Gebruik haar in blijheid ten goede."
Een eerste activiteit van de Sint-Laureinse oudstrijdersbond was het planten van een symbool der vrijheid, een beukenboom, waarvan door Meester Gailliaert in de gelegenheidstoespraak, namens de oud-strijders gezegd werd : "Later zullen de bruine beukeblaren doen denken aan het bloedig offer dat de gesneuvelden voor de vrijheid brachten".
Op zaterdag 22.11.1919 verjaardag van de koning te Brussel, werd de vrijheidsboom plechtig ingehuldigd. Om 13 uur begon het feest met een stoet : Gendarmes, Concordiafanfare, oud-soldaten, met daarna de vrijheidsboom gedragen door 8 oud-strijders gevolgd van heel hun bond, de scholen, handboogmaatschappij, pompiers, toneel, staatsbedienden, gepensioneerden, gedecoreerden, godshuizen en arm-, kerk-, en gemeentebestuur in deftig pak met streepjesbroek en bolhoed. Onder klokgelui, muziek en gezang trok de stoet vanuit de Leemweg, doorheen de Dorpsstraat en terug. Daarna werd door de dienstdoende burgemeester het boompje geplant bezijden het gemeentehuis, onder het spelen van de Brabançonne en gevolgd door een toespraak door schepen Honoré De Vos. Behalve de heer Gailliaert sprak ook nog Gilbert Bolland, ontvanger der belastingen en werden vaderlandse liederen gezongen door de schoolkinderen.Heel de gemeente was bevlagd en er was veel bezoek uit het omliggende.
Op zondag 22.08.1920 werd dan een groot vaderlands feest gepland ter gelegenheid der onthulling van het gedenkteken der gesneuvelde soldaten en de overhandiging door het gemeentebestuur van een vlag aan de Oud-Strijders.
Doch gezien de komst van Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van Brabant naar Eeklo werd de onthulling verdaagd tot op 26.09.1920 zijnde kermis-zondag. 's Morgens had de overhandiging van het vaandel plaats op de kiosk voor het gemeentehuis, door schepen Petrus Hoste aan de voorzitter van de oud-strijdersbond, die ze na de toespraken doorgaf aan de vaandeldrager Prosper Bultinck. Na het vaderlands lied gespeeld door Concordia, begaf men zich in stoet naar de kerk voor de plechtige mis met gelegenheidssermoen door een loopgraven-aalmoezenier met op zijn uniform acht frontstrepen en een indrukwekkende reeks eretekens. De vlag werd plechtig gewijd door E.H. De Temmerman, pastoor-deken te Eeklo.
Na de middag begon het eigenlijke feest. Vanaf 14 uur was het al een heen en weer geloop van je welste. De bestuurder van de nieuwe autobus tussen Sente en Balgerhoeke moest meerdere keren de rit overdoen. Toch vertrok op de gestelde tijd de stoet vanaf het gemeenteplein. Meerdere muzieken en Vossen, een wagen van de schuttersgilde met de onmisbare uitbeelding van een drankorgie, een wagen van Oost-Vlaanderen met uit al zijn steden de bijzonderste bezigheid of handelsactiviteit. Een mooi idee, alhoewel het volk een soms zonderlinge uitleg gaf voor het jongentje met een zwijn in de handen, Eeklo voorstellende, wat inderdaad voor vele interpretaties vatbaar was ! Veel bijval had een schone groep van kleine verpleegstertjes met borden waarop de namen van de 15 gesneuvelden van Sente, als apotheose volgde de grote monumentale wagen van het Heilig Hart met zijn rijke versiersels. Na gedraaid en gekeerd te hebben in de Dorpsstraat kwamen allen terug op het hoekje van het plein voor de eigenlijke plechtigheid. Toen het doek viel klonk een krachtig "Te Velde" door de trompetters en de Brabançonne, gevolgd door een aandoenlijk dodenappel, waarna de burgemeester zijn redevoering hield en ook de voorzitter van de V.O.S. wiens stem over gans Sente weerklonk. Na een stijlvolle bloemenhulde gaf de turnclub van Maldegem een staaltje van zijn kunnen en lieten de verschillende fanfares het beste horen uit hun repertorium. Tot laat bleven de feestvierders uit het omliggende in Sente!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten