De familienaam STRYMES vóór 1700.

Zoals we in de stamboom kunnen vaststellen, komen we in Sint-Laureins de familienaam STRYMES vanaf midden de 17e eeuw veelvuldig tegen, tot dan in de 21e eeuw bij het afsterven van Colette STRYMES vorig jaar, bij alle takken van de familie die ondertussen ook in andere regio's hun vertakkingen hadden, de naam verdween, op onze tak na !

Maar waar komen we vóór 1700 en later nog de naam tegen ?

In de parochieregisters van Brugge vinden we voor de jaren 1500-1600 de naam STRYMES dikwijls terug. In de wetenschap dat Sente ooit deel uitmaakte van het Ambacht Maldegem, behorende tot het Brugse Vrije is het niet overdreven te veronderstellen dat onze tak maar ook nog andere uit die richting komt ! De naam STRYMES komen we wereldwijd verder zelden tegen, tenzij steeds met een link naar de ons bekende lijnen. Naast onze vertakking tekenen zich hoofdzakelijk nog twee uitgesproken uitlopers af namelijk richting Gent en omgeving en richting Nederland met de steden Rotterdam, Utrecht en Amsterdam. Naast Brugge waren Gent en de Hollandse steden belangrijke handels- en cultuurcentra wat een reden kan zijn van menigvuldige contacten met als gevolg de verhuizing, maar ook de godsdienstproblemen kunnen aan de oorsprong liggen wat zeker geldt voor Nederland of nog een combinatie van de twee. Of misschien heeft de inlijving bij rondtrekkende legers voor de verspreiding gezorgd.
Bij de grote emigratiegolf destijds naar Amerika zijn er ook enkele mee vertrokken maar daar ook is de naam sindsdien verdwenen.

Bekijken we eerst GENT en omgeving, waar we in de dagboeken van Gent ene STRYMES Jan tegenkomen, gekozen als hoofdman op 17.01.1453 en aanvoerder bij de slag van Gaver, de beslissende veldslag bij de Gentse Opstand tegen de Hertog Filips De Goede.
Ook in het stadsarchief Gent (De Zwarte Doos) komt in de parochieregisters de naam STRYMES verschillende keren voor en dit zowel tijdens de 17e, 18e als 19e eeuw. Maar ook verder in het Waasland, Sinaai 18e eeuw, Lochristi, St.Niklaas, in Hulst, Overslag en Koewacht. Ook in Letterhoutem, Westrem en Lebbeke en uitdrukkelijk in St.Lievens-Houtem 19e, 20e eeuw tot op heden.

De tweede belangrijke regio waar de naam STRYMES nadrukkelijk aanwezig was is dus Rotterdam, Utrecht en Amsterdam met een zijsprong naar Duitsland. Uitleg hiervoor is aanvaardbaar, niet alleen staatkundig, maar ook als gevolg van zowel handel als godsdienst maar ook cultuurhistorisch. In het stadsarchief van Amsterdam vond Ann Strymes heel wat oude documenten in dit verband.
Strymes Johan 25.03.1632
Zo trouwen Joost STRYMES en Laurentia Van Vijve, beiden uit Brugge, in Utrecht in Juli 1592. Laurentia is begraven op 27.12.1641 in de Oude Kerk te Amsterdam. Ze hadden een dochter Susanna en een zoon Jan STRYMES die kunstschilder was, wonende te Koningsbergen, het latere Kaliningrad in Oost-Pruisen.
Strymes Joos 23.07.1592
In de begintijd der reformatie werd Coningsbergh residentie van het hertogdom Pruisen, het had een streng Lutherse gemeenteraad. De voor die tijd bijzondere religieuze pluriformiteit was een kenmerk van het tolerante klimaat in de stad. Uit Frankrijk gevluchte Hugenoten en uit andere streken gevluchte lutheranen kregen toegang. Hertog Albrecht stichtte in 1544 ook de tweede lutherse universiteit van Europa. De geografische ligging maakte van Koningsbergen het knooppunt van de handel met Oost-Europa en als Hanzestad was zeehandel van het grootste belang. Hollandse waterexperts legden in de 16e eeuw de moerassige bodem droog. De stad was zowel cultureel als economisch het centrum van het Oosten van Pruisen.

Op 08.01.1622 huwt Joost Joosten STRYMES, kleermaker, uit Utrecht te Hilligersberg (Rotterdam) met Geertgen Leenderts Tas.

De zoon Samuel STRYMES van de uit Utrecht afkomstige koopman Johan STRYMES en diens vrouw, de uit Londen afkomstige Regina Pettke studeerde Theologie aan de universiteit van Frankfurt. Na een passage via Cambridge en Oxford werd hij in 1674 in Frankfurt professor fysica, in 1696 doctor in de Theologie en later rector der Alma Mater. Uit zijn huwelijk stamt de latere Koningsbergse professor Johan Samuel STRYMES (1684-1744).

Catharina STRYMES °1562 was te Brugge gehuwd rond 1584 met Philips de Kanter, kleermaker, eveneens geboren te Brugge in 1560. Ze trokken na de verovering van Brugge in 1584 naar de Noordelijke Nederlanden en vestigden zich te Zierikzee in de Potstraat, later aan de Oostzijde van de Dam. Uit de inventaris van hun nagelaten goederen bij overlijden blijkt dat zij bemiddeld waren. Catharina stierf te Zierikzee 26.08.1642, Philips overleed op een van zijn vele reizen naar Brugge in 1634.

Uit de Kerkeraadnotulen van de Hervormde Gemeente Arnemuiden vanaf 1575, blijkt dat Lauwereyns STRYMES, smid van beroep, woonde in de Langstraat in het huis de Halve Mane, waarvan hij in 1584 de eigenaar was. Hij is verschillende keren tot ouderling verkozen en bevestigd. In de stadsrekeningen van Arnemuiden van 1580 lezen we dat men op de 7e Meye betaelt aan Lauwereyns STRYMES, slootmaeker, 22 schellingen over tmaken ende repareren van de croone op het stadthuys hangende en voor ander yserwerck. En op den eersten Septembris betaelt men over een groot maelslot bij hem tot behouff vande block (zwaar houten straftuig dat aan een been of aan de hals werd vastgemaakt) gemaect ende gelevert.

Waren in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie :
Francoijs STRYMES uit Oostende als bosschieter,  voer in 1682 met de Hendrik Maurits naar Batavia.
Maerten STRYMES uit Sluys als matroos, voer in 1694 met de Oosterland naar Batavia,in 1700 met de Vosmaar naar Batavia en in 1707 terugreis naar Nederland met de Hoedekenskerke.
Johannes STRYMES uit Haarlem als lichtmatroos, voer in 1774 met de Rodenrijs naar Batavia en stierf op 04.01.1777 op terugreis in Azië.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten