Onze groeiende kudde melkkoeien zorgde ooit voor een heuse boterberg, maar sowieso voor een overvolle melkzee! Daar werd tijdig paal en perk aan gesteld, maar blijft de vraag : "Waar met al die melk naartoe?"
Tot eind 19e eeuw werd de melk meestal door de veeboeren zelf verwerkt of verkocht. Het water komt mij nog in de mond als ik denk aan de afgehaalde melk die thuis na het koken bedekt was met een romig, dik, smeuïg vel dat op een zelfgebakken snee vers brood als hemels manna naar binnen ging! Het verwerken van de melk gebeurde oorspronkelijk met handbediende toestellen die later gemechaniseerd werden, denk maar aan de melkafromer Melotte, de elektrische boterkarn.
Daarna zijn vele kleine zuivelfabrieken ontstaan die de verwerking en distributie van de boeren hebben overgenomen. Net als brouwerijen had bijna elke plattelandsgemeente zo wel zijn melkerij wat je nu nog merkt aan de vele gasthoven, restaurants, feestpaleizen en dergelijke met een naam die daarnaar verwijst! In België werd in 1883 de eerste coöperatieve melkfabriek opgericht. De melk werd vanuit de omgeving met wagens opgehaald vanaf een melkveehouderij in de vertrouwde melkbussen, die met paard, trekker of vrachtwagen werden aangevoerd. Omstreeks de zeventiger jaren werd dit systeem vervangen door roestvrijstalen melkkoeltanks geplaatst op de boerderij, waarvan de inhoud in een tankvrachtwagen wordt getransporteerd naar de zuivelfabrieken. Doch in de tweede helft van de 20e eeuw fuseerden veel van die zuivelfabrieken tot grote zuivelconcerns zoals veel andere bedrijfstakken, mee in het zog van de zucht naar schaalvergroting van groot, groter, grootst! Deze fusies leidden tot de sluiting van vele zuivelfabrieken!
Aan het eind van de 19e eeuw werden de eerste stoommelkerijen opgericht waarin de machines door stoomkracht werden aangedreven. Zo ging in Sint-Laureins in 1899 de stoommelkerij van Baes Meulemeester van start in de Gouvernementstraat. Hier bouwde Petrus De Meulemeester in 1905 een woning op grond van zijn vader Karel (1851-1927) die boerde met zijn echtgenote Maria Standaert op Moershoofde, en die ook burgemeester is geweest te Sint-Laureins. K. De Meulemeester kreeg in Augustus 1900 een vergunning voor een fabriek van echte boter. Na een tijdje schakelde Petrus °1877 gehuwd met Elodia Claeys over van melkerij naar brouwerij die werd voortgezet door diens zoon Karel (1905-1974). Ook in deze bedrijfstak gaf de trend naar schaalvergroting uiteindelijk de doodsteek en beperkte men zich verder tot het beroep van bieruitzetter. Karel bleef wonen in de ouderlijke woning samen met Marie (1903-1988) en Madeleine (1907-1992) zijn zuster Clara (1904-1989) trad in bij de Zusters Bernardinnen als Zuster Paula.
In de oude gebouwen van Brouwerij Huyghe in de Brieversweg de latere Dorpsstraat startte in 1936 Victor Moens uit Gent samen met Maurice Buyck die daar toen woonde samen met zijn echtgenote Marie De Vos en dochter Maria, de melkerij Sint-Laurentius op. Regelmatig werd een Boerinnendag gehouden zo ook op donderdag 27.10.1937 steeds met stijgend succes het eerste jaar waren er 187 dames, het tweede jaar 230 en dit jaar 340. Het doel is de dames der leveranciers kennis te laten maken met de fabriek en haar werking. Na een uitvoerige rondleiding tijdens de verwerking van de melk trok men richting St. Michielszaal voor het eetmaal, voordrachten en ontspanning. Alles vanwege de roomboterfabriek St. Laurentius waarvan dhr. V. Moens-Stragier te Gent eigenaar en dhr. F.J.J. de Veth directeur was. Al snel bleek de verouderde infrastructuur niet meer te voldoen aan de evoluerende eisen en diende uitgekeken naar mogelijkheden voor modernisering en uitbreiding. De Heer Buyck zag een optie in een perceel grond gelegen over de watergracht vooraan aan de rechterkant in de Rommelsweg komende van uit de Gouvernementstraat. Doch zijn poging om de grond te verwerven werd op de valreep gedwarsboomd en de eigendom verkocht aan Boer Notteboom. Ondertussen hadden zijn partners, blijkbaar zonder zijn medeweten, de voorkeur gegeven aan een perceel uit het domein rond de vroegere villa Taelman, hetwelk eigendom was van notaris Verstringhe en waar momenteel het huidige Huis van de Vrije Tijd of De Melkerij gevestigd is! In 1938-39 werd een nieuwe moderne zuivelfabriek opgericht in de Leemweg waarna in 1940 alle activiteiten naar daar werden overgebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten