Sint-Laureins : Jong geleerd is oud gedaan : Het kinderkoor.

Of er voor 1771 een orgel in de kerk van Sint-Laureins was is tot op heden nog onduidelijk, hoewel sommigen beweren van wel ! Zeker is dat in 1771 tijdens het herderschap van pastoor Glorie (1761-1803) een orgel werd gekocht met een gift van pastoor De Ryck aan zijn opvolger pastoor De Clercq welke deze op zijn beurt overhandigde aan de volgende, pastoor Glorie. Men spreekt in elk geval tot die tijd enkel van een koster en van dan af van een koster-organist of organist.
Tot heden zijn ook een hele schare kosters of organisten de revue gepasseerd. Een eerste die gekend is volgens pastoor De Swaef zijn notities, is Martin Oste, gehuwd met de zuster van pastoor Lombaerts. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Mattheus die op 83-jarige leeftijd overleed na een kosters loopbaan van 32 jaar. Hierna krijgen we Anthone Reynheere die zijn ambt 55 jaar uitoefende. Jan Van Hecke, diens kleinzoon, werd reeds op 17-jarige leeftijd koster en bleef dit 53 jaar. Na zijn dood bleef het ambt gedurende 4 maanden vacant en werd voorlopig bediend door Jan-Baptist Van Speybrouck. Hierna werd Cornelius-Amandus Bertholf koster. Na de dood van Bertholf was het ambt terug 4 maanden vacant, waarna Ignatius Laros, wellicht de eerste die een kostersdiploma bezat, benoemd werd in 1780. Tijdens de vacature deed J.C. Van Damme, organist, dienst als koster. De benoeming van koster werd toendertijd nog gedaan te Maldegem door de "Heer van Maldegem" o.a. Prince de Croy, daar Sint-Laureins tot het Ambacht Maldegem onder het Brugse Vrije behoorde. Laros stierf nog hetzelfde jaar en werd opgevolgd door Filip-Jacob Borgonjon, wiens zoon kerkbaljuw was, evenals zijn kleinzoon Jan, bijgenaamd "Jantje Kosters" (zie mijn bericht over de liturgische medewerkers in de kerk, de baljuw, december 2013). In 1821 werd Jan-Baptist Van Damme, de vroegere organist, koster, en Jan-Cornelis Van Damme, oom van de beruchte Antonia (godshuis), werd organist. Jan-Cornelis werd opgevolgd door zijn zoon Constantin kort voor het sluiten der kerken door het Frans schrikbewind. Daarna kwam zijn broer Jan-Baptist op 16-jarige leeftijd, later opgevolgd door diens zoon, ook Jan-Baptist genaamd. In 1891 volgde Petrus De Keyzer, geboren te Bassevelde 's Gravejansdijk, J-B Van Damme op. Deze koster-orgelist tevens componist werd opgevolgd in 1928 door Baziel De Henau die het ambt 44 jaar bekleedde, waarna het de beurt was aan de laatste koster Georges Daelemans.

In 1827 vestigde zich Desiderius Geersens als nieuwe geneesheer te Sint-Laureins. Hij was afkomstig van Oostende en was afgestudeerd aan de universiteit van Gent. Bij de gemeenteverkiezing in 1834 stelt hij zich kandidaat en wordt een eerste maal burgemeester, later zal hij dat nogmaals herhalen. Naast zijn politieke ambitie houdt hij zich bezig met geschiedkundige opzoekingen over Sint-Laureins die hij naarstig noteert, helaas zijn die verloren geraakt ! Doch muziekminnend als hij was, is hij er in geslaagd tijdens zijn verblijf, in 1829, een klein zangkoortje bij elkaar te krijgen, bestaande uit 5 personen, waarvan hij bestuurder was, met als doel door verzorgde zang de kerkelijke diensten op Zon- en Feestdagen op te luisteren. Daaruit ontstond geleidelijk een vriendengroep die samen musiceerde en tevens het prille begin was van een muziekmaatschappij.
Dit volwassenenkoor kende in de loop der tijden zijn hoogtes en laagtes, maar toen EH Temmerman te Sint-Laureins onderpastoor was van 1933 tot 1940 breidde hij dit uit met een kinderkoor dat samen met de volwassenen op het doksaal stond.
Ook EH Van Wijmeersch die onderpastoor was van 1935 tot 1942, stichtte tijdens zijn verblijf alhier een kinderkoor. De zangertjes van dit koor waren gekleed in mooie gewaden en zaten in de linker zitting in het koorgestoelte.
Elk jaar, met Kerstmis werden de leden van beide kinderkoren, evenals de misdienaars, in de woning der onderpastoors vergast op boterkoeken met chocolademelk en dit gebeurde bij latere onderpastoors, afhankelijk van de persoon, traditioneel ook nog !
Waren twee kinderkoren voor Sente teveel van het goede, was de repetitiedruk te zwaar of gaf  het meningsverschil tussen pastoor Verhulst en zijn onderpastoor de doorslag, De gewaden van het kinderkoor waren namelijk eigendom van onderpastoor Van Wijmeersch persoonlijk maar pastoor Verhulst wou dat hij er afstand van deed ten voordele van de kerk en dat viel niet in goede aarde ! Het kinderkoor van onderpastoor Van Wijmeersch stierf een stille dood, dit van onderpastoor Temmerman hield het uit tot na de Tweede Wereldoorlog.
Na het vertrek van onderpastoor Temmerman in 1940 nam Berten De Keyzer, de zoon van koster Petrus De Keyzer, de dirigeerstok over, toen ook nog het jeugdkoor bestond. Berten wist zowel de jongeren als de volwassenen voor de muziek te begeesteren en was voor geen grapje verlegen, zodat de jongeren er veel deugd aan beleefden.
In 1951 wordt pastoor Moens te Sint-Laureins plechtig geïnstalleerd en is op dat ogenblik Gratien Van Hulle hier onderpastoor. Onderstaande afbeelding toont het jeugdkoor dat door hem werd samengebracht.
Met dank aan Robert Valcke voor de foto.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten