Sint-Laureins : Uit het rijke roomse leven ! Processies, stoeten en begankenissen.

Elke eerste zondag van de maand was er sinds mensenheugenis, na de hoogmis de processie rondgaand binnenin de kerk, waarbij de leden van de broederschap van O.L.Vrouw van de Rozenkrans opgericht op 15.08.1654 door pastoor Blomme, met hun flambeeuwen het Allerheiligste vergezelden en waarbij een beeld van O.L.Vrouw gehuld in een 17e eeuwse mantel werd rondgedragen. Dit eeuwenoude gebruik werd in 1967 bij het einde van het apostolaat van pastoor Moens afgeschaft. Volgens pastoor De Swaef  zou de kooromgang van onze kerk, aangebouwd rond 1555, speciaal zo geconstrueerd zijn om bij ongunstig weer ook de andere processies die buiten de kerk doorgingen toch te kunnen houden.

Halverwege de 16e eeuw was het kerkelijk feest van Sinksen het belangrijkste in het volksleven. Op de derde dag trok de grote processie of ommegang rond de parochie. Hierbij werd de relikwiekast van de H.Laurentius, patroonheilige van de kerk, meegedragen. Na het processiekruis stapten de pastoor, priesters, kerkmeesters, dismeesters, de gildebroeders en een groot aantal aanwezigen mee op, en op bepaalde plaatsen werd halt gehouden waar de pastoor dan een sermoen hield.

Tot op het eind van de 20e eeuw hebben wij de twee jaarlijkse processies in Sint-Laureins nog meegemaakt, de sacramentsprocessie op de zondag, ter gelegenheid van Sacramentsdag de tweede donderdag na Pinksteren, en de tweede op 15 augustus het feest van Maria Tenhemelopneming.
De processie ging uit onmiddellijk na de hoogmis. In de straten langs de ommegang was het een drukte van belang, de huizen waren bevlagd en versierd. De 4 kapellen op de omloop die gebruikt werden als rustaltaar en waar de processie halt hield voor een korte plechtigheid met zegening, waren opgesmukt en versierd met bloemen en brandende kaarsen. Voor sommige kapellen was een bloementapijt aangelegd en voor de meeste ramen van woningen op de omloop stond een H.Hartbeeld of een beeld van O.L.Vrouw of  bij gebrek daaraan van één of andere heilige tussen brandende kaarsen. In de straten langsheen de omgang strooiden de bewoners bloemen of bloemsnippers als verering van het Allerheiligste. De pastoor droeg op het einde van de stoet de monstrans met de geconsacreerde hostie, lopende onder een baldakijn "de hemel" genoemd, gedragen door 4 mannen en geflankeerd door 4 grote lantarens. Daar juist voor stapten na de vele gekostumeerde groepen twee rijen bloemenmeisjes met korfjes bloemblaadjes die ze nu en dan met een gracieus gebaar in de richting van het sacrament uitstrooiden op straat. De kijklustigen knielden bij het voorbijtrekken van de processie op buitengeplaatste bidstoelen of gewoon op de grond en sloegen een kruis voor het Allerheiligste.

Doorheen de tijden zorgden allerlei heiligen en monniken met wisselend succes voor de kerstening van onze streken. Sindsdien stapt Vlaanderen achter het processiekruis, door velden en akkers, in weer en wind al zingend, biddend, prevelend en kaarsen brandend, en dat alles met de heilsvruchten van christelijke vroomheid in het vooruitzicht ! Zo hadden wij elk jaar de kruisdagen, de maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaartsdag. Een bidprocessie trok 's morgens na de mis door de velden waarbij de priester een kruis meedroeg, vandaar waarschijnlijk de naam, en waarbij men door gebed en het zingen van de Litanie van alle Heiligen Gods zegen vraagt voor de vruchten der aarde. Elk van de drie dagen deed men een andere toer, de eerste dag langs het dorp richting vaart en via Vlamingstraat terug, de tweede langs de Smissestraat en via Rommelsweg terug en de derde dag langs de Leemweg en via Nieuwbedelf terug. Na de gebeden begon men met het zingen van de litanie met een vraag-antwoord structuur, dit wil zeggen de voorzanger bidt een regel en de gelovigen antwoorden met een eenvoudige repeterende regel. Ik heb dit als misdienaar meerdere keren meegemaakt, en ik geef toe ik vond dit uiteindelijk wel een mooi deuntje; Helemaal in het begin antwoordde men "ora pro nobis" afgewisseld met "orate pro nobis" en als ik hoorde antwoorden met "te rogamus audi nos" wist ik dat men ver aan het einde van zijn latijn was en het eindpunt nabij ! En trouwens wat die "van alle heiligen" inhield, het was gelukkig slechts een selectie van de belangrijkste heiligen, want in feite loopt het aantal heiligen op tot in de duizenden, en sorry voor de miskenden, maar anders waren we nooit thuis geraakt !
Het gebruik stamt uit de vijfde eeuw en verspreidde zich tegen het einde van de Middeleeuwen over heel Europa, maar na het tweede Vaticaans Concilie zijn de kruisdagen, evenals de Quatertemperdagen, in onbruik geraakt ! Landbouwers stellen hun vertrouwen niet langer meer alleen in God maar geloven meer in businessplannen, genetisch gemanipuleerd zaaigoed en kunstmeststoffen !

Op vele plaatsen in Vlaanderen waren er allerlei stoeten en processies al of niet met religieuze inslag. De belangrijkste voor Sint-Laureins was wel de Heilig Bloedprocessie te Brugge. Vele kijklustigen  trokken er naartoe te voet, later met de fiets, alleen of in groep en men maakte er een volledige daguitstap van. De processie ging van bij de aanvang jaarlijks uit, behoudens enkele uitzonderingen op 3 Mei, tot en met 1969 werd de datum vastgesteld op de eerste maandag na de 2e Mei. Sinds 1970 gaat de processie uit op Hemelvaartsdag. Ook occasionele processies konden rekenen op toeschouwers van bij ons, zoals bij het 500-jarig bestaan van Ten Doorn te Eeklo, de Maria-stoet van O.L.Vrouw ten Doorn  ter gelegenheid van het groot jubileum in 1948.

De begankenis ter ere van de H. Blasius te Sint-Laureins, op de zondag van zijn feestdag 3 februari bestond sedert onheuglijke tijden, en was vermaard in heel het Meetjesland. Er werden in de naburige parochies aflaatbrieven aangeplakt en men wijdde op St. Blasius-dag ook het water waarmee dan de bedevaarders werden gezegend. Men kwam met ganse drommen "dienen" naar Sint-Laureins, ook uit Zeeland, en "te zegen" of zoals men zei "om nen dop" ! Tijdens de noveen van de H. Blasius was er dagelijks een gezongen mis. De feestdag zelf werd ingezet met een vroegmis, gevolgd door een plechtige hoogmis met sermoen en zegening met het H. Sacrament. In de namiddag Vespers en Lof dat ook werd afgesloten met een zegening. Doorlopend kon men gans de dag de reliekhouder met relikwie kussen in de kerk waar de priester met de collecteschaal klaar stond ! De hele dag was het aanschuiven geblazen en tijdens de feestdagen konden de pelgrims uiteraard ook verschillende aflaten verdienen.
Diezelfde dag was het in Sint-Laureins ook de "kleine kermis" of winterkermis en vaak moest de geestelijkheid ingrijpen omdat de bedevaart ontaardde in bras- en vechtpartijen door de enorme massa volk ! In 1904 kon men lezen in de plaatselijke pers dat het bij het mooie weer de ganse namiddag een voortdurende begankenis was van en naar de kerk en dat de herbergiers menig pintje konden schenken. Ze waren vooral tevreden dat er dit jaar geen danstent stond zodat het jong volk beter over alle gelegenheden verdeeld was en ze hoopten dat danstenten in de toekomst zouden verboden worden ! In 1715 maakt men reclame met volgende tekst : "Grote bedevaart ter ere van de H. Blasius patroon van de parochiale Kercke van Sinte Laureyns in de Wildernisse gelegen boven Maldegem. Te verdienen een aflaet van veertig dagen en zeven quadragenen op de solemnelen feestdag van de patroonheilige, gejont door verscheidene Pausen en vernieuwt door Benedictus den XIV Paus van Romen. Deze Heilige wordt gedient tegen diverse kwaelen en ziekten, als in brand, koortsen, puisten en alle andere soorten besmettelijke ziekten."

Reeds vanaf de 13e eeuw toen de parochie van Sint-Margriete, het dorp der dijkdelvers in het land van Gavernesse, uit de moerassen oprees, viert men op 20 juli zijn patroonheilige de H. Margaretha. Toen in de nacht van 15 op 16 juni 1727 in de oude dorpskerk waar nu het houten kruis staat op het kerkhof, een heiligschennende diefstal plaats greep, kregen in 1729 de kerkmeesters van de bisschop van Brugge de toelating om tot eerherstel een kapel te bouwen op de plaats waar de dieven de Heilige Hostiën uit de gestolen gewijde vaten in de gracht wierpen. Op die plaats werd een waterput gebouwd en daarboven de kapel. Meteen ontstond er een grote toeloop van volk om te bidden tot de H. Margaretha ter genezing van de kinkhoest. Menig gelovige uit het Meetjesland en ver daarbuiten kwam dienen bij de H. Margaretha en water drinken uit de put op het kerkhof, waarboven de kapel gebouwd werd. Traditioneel volgt Sint-Margriete-kermis op de zondag na Margaretha ! Dan is er feest in 't Polderdorp !


2 opmerkingen: