Sint-Laureins : Erge feiten omstreeks de 19e eeuw !

Branden en moorden, het is een steeds terugkerend fenomeen doorheen de geschiedenis van de mensheid ! En het lijkt of het mensdom niets heeft bijgeleerd ! Blijkbaar blijft het hardnekkig volharden in de boosheid ! Rondtrekkende rovers en rabauwen, een zootje ongeregeld, het is van alle tijden. Waren het niet de losbandige krijgsbenden, dan wel moordende strooptochten van losgeslagen figuren aan de rand van de maatschappij.
De Bokkenrijders, de Bende van Jan de Lichte, de Bende van Baekelandt, later ook de Bende Van Hoe-Verstuyft, ook de Bende van Adegem en de Bende van Pollet zijn voor ons geen onbekende namen van tussen de jaren 1700 en 2000 rondtrekkende dieven die steeds driester te werk gingen en uiteindelijk voor moordpartijen niet terugdeinsden. De bewoners van het platteland waren hierbij de grootste slachtoffers !
Maar ook de maatschappelijke context, de onderontwikkeling, de grote armoede en de ruwe levensomstandigheden zonder comfort, zorgden voor een ideale voedingsbodem voor inbraken, overvallen,diefstal en moord door individuele personen, om allerhande beweegredenen !

Tussen al deze grote en kleine criminaliteit vinden we in de regionale pers in weliswaar kleinere berichtjes, ook de vermelding van triestige feiten als gevolg van algemene onwetendheid maar ook van onderdrukking, die wijzen op de armzalige levenswijze en de summiere beschikbaarheid van kennis en middelen voor ontwikkeling en vooruitgang. Kindermoorden, hoe vreselijk ook zijn er altijd wel geweest, maar hier hebben we het enkel over de drama's die zich voordeden bij jonge meisjes en vrouwen die soms onwetend, wel of niet misbruikt, in een hulpeloze situatie terechtkwamen die leidde tot een catastrofe ! Gedreven door armoede moesten jonge kinderen uit grote gezinnen gaan werken of gaan "dienen" als meid bij "dames" en "heren" die zich in een bevoorrechte positie bevonden. Ze konden het zich veelal uit noodzaak niet permitteren naar huis gezonden te worden en moesten zich de avances van meneer of jonkheer of baas laten welgevallen. Bij die welopgevoede Heren was dan het predicaat waar ze normaliter steeds mee te koop liepen, ver te zoeken !
Vroeger werd in het bijzijn van jeugdigen in bedekte termen over dergelijke zaken gesproken, gesprekken met hen over bastaardkinderen, voorkinderen, alhoewel alomtegenwoordig waren taboe. Er heerste blijkbaar een nogal dubbele moraal, adellijke bastaarden leek de normaalste zaak van de wereld, bij de gewone mens was dit een zondige bedoening. Voorkinderen, al dan niet uit een buitenechtelijke relatie, werden als schandelijk ervaren, ook al kwam dit frequent voor. Onder volwassenen werd met de nodige knipogen dan gesproken over een meisje dat "vóór de vespers een pintje had gepakt !" of als er een gearrangeerde trouw was van een bezwangerde dienstmeid van het kasteel van Beernem met een boerenjongen uit het dorp "het is weer enen van 5 fr." alluderende op de bruidsschat van de kasteelheer voor de welwillendheid of de zachte dwang ! Hoe dan ook, ook vroeger zijn door die bekrompen mentaliteit en door onwetendheid heel wat wanhoopsdaden gepleegd, ook in Sint-Laureins.

Een kindermoord is alhier gepleegd in de nacht van dinsdag 30.10.1888 door een meid wonende bij twee oude mensen op de wijk Moershoofde. Zij stond 's morgens al naar gewoonte op, deed haar werk, maar in de voormiddag overviel haar de koorts en moest ze te bed gaan. Haar ziekelijkheid verergerde en men haalde er haar moeder bij aan wie ze bekende een pasgeboren kind onder haar strozak te hebben verborgen. Verontwaardigd ging de moeder hierna de gendarmen verwittigen. De woensdag kwam het parket van Gent ter plaatse.

Donderdagavond 11.04.1895 heeft men alhier in de hof van arme lieden, in de Kruiskensstraat, het lijkje van een pasgeboren kind ontdekt dat enige dagen daarvoor in de grond was gestopt. De vrouw des huizes, die de vermoedelijke daderes is, werd aangehouden en in verzekerde bewaring gebracht. Het parket is vrijdag ter plaatse geweest. Woensdag 05.05.1895 werd de zaak opgeroepen ten laste van A.T. 40 jaar landbouwster, beschuldigd van kindermoord. De beschuldigde was gehuwd met P.D. doch was sedert lang van haar man gescheiden. Zij bekende haar misdaad en zei dat ze die beging uit armoede omdat zij het kind niet kon opvoeden. Doch meer waarschijnlijk was het om de schande van haar echtbreuk te ontlopen. Ze is tot 10 jaar dwangarbeid, de minimumstraf veroordeeld.

Op dinsdagmorgen 10.04.1900 is bij het ruimen van de beerput der kerk, een kinderlijkje opgehaald. Het was in zulken staat van ontbinding dat het geslacht niet meer kon herkend worden. De bijgeroepen dokter denkt dat het meer dan anderhalf jaar in de put moet gelegen hebben.

Woensdag 28.10.1908 verscheen voor het Assisenhof, F.M. landbouwster, geboren te Axel in 1883 en wonende te Waterland-Oudeman, beschuldigd van vrijwillige kindermoord op dinsdag 09.06.1908. Zij had het kind de schedel ingedrukt en het lijkje verborgen in de schouw van de bakkerij van haar broer te Sint-Laureins. Zij is verwezen tot 6 jaar gevang.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten