Sint-Laureins : Met z'n allen naar de zee !

Het valt niet te ontkennen, onze generatie heeft een explosie meegemaakt, die trouwens nog altijd voortduurt, van een enorme ontwikkeling der mensheid en een versnelde evolutie der maatschappij op een relatief korte termijn ! Onze "eigen vertrouwde omgeving" wordt stilaan de ganse wereld ! Ooit is dit anders geweest, onze voorouders zochten het dichter bij huis ! Bij een trouwfeest in Sint-Margriete omstreeks 1850 ging de huwelijksreis te voet richting Balgerhoeke om te gaan kijken naar de nieuwgebouwde sluis op het Schipdonkkanaal !
De ontwikkeling van de auto-industrie, de uitbreiding van het spoorwegnet, de enorme evolutie van de luchtvaart, de zeevaart, kortom de verhoogde mobiliteit heeft zeker bijgedragen tot de bereikbaarheid van alle uithoeken van de aardbol, waaronder ook de badplaatsen en stranden over de hele wereld, met spijtig genoeg alle negatieve gevolgen van dien.
Wat vroeger, vóór het beschikbaar zijn van alle moderne hulpmiddelen, wel binnen het bereik van onze regio lag, waren de Vlaams-Franse kust, de Vlaams-Belgische en eveneens de Vlaams-Nederlandse kust.Vooral bij de laatste twee is voor onze streek dan, geleidelijk aan de mode van het zeebaden gegroeid, zij het niet zonder moeilijkheden noch tegenkanting van de gevestigde orde !
Het spreekt vanzelf dat in vroeger eeuwen individuen van de kustdorpen in de zee gingen baden, zoals ook bewoners van te lande zich gingen verfrissen in een beek, rivier, vaart of de kreken, bij welke gelegenheid velen dit toen deden in hun blootje ! Doch bij mensen geheugenis was het verboden, aldus het zedelijkheidsgevoel te kwetsen, hoe of wat men daar ook onder verstond ! Reeds in 1410 deed het magistraat van de "stede ende port" van Blankenberge bij " 't clippen van de clocke" een ordonnantie openbaar maken bij dewelke het streng verboden was zich 's zondags en op feestdagen in de zee te baden. De overtreders werden op gepaste wijze bestraft : "Ende zullen verbeuren hunne cleederen, buten 't linwaad ofte andere stricte effecten 't welcke van node zyn"
Het reglement onderging het lot van vele politieverordeningen, na enige tijd hield niemand er zich nog aan en de misbruiken namen zodanig toe dat in 1437, door toedoen van de "prochiepape" een strengere ordonnantie werd uitgevaardigd, doch de overtredingen bleven talrijk en van tijd tot tijd trad men streng op. In 1449 werd zodoende een zekere Jossine Haroens voor een tijd van drie maanden uit het schependom, het grondgebied, der gemeente gebannen, enkel omdat ze het aangedurfd had tweemaal in de zee te baden in een kostuum dat niet reglementair was ! Aangezien, zegt het vonnis, de zelve Jossine Haroens op twee diverse stonden zich gewaagd hadde te wassen in de zee en zich te vertonene in een onbetamelicke maniere van cleederen, die gene cleederen en waren, so 't behoeft volgens de ordonnancie van burghemeester en scepenen !
Een vervelende gebeurtenis in 1514 maakte tenslotte een eind aan het zinloze verbod op zondag in zee te baden en wel onder een sluw bedacht voorwendsel om het ontstane probleem op te lossen !
Op zondag 6 augustus was er een grote schieting uitgeschreven door de Sint Sebastiaans-gilde van de kleine stad Blankenberge en de gilde van de grote stad Brugge kwam met vaandels, blazoenen, met pijpers en trommelaars, afgezakt naar de kuststad om aan het feest deel te nemen. De Brugse schutters werden plechtig door het magistraat ontvangen en de erewijn werd geschonken. Het was die feestelijke dag bijzonder warm en de lichtelijk aangeschoten Bruggelingen maakten aanstalten enige verfrissing te gaan zoeken in zee. Bij afwezigheid van de baljuw wees de schout hen op het verbod van 1410 's zondags in zee te baden, maar de jolige bende drong aan op toelating en ze maakten aanstalten in geval van weigering toch hun zin te doen ! In paniek vergaderde daarop in allerijl de schepenbank en gaf toelating tot baden, zich steunende op een spitsvondig compromis, bij de ordonnantie stond niet vermeld dat die ook gold voor vreemdelingen ! Om naderhand verdere discussies te vermijden werd het reglement dan maar ingetrokken, enkel de verplichting zich bij het baden in betamelijke kledij te vertonen werd behouden.
In 1750 hadden de misbruiken toch weer zulke uitbreiding genomen dat ten gevolge van een klacht dienaangaande Zijne Hoogweerdigheid de Bisschop van Brugge het magistraat aanzette een nieuwe verordening met zeer strenge straffen te doen uitvaardigen, wat later nog eens gebeurde onder het Frans bewind.
Waar voor de massa het zeebad slechts een middel was om het lichaam te zuiveren of om zich te verfrissen bij warm weer hield men ook, onder Engelse invloed, steeds meer rekening met een geneeskrachtige werking van het zeewater bij het baden ! Reeds bij het begin van de 16e eeuw werd volgens een oude oorkonde, in het Magdalenahospitaal van Brugge zeewater aangewend ter genezing van schurft en in de stadsrekening van 1500 in Blankenberge komt een uitgave voor betreffende de aankoop van 4 tonnekens om het zeewater te vervoeren naar het hospitaal.
In de tweede helft van de 18e eeuw kwam het baden in groep in gebruik, dan trokken ganse vrolijke benden Bruggelingen in volgepropte diligences en allerlei andere voertuigen bij voorkeur naar Blankenberge omdat dit het dichtstbij lag. Na het baden deed men zich in de herbergen te goed aan ingelegde vis of verse mosselen dit alles besproeid met menige kruik parelend Vlaams bier !
Op het strand zag men bij of in het water honderden met strepen geschilderde badkarren en in het midden tussen de strandhoofden, in de volksmond verkeerdelijk golfbrekers genoemd, een wriemelen en gillen van baadsters en baders !


Ook Oostende was vóór die tijd reeds een badstad, tussen 1770 en 1780 bloeide de Oostendse haven, en het werd druk door vreemdelingen vooral Engelsen bezocht. In 1784 kreeg een Engelsman de toelating om op het strand in een tent verfrissingen te verkopen aan de lieden die de zeebaden gebruikten, en een Fransman drukt in zijn reisverslag uit 1812 zijn verwondering uit dat dames, juffrouwen en heren gemeenschappelijk baden. Oostende was toen een in een vesting ingesloten provinciestad. Men moest een stadspoort uit om op de zeedam te komen en 's avonds moest men zorgen in zijn logement binnen de muren te zijn vooraleer de poorten werden gesloten !
Stilaan werd het zeebaden een mode, een weelde voorbehouden aan zeer welstellende families. Maar met de aanleg der spoorwegen kwam een kwarteeuw later een bron van ongekende welvaart voor Oostende en naderhand voor gans de Vlaamse kust. In 1838 werd de spoorlijn Brussel - Gent - Brugge - Oostende ingehuldigd en van dan af steeg het aantal toeristen te Oostende gestadig. Toen Koning Leopold I en Koningin Marie-Louise er jaarlijks enige weken kwamen doorbrengen, lokte dit voorbeeld tal van aristocratische en rijke families, niet alleen van België maar van gans Europa naar onze kust.
Een echte democratisering van het toerisme kwam er pas later, stilaan verspreidde het zich over de ganse kustlijn en vrijwel alle kustplaatsen kregen een toeristische roeping !
Ook vanuit Sint-Laureins en omgeving volgde men schoorvoetend de trend en zocht men wel eens de mondaine Belgische kust op, met gerij, te voet zelfs, of met de fiets.In de zomermaanden legde men wel eens een uitstap vast naar zee en dan reed de voerman die de postdienst met Balgerhoeke verzorgde of elke vrijdag naar Gent reed voor de handelaars, met zijn camion, die proper werd uitgeveegd en waarin houten zitbanken werden geplaatst. Leute en plezier verzekerd ! Later in de 20e eeuw nam men de trein vanuit Balgerhoeke of de autobus vanuit Maldegem, totdat toerisme gemeengoed werd !
Sint-Laureins was steeds aangewezen op een voerman om zijn contact met de rest van België te verzekeren. Na de opening van Balgerhoeke station in 1862 wordt door de posterijen een postwagendienst tussen Sint-Laureins en Balgerhoeke in het openbaar aanbesteed. Naast vracht nam men tegen betaling ook personen mee. Wekelijkse ritten naar de markt in Eeklo en later naar Gent worden ingericht ! Zo rijdt Ed. De Taeye in 1908 voor 60 centiemen per persoon heen en weer, naar de Donderdagse markt in Eeklo, botermanden betalen volgens zwaarte ! Voerman H. Van Mechelen rijdt in 1914 naar de Eeklose markt met boter en eieren en naast de vracht mogen ook personen mee. In 1920 wordt het vervoer gemotoriseerd en stapt men over naar camion en autobus. Dichter bij onze tijd en dus beter gekend als voerman die zorgde voor de verbinding met het station te Balgerhoeke en de markt in Eeklo was Theofiel Debbaut (Teejken !)gehuwd met Rosalie Valcke en wonende in de Dorpsstraat een huis vóór het Nieuwbedelf. Ook zorgde hij voor de bevoorrading, eens in de week, van de winkeliers door hun leveranciers in Gent. Een van zijn twee zonen was Prosper Debbaut.
Nog recenter hebben we dan Achiel Verniere en zoon Herman Verniere die de dienst uitmaakten. En ten langen leste Albert Van Damme van de autocars Van Damme "Reisgenoegens" of misschien nog beter gekend Marietjen, zijn echtgenote Marie Van Maele !
Bovenstaande foto toont ons de verwoeste kerk van Balgerhoeke na WO II met de eerste autobus van Albert die vooraan rechts fier poseert samen met personeel van Balgerhoeke station.
Maar voor ons ging er niets boven de Zeeuws-Vlaamse kust binnen fietsbereik, die reikt van Breskens tot het natuurgebied Het Zwin. Het strand heeft een lengte van 11 km. en ligt in een prachtig duingebied. Ook door zijn ligging ten zuiden van de Westerschelde is dit stukje Nederland meer op Vlaanderen gericht dan op Zeeland, de mentaliteit van de bewoners is dan ook meer Vlaams ! Rond het jaar 1000 ontstond in het noordoosten van het Graafschap Vlaanderen een zandplaat wat ten slotte het eiland Cadzand zal vormen, dat dus oorspronkelijk tot Vlaanderen behoorde. De bevolking bestond uit katholieke Vlaamse landarbeiders. Door natuurrampen, stormvloeden en oorlogen met Fransen, Engelsen, Oostenrijkers en Spanjaarden gedwongen, verliet de bevolking rond 1600 het eiland waarna Cadzand na 1600 onderdeel der Nederlanden werd. Veel gevluchte protestantse Vlamingen trokken hierna naar Cadzand. Het eiland Cadzand groeide geleidelijk vast aan Groede en Zuidzande en in de 18e eeuw aan Oostburg zodat het daardoor geen eiland meer was !
Landbouwer Guust Albregts gehuwd met Sophie van de Waeter bouwt in 1866 in de duinen van Cadzand een hotel en bierhuis op een duintop naast zijn woning op de boerenhoeve. Welgestelde badgasten uit het Vlaamse achterland krijgen een badkoets ter beschikking. De grondlegger van het huidige Cadzand-bad heeft soms tot 3 hotelgasten, maar steeds meer dagjesmensen !
In 1882 werd een vergunning verkregen voor de aanleg van een tramlijn Breskens-Maldegem. Op 7 mei 1887 wordt de lijn Breskens-Schoondijke-Oostburg-Draaibrug-Eede-Maldegem met een zijlijn Draaibrug-Sluis feestelijk in gebruik genomen en in 1912 wordt ook nog de tramlijn Oostburg-Zuidzande-Cadzand geopend. In 1925 volgt ten slotte de lijn Breskens-Groede-Nieuwvliet-Cadzand-Retranchement-Sluis.
In 1902 wordt de haven van Cadzand aangelegd en wordt de spoorverbinding ook gebruikt voor bietenvervoer, in topjaren meerden er tot 130 schepen per jaar aan. Het haventje dat een zwakke schakel was in de kustversterking, na de catastrofe van 1953, werd in 1954 gedempt, het was de eerste stap in de uitvoering van de Deltawerken. Het wordt een parkeerterrein en in 1980 worden hier hotels gebouwd.
Vanwege het bietenvervoer naar de haven wordt in 1927 de lijn naar Cadzand-dorp doorgetrokken tot Cadzand-haven. In de jaren '30 komen 's zondags veel Belgische toeristen met de tram uit Maldegem naar Cadzand voor een dagje strand, er zijn tot 12 rijtuigen. Vanaf 1934 worden meer en meer autobussen ingezet, tijdens WO II werden de rails van de tramlijn-verbinding door de bezetter verwijderd om gebruikt te worden aan het Russische front, en in 1948 wordt het reizigersvervoer per tram uiteindelijk stopgezet, in 1949 het goederenvervoer en alles gebeurd verder met de autobus ! De tramrijtuigen komen we later in Cadzand tegen o.a. als vakantiewoning !

Van bij ons gebeurde alles natuurlijk met de fiets, een daguitstap of een halve dag, met z'n tweetjes of in groep, niet te vergelijken met het strand aan het grootste deel van de Belgische kust, hier had je praktisch geen bebouwing, geen drukte, enkel de open gezonde natuur ! En dit is lang zo gebleven tot de project-ontwikkelaars uitbreiding zochten.
Er ontstond een vertrouwensrelatie tussen de dagjesmensen die een trouw terugkerend publiek vormden en de uitbaters die zelf van de streek waren !
In Cadzand had je Het Badhuis, op de blanke top der duinen, vooraan aan de trapkant was het café, achteraan het restaurant en de hotelafdeling. Verderop stond een gebouwtje van het Waterschap en een vakantiehuisje en dat was het dan. Stilaan kwam er van alles bij en in de jaren 50 worden beneden de duinen houten noodcafés en winkels gebouwd, toeristen kamperen bij de boeren en in de jaren 60 komt de grote invasie van de Duitse toeristen !
Vanaf de jaren 80 gaat het razendsnel, de grote hotels komen, de tenten op de campings worden caravans, strandkraampjes worden strandpaviljoenen, parkeren kan niet meer vrij op een of ander perceel maar wordt betalend, er worden goed uitgeruste parkings aangelegd en de wegeninfrastructuur wordt onder handen genomen ! Kortom de familiebadplaats wordt een mondaine zeebadplaats met een jachthaven die in 2017 wordt gerealiseerd !
De tijd van het lekkere bakje geurige koffie met enkel een Zeeuwse bolus of een knapperige wafel van de wafelbakkerij in de duinen is definitief voorbij en  vervangen door gerenommeerde restaurants en dito tearooms, de vroegere houten kiosken in elke badplaats van in onze tijd, goed voor een belegd broodje of een bakje friet met Gouda's Glorie frietsaus en een flesje ranja met een rietje zijn veranderd in chique etablissementen en luxe appartementsgebouwen !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten