Sint-Laureins : De Herderlijke brieven van de Bisschoppen van Belgïe.

De preekstoel, evenals de biechtstoelen nog zo een overtollig geworden kerkmeubel. Ouderen onder ons hebben daar heel wat herinneringen aan, elke zondag werden van daarboven tijdens alle missen, alle zakelijke mededelingen gedaan, de gelovigen onderricht en op hun plichten gewezen, soms ook wel eens door een te ijverige priester die zich helemaal liet meeslepen in het vuur van zijn betoog ! Tijdens de zendingen hielden de gastpaters daar hun donderpreken, bij speciale gelegenheden werd de kansel gebruikt door priesters op doorreis zoals een missiepater ter gelegenheid van Missiezondag om de mensen warm te maken voor een omhaling of op Roepingenzondag door een oud-dorpsgenoot die kwam getuigen over zijn keuze.
En op geregelde tijdstippen werd van daarboven in de zondagsmis ook een herderlijke brief voorgelezen in opdracht van de Belgische Bisschoppen ! Die brieven gingen dan over zaken die door de Hoogweerdige Eminenties van belang werden geacht om onder de aandacht te brengen van hun geestelijken en gelovigen. En die konden soms zo lang uitvallen dat die in twee delen werden voorgelezen in alle kerken van hun diocees, op twee opeenvolgende zondagen !
Dat die nogal belerend waren is niet verwonderlijk, maar soms gingen de zielenherders wel heel ver in hun bezorgdheid voor de bescherming van het zedelijk leven van hun schapen ! De gevaren voor het zielenheil van hun kudde loerden werkelijk om elke hoek !

Hier volgen enkele uittreksels uit de Herderlijke brief die de aartsbisschop en de bisschoppen van België op zondag 27 juli 1913 deden aflezen en die naast enkele andere gevaren voornamelijk wees op het grote risico voor een gelovige bij het bezoek aan de, dat jaar gehouden, Wereldtentoonstelling te Gent.


Vooraf in die brief een wijze raadgeving : "De aanstaande verlofdagen doen opnieuw denken op het groot werk van de christelijke opvoeding der jeugd. Vaders en moeders zorgt dat de genotzucht, die op onze dagen zo hevig heerst, die kinders, die gij tot God moet opleiden, niet stortte in het verderf. Om de lichaamskrachten te herstellen is er niets beter dan het heldere reine leven in den buiten, niets dat de inbeelding voedt en de ziel rustig stemt als het leven in de vrije natuur."

Dan een eerste aanbeveling :"Wij zouden niet zonder voorbehoud de behoefte aan reizen aanmoedigen, die men nu aantreft en ziet aangroeien in alle standen der maatschappij. Reizen is leerzaam, indien gij het wijs en nuttig oordeelt aan uwe kinderen de ontspanning te vergunnen van een reis of de rust van een verblijf  bij de zee of in de bergen, wees des te meer bezorgd om hunne onschuld tegen alle gevaar te beschermen. Het reizen levert gedurig gevaar op voor de jeugd en het gevaar is nog vermeerderd door de "attracties", de feesten, de losbandigheid in de kledij !"

Er wordt nog een schepje bovenop gedaan, het klassieke stokpaardje :"Wat nu het meest aanlokt en noodlottig inwerkt op de ziel van uwe kinderen, het is de cinema ! Wat al zedelijk verderf hebben de cinemavertoningen niet veroorzaakt in de steden en zelfs in den buiten. Gij zult derhalve niet verwonderd zijn dat wij u den plicht herinneren uwe kinderen af te houden van de losbandige vertoningen en de driftige verwekkingen die de cinema gewoonlijk aanbiedt aan de nieuwsgierige menigte !"

En dan komt de climax, met als klap op de vuurpijl, de te volgen weg en de te mijden verderfelijkheden op de Wereldtentoonstelling te Gent in 1913 : "Velen onder u zullen dit jaar hunne kinderen leiden naar de Tentoonstelling van Gent. Deze tentoonstelling is een schone en grootse onderneming, en wij verheugen ons erover dat ze onze landsnijverheid tot grotere bloei zal leiden. Des te meer is het te betreuren dat er daar verschillige uitstallingen te vinden zijn, die de zedelijkheid kwetsen ! Ook heeft Monseigneur de Bisschop van Gent aan zijn priesters reeds het gevaar aangewezen voor de bezoekers die zonder bescheidenheid in de tentoonstelling zouden rondgaan. Wij vervoegen ons bij onzen eerbiedwaardigen collega, om aan onze diocesanen de wet der zedelijkheid indachtig te maken.
De priesters, de bestuurders en bestuursters van onderwijsgestichten, de christene ouders, zullen namelijk niet bezoeken en ook niet laten zien aan hun leerlingen en hun kinders, het paleis van schone kunsten, het zaaltje "des humoristes français", verschillende zalen van boekhandel en gravuur, de Belgische zaal van monumentale versiering, talrijke uitstallingen van de Belgische en Franse naaikunst, de kijkkasten langs de weg gesteld en verschillende "attracties" die onbetamelijk zijn ! De Katholieke Kring van Gent zal bereidwillig alle inlichtingen geven nopens de weg, dien de bezoekers, die willen voorzichtig zijn, zullen volgen in de Tentoonstelling !"



Geen opmerkingen:

Een reactie posten