zou dan toch niet via Balgerhoeke wensen te gaan, maar langs de Kleemhoek, met als uitleg dat men aldus zonder kosten over den ijzerenweg zou geraken op Blommekens. Sint-Laureins verkiest nog altijd Balgerhoeke en meer nog daar er toch een nieuwe spoorwegbrug en mogelijks een nieuw station zal komen zodat de spoorweg aldaar in één kost en moeite zou opgehoogd kunnen worden, zodat tram, auto's en al het ander verkeer er onderdoor zouden kunnen rijden. Te Brussel was men dan weer niet voor een mogelijke passage via Waterland-Oudeman omdat deze gemeente toch maar op een half uur van de tramhalte van Hoogkasteel verwijderd is. En zo bleef men maar verder discussiëren.

Ondertussen waren we aan de vooravond van de Groote Oorlog en waren er andere meer dringende zaken die de aandacht vroegen, en later is alles stilletjes in de vergetelheid  geraakt. In de loop der tijden zijn de andere bestaande buurtspoorwegen in onze regio trouwens ontmanteld en de lijnen uitgebroken en vervangen door autobusdiensten, de spoorlijn Eeklo-Brugge buiten gebruik gesteld en het station in Balgerhoeke gesloopt. Nu honderd jaar later weten we wat er van het hele tramverhaal terecht gekomen is, alle energie voor niets, maar het mobiliteitsprobleem, een goede betrouwbare verbinding met de rest van het land, is er nog steeds, groter dan ooit. Nu wordt de expressweg Antwerpen-Zeekust de storende factor en keert de ringweg komende van Eeklo eenmaal over de brug mooi op zijn stappen terug, de overzijde ten noorden doodleuk negerend. Of wil men ons toch liever kwijt en moeten wij ons meer op onze noorderburen richten, zij zijn in elk geval goed bezig hun wegenstructuur in onze richting sterk uit te bouwen. Bij de bespreking van de grenzen na de Eerste Wereldoorlog wou Zeeland tot aan de Westerschelde niet bij België, nu kunnen wij misschien bij hen ?? Alhoewel, geen paniek, de ontsluiting van het krekengebied is verzekerd voor de toekomst, we hebben toch op korte afstand van elkaar een fietsbrug en twee koeienbruggen over de toekomstige snelweg !!

zaterdag 19 april 2014

Sint-Laureins : De migratiegolf in de 19e eeuw.

Ook al werd in de loop der tijden het dagelijkse leven, in vele geschriften, soms nogal heroïsch voorgesteld, het moet in de meeste plattelandsdorpjes van Vlaanderen in die tijd niet zo rooskleurig geweest zijn om leven. Het aantal behoeftigen steeg na 1840 in 10 jaar tijd tot niet minder dan 900.000.
En in Sint-Laureins was dit allicht niet anders, de meeste families leefden in armoede, behalve enkele die zich in de loop der geschiedenis, verrijkt hadden of verrijkten op de rug van anderen !
De armoede, ondervoeding, uitputting en het dagelijks gevecht om te overleven van de gewone bevolking in Vlaanderen, stond nochtans in schril contrast met de riante pastoorswoningen en de rijke woningen van fabrikanten, de prachtige kloosters, de mooie kastelen, uitgestrekte parken, talrijke magnifieke kathedralen en kerken, tegenover armoedige, vuile arbeidershuisjes en kleine boerderijtjes.
Als gevolg van de armoede in Vlaanderen was de uittocht enorm. Mensen trokken niet enkel naar Wallonië, ook naar het noorden van Frankrijk, en naar schatting honderdduizend Vlamingen weken zelfs uit over de oceaan naar Amerika. Armoede was tevens een der oorzaken van de toename van seizoensarbeid.
Ook van Sint-Laureins en zijn deelgemeenten zijn honderden gelukzoekers om allerhande redenen vertrokken naar de Nieuwe Wereld. Hun namen kan men vinden in de bevolkingsboeken van Sint-Laureins en de passagierslijsten van de onderscheiden boten. Ze vertrokken niet alleen uit armoede, maar soms ook om de sancties na het begaan van een misdaad te ontlopen, om een niet beantwoorde liefde te vergeten of om een hier onmogelijke liefde in Amerika te bezegelen. Sommigen zijn daar geslaagd en gebleven, anderen zijn vroeg omdat ze er niet aarden konden, of later na enkele jaren gespaard te hebben, naar het thuisland teruggekeerd, om hier de laatste jaren van hun leven te genieten van hun zuurverdiende spaarcenten. Hoe dan ook, in hun nieuwe vaderland werd het geluk hen niet in de schoot geworpen, het waren jaren van hard zwoegen en zwaar labeur, met vallen en opstaan. En zoals immer, de werkers werden beloond en de aanhouder wint, zodat sommigen, ook soms met de nodige dosis geluk een mooi resultaat hebben neergezet.
Hun nakomelingen in de States zijn nu wellicht talrijker dan het inwonersaantal van de dorpjes die hun voorouders destijds verlaten hebben. De ouders van de nu levende generatie hebben hun ouders nog Vlaams horen praten onder elkaar maar zelf zijn ze het Nederlands onmachtig.
Veel van die landverhuizers zijn hier ooit vertrokken met één der boten van de Red Star Line. Daar mijn overgrootvader en mijn grootvader in Sint-Laureins fungeerden als plaatselijk agent van die scheepvaartlijn werd onze nieuwsgierigheid geprikkeld. De taak van een agent bestond erin te zorgen voor alle administratie en het vervullen van allerlei formaliteiten om daarna de gegadigden te vergezellen, voor ons, meestal naar Antwerpen voor de inscheping.


Ondertussen waren we via pastoor Eric Dhont in contact gekomen met een paar verre familieleden in de USA waarvan niemand het bestaan vermoedde en dit bleek achteraf wederzijds.
Zodoende werd besloten in 2008 de weg te volgen die vele voorouders uit Sente waren gegaan, uiteraard niet met dezelfde middelen, de boot naar Ellis Island werd vervangen door het vliegtuig naar Chicago wat heel wat vlugger ging, en ter plaatse werd de trein, de koets of het paard vervangen door een huurauto.
Omdat we gehoord hadden dat veel immigranten uit onze streek destijds waren uitgeweken naar Moline en er volgens de toeristische gidsen ook een Belgian Club zou gevestigd zijn, wilden we dit zeker niet missen, doch we hadden pech want op de deur hing een papiertje "gesloten wegens Goede Vrijdag" vanzelfsprekend in het Engels. Als gevolg van de Goede Week hebben we hier verder niemand kunnen bereiken.
Dit werd grotelijks goedgemaakt door ons verdere avontuur, dat ons verder doorheen de Mid-West bracht, doorheen de Staten Illinois, Iowa, Nebraska en Missouri en ons liet kennis maken met Chief Black Hawk een reuzegroot standbeeld uit de rotsen gehouwen dat met gekruiste armen over de rivier kijkt, het plaatsje Adair waar de First Train Robbery in the West plaats had gehad, en The Pony Express Stables van waaruit de eerste postdiensten vertrokken. Het huis van Jesse James de notoire outlaw die hier werd neergeschoten in 1882, de Amish People voor wie de tijd gestopt is een eeuw geleden, de thuishaven van Walt Disney het stadje Marceline, het geboortehuis van Mark Twain, het museum van Molly Brown die een rol speelde in 's werelds grootste maritieme ramp het vergaan van de Titanic, de raderboten van de "Old Man River" de Mississippi, Lincoln's New Salem State Historic Site, het mausoleum van President Abraham Lincoln de Lincoln Tomb State Historic Site, de historische Route 66 van Chicago tot Los Angeles dwars door Amerika destijds gebruikt door de immigranten die zo westwaarts de States introkken, en het uitgestrekte Lake Michigan, en nog zovele andere bezienswaardigheden die ons toelieten te fantaseren over hoe het er vroeger aan toe moest gegaan zijn als onze voorvaderen er voet aan land hadden gezet ! Ervaringen ook die herinnerden aan verhalen uit onze jeugd over de tijd van de cowboys en de indianen.
Ook de afstammelingen van de immigranten van het eerste uur houden de herinneringen aan hun "roots" levendig. Ze zijn sterk geïnteresseerd in alles wat hun afkomst betreft, en ze zijn er fier op, zo zie je ze rondtoeren met volgende boodschap op de bumper :
 
                                       

De Belgische migranten evenals andere nationaliteiten en ook nog hun nakomelingen hielden en houden contact in plaatselijke vriendenkringen waarvan hier een foto genomen op Thanksgiving, de laatste donderdag van november, van enkele leden van de Belgian American Society uit Omaha, Bellevue, Papillion, Cedar Creek en Lincoln in Nebraska. De Belgian Club is een mannenclub met jaarlijkse mis, eetmaal en gezellig samenzijn. Op de eerste rij van de staande personen, helemaal links een afstammeling van iemand van Sint-Laureins.


dinsdag 15 april 2014

Sint-Laureins : Gemeenteverkiezingen van 10.10.1926 klerikaal gedonder !

In Vlaanderen, waar de kerk een grote macht uitoefende, werden talrijke dorpen op het platteland gedomineerd door de adellijke grootgrondbezitters en het overgrote deel van de katholieke clerus die in een encycliek alle moderne vrijheden scherp veroordeelde. Dit leidde tot een verkettering van vrijzinnig, progressief liberalisme en socialisme. Terzelfder tijd werkte de clerus actief mee om eigen gilden, verenigingen, ziekenfondsen en boerenbonden uit te bouwen tot in de kleinste uithoeken van de regio en priesters zaten vaak zelf in het bestuur. Die laatsten lieten zich soms verleiden om vanop de kansel in bedekte of in goed te verstane bewoordingen, bij verkiezingen, hun duit in het zakje te doen !
Zo werden in Sint-Laureins in 1926 voor de gemeenteverkiezingen 3 lijsten ingediend, waarbij uit volgend relaas blijkt dat men het met de scheiding van Kerk en Staat niet zo nauw nam !
De kandidaten van lijst 2, de lijst van de zittende meerderheid, die zichzelf de vrije katholieken noemen, verspreiden een strooibriefje waarin ze hun verwezenlijkingen uitgebreid bejubelen. Ze zeggen in volle vertrouwen de kiezer rekening te geven van hun mandaat dat ten einde loopt. Ze vrezen het oordeel van de kiezer niet, omdat zij voor alles het ALGEMEEN BELANG van alle inwoners altijd hebben betracht.. Zij claimen hun gemeente als schoonste te hebben opgewaardeerd, zodat alle vreemdelingen of ingezetenen van vroeger, die St.Laureins terugzien, spreken met lof van hun dorp. Ze noemen met name, het aansluiten van de elektriciteit, de openbare verlichting die ze nog beloven uit te breiden, de aanleg van de steenweg naar St.Marguerite tot de Hollandse grens, het verbreden van de Vlamingstraat met aanleg der riolering en een dubbel voetpad, aanleg van verscheidene grintwegen Boterhoek, Coquyt, Celie en Oosthoek, alsook tenslotte hun tussenkomst bij overstromingen in de voorbije winter van een deel der gemeente, Boterhoek en Ziedelingen, waarbij ze het recht hunner inwoners verdedigd hebben tegen het magistraat van Eeklo. Uiteindelijk besluiten ze met : “Stemt met één dop, boven aan de lijst 2, zo stemt gij voor uw onafhankelijkheid, voor de vrede en voor het belang van St.Laureins !”

Doch zo heeft de pastoor het niet begrepen ! Hij mengt zich ook in het debat !!                                          
Er waren toen nog 3 parochiepriesters in St.Laureins, pastoor Leo Verhulst en zijn twee onderpastoors Peirsman en Loof. Verhulst nog maar pas in 1923 in St.Laureins benoemd was wel al in aanvaring gekomen met de perikelen in het godshuis en vanzelfsprekend reeds ingewijd in de geplogenheden van de goegemeente door zekere godsvruchtige dochters en ingezetenen !                                                         
 Van de vorige generatie hebben we nog de verhalen gehoord van het misbaar gemaakt door de pastoor enkele dagen voor de verkiezingen van 1926, van op de, toendertijd, alles dominerende kansel waarbij hij niet naliet man en paard, te vuur en te zwaard, bij naam te noemen. Trouwens er werd vroeger in landelijke gemeenten wel vaker misbruik gemaakt door de geestelijkheid, welke toen veel invloed had, van hun positie om het stemgedrag van hun kudde in “goede” banen te leiden. Maar laten we liever de geviseerde slachtoffers zelf aan het woord in hun kiespamflet van 08.10.1926.


“Geachte Kiezeressen en Kiezers,                                                                                                                    
Allen zijt gij getuige geweest van nog nooit gehoorde aanvallen, die binst de goddelijke diensten, met gebalde vuisten en schuimbekkend van woede tegen onze persoon waren gericht; dat gij dit misbruik van Gods tempel voor een politieke meetingzaal te doen dienen en de onverdiende aanvallen tegen ons afkeurdet, stond reeds van in de kerk op uw gezichten te lezen. Om die blijken van genegenheid ten onzen opzichte, bieden wij u onze hartelijke dank.                                                                                                            
Het is u allen zeer wel bekend, dat niemand van ons is te kort gebleven aan de verschuldigde eerbied voor onze priesters. Meneer Pastoor, in zijn ongerechtvaardigde woede, heeft zondag verwaarloosd de gewone gebeden der mis te lezen, en ook vergeten het overlijden van 2 personen te melden.Wij hebben ook gezien, dat hij met een nog van woede trillend hart het heilig misoffer heeft opgedragen. In hoeverre al die daden overeen te brengen zijn met de waardigheid van de priester en de verhevenheid van onze heilige godsdienst, willen wij niet onderzoeken. Alleen stellen wij vast, dat Meneer Pastoor, zonder dat wij hem iets misdaan hebben, ons in het openbaar den oorlog heeft verklaard.”

Het was niet de eerste en zeker niet de laatste keer, en niet enkel in Sint-Laureins, dat de preekstoel misbruikt werd voor allerlei emotionele uitspattingen, maar zo erg hebben we het in Sente niet meer meegemaakt ! 


dinsdag 8 april 2014

Sint-Laureins : De Kruiskensstraat en zijn vermaarde herberg "Het Kruisken"

In de tijd dat Sint-Laureins nog grotendeels op Maldegem was gericht noemde men de straat tussen de Moerstraat en het "Goed ter Vake" gelegen op het grondgebied van Maldegem, de Vakeleetstraat, de straat langs de watergang van het Vakegoed.
Er bevonden zich verscheidene vierweegsen of kruisingen van wegen op het traject. De benaming Kruiskensbrug op het snijpunt met de Kaatsweg waar een brug over de Eeklose watergang lag en de naam van de herberg Het Kruisken in de nabijheid van de kruising verderop met de Waterstraat-Kruyersweg, zijn het gevolg hiervan.
In de 19e eeuw werd de naam van het gedeelte van de Vakeleetstraat tussen Moerstraat en Kaatsweg dan ook veranderd in de Kruiskensstraat. De naam van het gedeelte verderop, alover de Boterhoeksen Kerkweg, nu Leemweg, werd afgekort tot Vaakweg. Het gemeentebestuur van Sint-Laureins besloot dan in 1846 de Kruiskensstraat te kalsyden.
De herberg "Het Kruisken", die zeer oud is, was ooit in het bezit van de familie Potvlieghe van Adegem en later van Campe Pieter-Frans opgevolgd door Campe Frans gehuwd met Blancke Caroline en daarna met Haerens Natalie, waarna Meulebroeck Alexander en diens vrouw De Geeter Virginie. Kort voor de onafhankelijkheid van 1830 speelde het café een voorname rol in het protest van de slagers en molenaars tegen het "slachtgeld" en het "maalgeld" een taks die werd geheven bij het uitoefenen van hun beroep. Bij huiszoekingen in verband hiermee verzette de "herbergbaas" zich heftig met alle mogelijke middelen.
Wijzelf herinneren ons slechts de veel latere cafébaas Charles Claeys. Als mijn vader, de facteur op ronde de obligate sociale contacten legde, en ik mee mocht om te helpen bij het bedelen van de correspondentie, klonk Charles zijn ietwat schorre, stotterende stem, onderwijl knipperend met de ogen, steevast : "Awel, binkske, wat mag het voor u zijn, een saffaarke of een laatsen ?"
Maar het Kruisken had een reputatie hoog te houden. Rond de jaren 1840, wil de overlevering, kwam een Duitser naar Sint-Laureins samen met een weggevluchte gravin. Hij kwam over Kaprijke en had daar de weg gevraagd op een kaart die hij bij zich had de plaats tonende van Sint-Laureins "in de wildernisse" In de herberg 't Kruisken omtrent halverwege de Kruiskensstraat, hield hij halt om wat uit te rusten. Volgens men zegt was hij geladen met twee zakken geld. Dit was destijds een hele gebeurtenis en de stoel waarop de man gezeten had werd een hele attractie die men kon gaan zien. Naar het schijnt hebben ze hem lang bewaard, maar uiteindelijk verdween hij toch uit het gezicht !


Met dank aan Benoni Vergauwe voor de idyllische foto van de Kruiskensstraat met "Het Kruisken"
De Kruiskensstraat heeft ook zijn drama's gekend, zo werd in 1895 een 40-jarige landbouwster tot de minimumstraf van 10 jaar dwangarbeid veroordeeld voor het doden van haar pasgeboren kindje. Ze verklaarde gehandeld te hebben uit armoede en miserie.
In de nacht van 6 op 7 mei van hetzelfde jaar is in de stal van Seraphien Van Waes een koe, sedert 3 weken gekalfd, dood gestoken en een stierken van 7 maand zo erg verminkt dat het moest worden afgemaakt.
In dezelfde meimaand werden twee knechten beide 20 jaar veroordeeld elk voor 3 maanden gevang en 50fr. boete en 40fr. schadeloosstelling omdat ze op het hof van Van Praat op 3 januari de genaamde August De Smet op het hoofd geslagen hadden.
Op 01.02.1903 vond men 's avonds tussen 8 en 9 uur Jacob De Brouwere dood op straat, schielijk overleden.
Maar er werd ook gefeest in de Kruiskensstraat. Op zondag 01.10.1899 was er een Luisterrijke eierkoers per velo ten gunste van Kruiskensstraat kermis. De inleg was 50 centiem bij Ch. De Paepe, de koers werd ingericht door de verenigde wielrijders : A., Aug., en P. Van De Rosteyne, P. Haverbeke, A. Claeys, Ed. De Neve, Fr. De Meester, C. Longueville en Alph. Longueville.
Op zondag 08.01.1911 was er in 't Kruisken taartjeskermis bij Aug. Van Hijfte, en dat de jaarlijkse kermissen zorgden voor leute en plezier, hoeft geen betoog !

zaterdag 5 april 2014

Sint-Laureins : Sentse verhalen, de Torreput.

De overlevering wil dat er van ze leven een kerk gestaan heeft op de laagte die men de Torenput noemt, gelegen in 't Nieuwbedelf. Ten huidigen dage lijkt niets er nog op te wijzen dat dit ooit een put zou zijn geweest vol water, omzoomd met bomen met langs de kanten dicht bij 't water lis, riet, biezen en andere waterplanten. De put is reeds lang gedempt, het land bewerkt en bezaaid, zodat het hoogstens leek op een leegte waar in 't midden een water doorloopt.
Dit verhaal, dat vroeger tijdens de korte winterdagen verteld werd aan het open haardvuur in een halfduistere ruimte met dansende schimmen afgeworpen door de opflakkerende vlammen, en later rond de roodgloeiende pot van de Leuvense stoof is in Sente wellicht het beste onder alle andere vertellingen gekend. Heel lang geleden had men beslist een kerk te bouwen op de plaats die men nu de Torenput noemt. Maar van bij het begin kreeg men te maken met heel wat tegenslagen en gebeurden er rare dingen ! Van tijd tot tijd verdween er iets waarvan men goed wist dat het er de dag voordien geweest was. Gedeelten die men had afgewerkt bleken de volgende dag afgebroken. Men had veel werk om de kerk te bouwen, doch uiteindelijk geraakte de toren toch af. Maar als men 's nachts voorbij de plaats kwam, meende men voortdurend geklop te horen, nochtans als men nader kwam hoorde of zag men niets, ging men verder begon het geklop opnieuw. Men hoorde bovendien gezucht en geklaag dat als het ware opwelde uit de buik der aarde. Iedereen zei dat het daar spookte en dat men vroeg of laat de gevolgen zou dragen.
En eensklaps op een zwoele zomernacht, toen het geweldig slecht weer was, de wind en donder hoogtij vierden en felle bliksemschichten de zwangere lucht doorkliefden, ontstond een verschrikkelijk gedruis om middernacht. Op klokslag twaalf uur hoorde men een gekraak en pijnlijk gekerm, de natuurelementen woedden in alle hevigheid, de regen pletste bij bakken neder, de aarde beefde, zodat geen mens dierf buiten te komen. En toen men in de morgen ging zien, was de kerk verdwenen, er bleef enkel nog een grote diepte, helemaal onder water.

En waarlijk, geloof me of niet, vanaf toen spookte het daar echt elke avond.

Geheel die plaats waar vroeger de kerk had gestaan, stond onder water, en elke nacht rond 12 uur rees er een witte geest in het midden van de put op, uit het water de lucht in, cirkelde driemaal boomshoogte rond de put, zweefde daarna naar het midden en verzwond dan geheimzinnig in het water ! Dan was het ogenblik voor de spoken aangebroken, van alle kanten kwamen ze uit de aarde gekropen, kleine zwarte mannekens met gloeiende pinkelende oogskens, wel twintig ! Aan Kruiskensbrugge, in 't midden der kruising van vier straten, legden ze een groot vuur aan en dansten en sprongen er in 't rond, met groot geroep en getier.
Eens was er nu iemand, zoals jullie, die met dit alles lachte en van het hele verhaal niets geloofde. Naard een onversaagde Sentenaar, zoals alle Sentenaren van niets benauwd, zou die zwarte mannekens eens leren dansen, hij zou ze eens een lesje leren ! Rond middernacht trok hij er met enkele gasten op af, doch toen ze de plaats naderden bleven zijn makkers toch maar achter, ze wilden niet verder gaan en zouden van daar toezien hoe dappere Naard de spoken mores leerde. Onvervaard kwam onze Naard tot bij de dansende spoken en zijn makkers zagen bij de weerschijn der vlammen, hoe hij zijn stok ophief om in den hoop te roefelen. Maar hij werd, zo rap als de wind, door twee mannekens opgetild en, hals over kop, boven de anderen in 't vuur geworpen. Nu begonnen ze nog met meer geroep en getier wild te dansen en te springen.
De vrienden van de onversaagde Naard die alles met afgrijzen van op afstand gevolgd hadden, hoorden boven het afgrijselijk gehuil en gekrijs der duivels, het akelig hulpgeroep van hun makker in de vlammen. Opeens zagen ze de vlammen verminderen, het zingen en springen hield op, alles viel stil. Ze liepen er naar toe, maar er was niets meer te vinden, slechts enige verkoolde beenderen.
Men heeft naderhand een gewijd Lieve Vrouw beeldje op de plaats aan een boom gehangen en 't spoken hield op !
Van Naard heeft nooit iemand nog iets gehoord !!