Sint-Laureins : De laatste rustplaats, het kerkhof.

We zijn gedurende mijn leven, tot op heden vijfmaal verhuisd. Vijf andere woningen maar met telkens dezelfde constante, ik bleef steeds rond het kerkhof hangen ! Niet dat dit enige bezwarende toestand opleverde, integendeel elk jaar rond Allerheiligen hadden wij over de scheidingsmuur een uitzicht op een overdadige bloemenpracht als was het onze tuin en bovendien was het enkele dagen een komen en gaan van vele ingetogen mensen en vooral oud-bekenden en oud-inwoners die men nog enkel bij die gelegenheid eens terugzag ! Na een eerste verhuis woonden we een hele tijd langsheen de hele westkant van het kerkhof, daarna leefden we een hele periode langs de ganse oostkant, wat we tenslotte inruilden tot nu voor de begrenzing langsheen het zuiden. Neem daarbij de jaren dat ik als misdienaar de vele diensten in de kerk aan de noordkant bijwoonde en zodoende velen ook mede begeleide naar hun laatste rustplaats tot aan het graf, wat toen nog gebeurde, en je kunt gerust stellen dat ik het kerkhof van Sente dus wel langs alle kanten gezien heb ! Quasi de hele gemeenschap werd trouwens, de ene vroeger, de andere later, ongewild onze naaste buur !


Het kerkhof zoals het er nu bijligt is ontstaan in drie fasen : het oudste deel, dat lange tijd dienst heeft gedaan, was het rechthoekig stuk achter de kerk en vòòr wat nu de kapel ter ere van O.L.Vrouw van Banneux is, destijds in 1953 opgericht op grond van de kinderen De Keyzer, bij een eerste uitbreiding van de begraafplaats. Aan de oostelijke kant was het begrensd door de congregatiezaal.


In 1952 wordt voor een eerste uitbreiding een stuk grond gekocht van de kerkfabriek, gelegen ten zuiden van, en tussen voornoemde kapel en het dodenhuisje, waarvoor de kerkhofmuur voor een deel wordt afgebroken. Dit tweede deel wordt op 8.09.1953 plechtig ingewijd door deken Delfosse van Eeklo.
Tenslotte werd in de derde fase onder burgemeester Van de Keere ten oosten hiervan een tweede uitbreiding gerealiseerd op drie percelen, één van de kerkfabriek, één onteigend van de familie Strymes en één van de familie Claeys.
Deze drie fasen samen geven ons het beeld van het huidige kerkhof. De opeenvolgende uitbreidingen waren uiteraard noodzakelijk als gevolg van plaatsgebrek. Dit jaar, 2015, is een drastische sanering doorgevoerd waarbij meer dan 800 graven met vervallen concessie werden geruimd. Men heeft lange tijd het eerste deel gebruikt zonder uitbreiding, maar ik herinner mij nog dat men het plaatsgebrek toen oploste door om beurten de helft van het kerkhof vrij te maken om te hergebruiken, wat ik een paar maal heb meegemaakt.
Oorspronkelijk was het kerkhof gelegen rond de kerk op het perceel begrensd door de huidige Leemweg, vroeger genoemd de "Boterhoekse Kerkweg" of later nog de "Gouvernementstraat" aan de westkant, en aan de noordkant door de huidige Dorpsstraat of de oude "Brieversweg", zoals je kunt zien op onderstaande oude kaart.


Ten oosten van de kerk strekte het kerkhof zich uit tot achter de oude school, waar later de congregatiezaal kwam. Daar lag het heidens kerkhof, doch dit werd nooit als dusdanig gebruikt, maar diende steeds voor moestuin, ik zelf heb er nog prei, wortelen en andere groente op geteeld. Dit was één der drie percelen later ingenomen bij de derde uitbreiding van de begraafplaats.
Al zeer vroeg zocht men te bouwen rond de kerk en op het kerkhof en zo werden rond 1785 percelen bouwgrond langsheen de Dorpsstraat en de Leemweg vercijnsd, dus in publieke pacht gegeven aan particulieren voor een zekere termijn van jaren, ten profijte van de kerk ! Pas in 1973 wordt in de kerkraad beslist dat de eigenaars van een woning op een cijnsgrond de kans krijgen die te kopen, daar dit vercijnsen  een verouderde, middeleeuwse praktijk is die in onze moderne tijd best een oplossing krijgt. Toen de eigenaars van de gebouwen op een voor hen onverwacht moment de te betalen som onder ogen kregen, viel dit in minder goede aarde !

De cultuur van het begraven heeft in de loop der eeuwen heel wat veranderingen ondergaan. Het is pas in 785 bij de komst van het christendom, tijdens het concilie van Paderborn dat Karel de Grote beslist dat alle doden moeten begraven worden en dat het verbranden van doden verboden wordt. De Kerk zal er voor zorgen dat alle afgestorvenen te rusten worden gelegd op een gewijd kerkhof. Sommigen werd een plaats op een gewijd kerkhof  geweigerd zoals zware misdadigers, zelfmoordenaars, goddelozen, andersgelovigen en ongedoopte kinderen ! Voor hen werden ongewijde heidenkerkhoven opgericht !
Er wordt veel binnen het kerkgebouw begraven, vooral belangrijke personages, elitaire doden, de gewone arme lieden kwamen op het kerkhof terecht ! De plaatsen dicht bij het altaar waren het meest gegeerd, je weet maar nooit, men kon maar dicht genoeg bij de bron zitten met het oog op het hiernamaals ! Begraven in de kerk werd een grote bron van inkomsten, met geld kocht je nu eenmaal de beste plaatsen ! In 1784 verbiedt de Oostenrijkse Keizer Jozef II, hier smalend de keizer-koster genoemd, om hygiënische redenen als gevolg van plaatsgebrek, de begraving binnen de kerken en moeten alle filosofische overtuigingen een eigen perk krijgen op de nieuwe begraafplaatsen. In 1864 komen de kerkhoven dan onder het beheer van de burgerlijke overheid en in 1932 wordt in België de crematie voor het eerst wettelijk toegestaan, wat nu algemeen verbreid is, nadat de kerk schoorvoetend was gevolgd !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten