Sint-Margriete tijdens den Grooten Oorlog 14-18

Sint-Margriete : Het Nationaal Hulp- en Voedingscomité.

Door de Britse handelsblokkade werden aan het begin van WOI amper levensmiddelen ingevoerd en de beschikbare voedselvoorraden slonken zienderogen !  Op 26.10.1914 was er volgens de Amerikaanse gezant nog slechts voor vier dagen meel in bezet België. Als antwoord op de voedselschaarste kwam het Nationaal Hulp- en Voedselcomité tot stand om in de voedselbevoorrading van België te voorzien. Het werd opgericht op 29.10.1914 met vertegenwoordigers van elke provincie. De werking was dubbel, enerzijds hulp, hulpverlening aan vluchtelingen, daklozen, werklozen een oorlogswezen, anderzijds de voedselbevoorrading en –verdeling. Men had 125.000 medewerkers verspreid over vele regionale afdelingen in dienst. Bij de oprichting speelden de topman van de Société Générale Emile Francqui en grootindustrieel Ernest Solvay een belangrijke rol !
De organisatie voorzag de Belgische bevolking van voedsel dat werd aangekocht via een grootschalig Amerikaans hulpprogramma. Talloze liefdadigheidscomités werden in de VS opgericht om de nodige fondsen te verzamelen.
In België had men op het lokale niveau per gemeente meestal één comité onder verantwoordelijkheid van een notabele, dokter, pastoor of onderwijzer en de producten werden verkocht in een plaatselijke winkel of bij een plaatselijke handelaar, al dan niet gerantsoeneerd. Daarnaast had men ook de gratis bedelingen van kleding, voeding,…
Zo ook te Sint-Margriete waar de voorzitter de toenmalige hoofdonderwijzer Joseph Van Cauwenberghe was, bijgestaan door vrijwilligers. De producten uit het gemeentelijk depot werden o.a. verkocht in de kruidenierswinkel van Rik Maeyens die later uitgebaat werd door zijn dochter Maria Maeyens op het dorp. Na de oorlog kregen zij hiervoor uit erkentelijkheid een diploma met gedenkpenning.
H. Maeyens, handelaar bekwam de gedenkpenning met herinneringsdiploma, waarvan hieronder de afbeelding, verleend uit erkentelijkheid voor de belangloze hulp bij de verdeling der hulpgoederen en de kosteloze ter beschikking stelling van de nodige verkoopsruimte.


Maria Maeyens bekwam de medaille met onderstaand herinneringsdiploma voor haar vrijwillige inzet bij de organisatie van het comiteit.





Koninkrijk België.                                                                                                                               Door het Ministerie van Nijverheid, Arbeid en Bevoorrading.
Gedenkpenning van het Nationaal Comiteit.                                                                                         Bij koninklijk besluit van den 24sten December 1919, wordt de penning van 4e klas verleend aan Mademoiselle M. Maeyens .
Het Nationaal Comiteit voor Hulp en Voeding.
De Regeringsafgevaardigde : Albert Henry
De Voorzitter van het Uitvoerend Comiteit Emile Francqui
De Voorzitter Ernest Solvay                                                De Minister Joseph Wauters.

Sint-Margriete : Interneringskampen voor militaire vluchtelingen in buurland Nederland.

De prinsenmoord te Sarajevo 28 juni 1914 op de kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk en zijn vrouw was de aanleiding tot heel wat miserie ! En toen op 04.08.1914 de Duitse troepen onaangemeld België, dat eigenlijk liever neutraal wou blijven, binnentrokken, om zo vlugger in Engeland te zijn, begon den Grooten Oorlog die later de Eerste Wereldoorlog bleek te zijn. Het Belgische leger was helemaal niet voorbereid noch uitgerust om oorlog te voeren. In de beginmaanden liep het veldleger zelfs gekleed in een mengelmoes van kledingstukken in alle soorten en kleuren, en meestal tot op de draad versleten. In navolging van de andere oorlogvoerende landen werd pas vanaf  Mei 1915 geleidelijk een uniform ingevoerd, tegen eind 1916 was dit pas veralgemeend. Het Belgisch leger was hoegenaamd geen partij voor de goed uitgeruste Duitse krijgsmacht, die ons landje in een mum van tijd, in hun uitbreidingsdrang, onder de voet liepen, ondanks het fel en heldhaftig verzet van onze jongens ! Na de val van de forten van Luik, zag het er twee maanden naar uit, alsof Antwerpen stand zou kunnen houden tegen de Duitse invallen, tot uiteindelijk in de namiddag van 06.10.1914 Koning Albert besloot om het leger via het Waasland terug te trekken. Naar schatting één miljoen Belgen sloegen meteen op de vlucht voor het oorlogsgeweld en zochten een veilig onderkomen in buurland Nederland, dat zich neutraal opstelde. Na de val van de onneembaar geachte vesting Antwerpen werden 30.000 Belgische soldaten krijgsgevangen genomen en bleven er in de chaos voor de anderen slechts 3 mogelijkheden : zij die konden ontsnappen trokken, als ze geluk hadden, naar Engeland, zo niet restten de loopgraven achter de IJzer, ofwel bleef de 3e optie de vlucht naar het neutrale Nederland ! 32.000 soldaten kozen voor deze mogelijkheid ! Deze militaire vluchtelingen werden, volgens internationale afspraken, ondergebracht in interneringskampen. Ook Harderwijk kreeg zo een reusachtig kamp ten Zuidoosten van de stad, waar 13.000 Belgische soldaten terecht kwamen en dat uitgroeide tot een heus Belgisch dorp met een bibliotheek, een schouwburg, scholen, sportvelden, een drukkerij, maar ook met typisch Belgische problemen o.a. tussen Vlamingen en franssprekenden. De leefomstandigheden in de onderscheiden barakken lieten, gezien de omstandigheden, veel te wensen over.



Bovenstaande foto toont barak 34 te Harderwijk waar Eugeen Van Vooren, inwoner van Sint-Margriete, terecht kwam, als vluchteling na de val van Antwerpen. Niet alleen in Harderwijk maar ook op andere plaatsen in Nederland, zoals Amersfoort, Zeist en Bergen aan zee, waren interneringskampen voor Belgische militairen, die moesten ontwapend worden wegens de neutraliteit van Nederland, maar er waren ook kampen voor burgervluchtelingen en ook bij familie en andere Nederlandse gezinnen waren Belgische burgers gevlucht. Na het plaatsen van de elektrische afsluiting "den draad" in 1915 werd de overgang aan de Belgisch-Nederlandse grens moeilijker. Onderstaande postkaart met foto werd verstuurd op 06.03.1917 vanuit Amersfoort door soldaat Louis De Jaeger aan zijn goede vriend Eugeen Van Vooren, beiden van Sint-Margriete. Er werd gebruik gemaakt van de portvrijdom voor militairen : S.M. (Service Militaire) Zo ook de stempel : Portvrij - Franc de port - Militaires étrangers internés dans les Pays-Bas.




Als bestemmeling is vermeld Den Heer Eugeen Van Vooren -Interneerengs Kamp - Harderwijk - Barak 34.
Als afzender zien we soldaat De Jaeger - bij W.E. Kreikamp - Dorresteinschesteeg, 15 - Amersfoort.
Op de foto op voorzijde Louis De Jaeger.



Met dank aan Edgard De Jaeger - Braet voor de foto.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten