Zo werden in Sint-Laureins in 1926 voor de gemeenteverkiezingen 3 lijsten ingediend, waarbij uit volgend relaas blijkt dat men het met de scheiding van Kerk en Staat niet zo nauw nam !
De kandidaten van lijst 2, de lijst van de zittende meerderheid, die zichzelf de vrije katholieken noemen, verspreiden een strooibriefje waarin ze hun verwezenlijkingen uitgebreid bejubelen. Ze zeggen in volle vertrouwen de kiezer rekening te geven van hun mandaat dat ten einde loopt. Ze vrezen het oordeel van de kiezer niet, omdat zij voor alles het ALGEMEEN BELANG van alle inwoners altijd hebben betracht.. Zij claimen hun gemeente als schoonste te hebben opgewaardeerd, zodat alle vreemdelingen of ingezetenen van vroeger, die St.Laureins terugzien, spreken met lof van hun dorp. Ze noemen met name, het aansluiten van de elektriciteit, de openbare verlichting die ze nog beloven uit te breiden, de aanleg van de steenweg naar St.Marguerite tot de Hollandse grens, het verbreden van de Vlamingstraat met aanleg der riolering en een dubbel voetpad, aanleg van verscheidene grintwegen Boterhoek, Coquyt, Celie en Oosthoek, alsook tenslotte hun tussenkomst bij overstromingen in de voorbije winter van een deel der gemeente, Boterhoek en Ziedelingen, waarbij ze het recht hunner inwoners verdedigd hebben tegen het magistraat van Eeklo. Uiteindelijk besluiten ze met : “Stemt met één dop, boven aan de lijst 2, zo stemt gij voor uw onafhankelijkheid, voor de vrede en voor het belang van St.Laureins !”
Doch zo
heeft de pastoor het niet begrepen ! Hij mengt zich ook in het debat !!
Er
waren toen nog 3 parochiepriesters in St.Laureins, pastoor Leo Verhulst en zijn
twee onderpastoors Peirsman en Loof. Verhulst nog maar pas in 1923 in
St.Laureins benoemd was wel al in aanvaring gekomen met de perikelen in het
godshuis en vanzelfsprekend reeds ingewijd in de geplogenheden van de
goegemeente door zekere godsvruchtige dochters en ingezetenen !
Van de vorige
generatie hebben we nog de verhalen gehoord van het misbaar gemaakt door de
pastoor enkele dagen voor de verkiezingen van 1926, van op de, toendertijd,
alles dominerende kansel waarbij hij niet naliet man en paard, te vuur en te
zwaard, bij naam te noemen. Trouwens er werd vroeger in landelijke gemeenten
wel vaker misbruik gemaakt door de geestelijkheid, welke toen veel invloed had,
van hun positie om het stemgedrag van hun kudde in “goede” banen te leiden.
Maar laten we liever de geviseerde slachtoffers zelf aan het woord in hun
kiespamflet van 08.10.1926.
“Geachte
Kiezeressen en Kiezers,
Allen zijt gij getuige geweest van nog nooit gehoorde aanvallen, die binst de goddelijke diensten, met gebalde vuisten en schuimbekkend van woede tegen onze persoon waren gericht; dat gij dit misbruik van Gods tempel voor een politieke meetingzaal te doen dienen en de onverdiende aanvallen tegen ons afkeurdet, stond reeds van in de kerk op uw gezichten te lezen. Om die blijken van genegenheid ten onzen opzichte, bieden wij u onze hartelijke dank.
Allen zijt gij getuige geweest van nog nooit gehoorde aanvallen, die binst de goddelijke diensten, met gebalde vuisten en schuimbekkend van woede tegen onze persoon waren gericht; dat gij dit misbruik van Gods tempel voor een politieke meetingzaal te doen dienen en de onverdiende aanvallen tegen ons afkeurdet, stond reeds van in de kerk op uw gezichten te lezen. Om die blijken van genegenheid ten onzen opzichte, bieden wij u onze hartelijke dank.
Het is u allen zeer wel
bekend, dat niemand van ons is te kort gebleven aan de verschuldigde eerbied
voor onze priesters. Meneer Pastoor, in zijn ongerechtvaardigde woede, heeft
zondag verwaarloosd de gewone gebeden der mis te lezen, en ook vergeten het
overlijden van 2 personen te melden.Wij hebben ook gezien, dat hij
met een nog van woede trillend hart het heilig misoffer heeft opgedragen. In
hoeverre al die daden overeen te brengen zijn met de waardigheid van de
priester en de verhevenheid van onze heilige godsdienst, willen wij niet
onderzoeken. Alleen stellen wij vast, dat Meneer Pastoor, zonder dat wij hem
iets misdaan hebben, ons in het openbaar den oorlog heeft verklaard.”
Het was niet de eerste en zeker niet de laatste keer, en niet enkel in Sint-Laureins, dat de preekstoel misbruikt werd voor allerlei emotionele uitspattingen, maar zo erg hebben we het in Sente niet meer meegemaakt !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten