Sint-Margriete : De Koninklijke Fanfaremaatschappij "St.Cecilia" van Sint-Margriete.

De muziekmaatschappij gesticht in 1840 werd van in den beginne gesteund door de gekende familie Bonte wonende op Nederlands grondgebied in St-Kruis op 't Eiland. Nederlanders en Belgen vormden een hechte band van verbroedering en wederzijdse steun, spijts de annexatie, het Nederlands-Belgisch Verdrag, grensknoeierijen en andere moeilijkheden in die tijd !

Op zondag 01.06.1890 had dan te Sint-Margriete het Festival-Jubelfeest plaats ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der fanfaremaatschappij St.Cecilia. Zijne Majesteit de koning deed aan de maatschappij een bijzondere gift. Aan het festival namen 4 Hollandse en 4 Belgische maatschappijen deel : Aardenburg, St.Kruis, Sluis, IJzendijke, Middelburg, St.Laureins, Eeklo en St.Margriete. Ze werden om 3 uur ontvangen aan de Tol, bij Lampo. Het dorp was feestelijk bevlagd met de Hollandse en Belgische kleuren. Er was veel volk van aan beide kanten der grens en de opvoering der stukken verliep uitstekend. Een bijzondere vermelding verdienen Amicitia van Eeklo en de fanfare van Middelburg. Het feest werd opgevrolijkt door de kluchtige uitbeelding van een circus onder leiding van mijnheer Finus van Eeklo geholpen door zijn clown. 's Avonds werd er nochtans onder die van Eeklo, die allen hoge hoeden droegen, duchtig geslagen en weinigen zullen heelhuids uit de strijd gekomen zijn, althans de hoeden ! De avond werd afgesloten met een algemene verlichting en een prachtig vuurwerk, waarbij de bouquet of het sluitstuk vertoonde : LEOPOLD II - WILLEM III  Jubelfeest 1840-1890.

Zondagavond 27.12.1897 had de heer Eduard Bonte als voorzitter der muziekmaatschappij van Sint-Margriete, de vergadering bijgewoond in de herberg van Freyne en daarna hadden de leden hem uitgeleide gedaan tot op Hollands grondgebied om nog iets te drinken in de herberg van Lampo, alwaar hun wegen zich scheidden. Onderweg naar huis werd de heer Bonte aangevallen door een manspersoon die hem op het hoofd sloeg en neer wierp. hij kreeg nog meerdere schoppen op het hoofd zodat de heer Bonte in onmacht viel. De aanvaller beroofde hem enkel van een 15-tal frank, waaronder een goudstuk van 10 frank, zijn uurwerk liet hij onaangeroerd, brilkas en snuifdoos liet hij naast het slachtoffer liggen en verdween. Twee zonen van de heer Bonte vonden hun vader in die toestand en brachten hem thuis. Uiteindelijk, na grondig onderzoek, werd een verdachte aangehouden, een 21-jarige zoon van een deftige landbouwer. Hij had nog dezelfde nacht de 15 frank verbrast en grote sier gemaakt, in de herberg van de ouders van Louisa De Cuyper had hij 73 pinten bier doen uitschenken, en betaald met het gouden 10 frank stuk van de heer Bonte. Hij werd door de gendarmerie van Sint-Laureins aangehouden en in 't gevang opgesloten. Enige weken eerder was ingebroken geweest rond 6 uur 's avonds in 't Couvent van Louis Braet, gebuur van de jeugdige aanrander, die hier eveneens van verdacht werd. Hij kwam voor de rechtbank van Gent.

In maart 1905 vierden drie leden hun gouden jubelfeest om 50 jaar lang te hebben medegewerkt aan de vooruitgang der sociëteit, zijnde de heer Jan Van De Wattijne, bestuurder, en de heren P. De Caluwé en P. Mahieu. Te dier gelegenheid werd hen uit eerbied en erkentelijkheid der maatschappij op 25 maart 1905 om vier uur 's namiddags in de muziekzaal elk hun "gelichttekend" portret aangeboden, kundig vervaardigd door de heer Henri Smitz-Verheughen en Zoon te Eeklo, en geschonken door de ere- en werkende leden der voornoemde maatschappij.
Het 1e portret werd overhandigd aan de heer Jan Van De Wattijne, bestuurder, door de heer Th. Bonte, voorzitter.
Het 2e aan de heer Petrus De Caluwé door de heer Clement Stockman, brouwer te Lembeke en Erevoorzitter der maatschappij.
Het 3e aan de heer Petrus Mahieu door de heer burgemeester E. Braet, ondervoorzitter.
Daarna werd een schrijven afgelezen door de heer Joseph Van Cauwenberghe, hulponderwijzer te Sint-Laureins, in naam van de heer Jan Calsijn te Duinkerke, aan zijn trouwe vrienden de heren Jubilarissen met wien hij eertijds deel uitmaakte van de maatschappij.
Hierna dankten de drie jubilarissen, de ere- en werkende leden voor het mooie geschenk en ook de leden der feestcommissie , de werkende leden Th. de Milliano, P. Martens, A. De Baets en Casimir Veesaert die zoveel moeite gedaan hadden.
Na de plechtigheid van 4 uur in de feestzaal werden de jubilarissen en ereleden onder het spelen van een schone Pasredoublé ten huize van de heer Van De Wattijne ontvangen en alles werd besloten met een wandeling van het muziek door het Dorp bij al de leden herbergiers !
Tot laat in de avond was er veel volk, groot verteer, en alles verliep in de grootste orde !

Op zondag 29 mei 1910 plande men een groot Internationaal Festival voor Harmonie- en Fanfaremaatschappijen ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan der muziekmaatschappij "St.Cecilia" met medewerking van het Gemeentebestuur.

Na door de bezetter tijdens de dramatische oorlogsjaren verboden te zijn geweest, vergaderde de muziekmaatschappij St-Cecilia hierna voor de eerste maal opnieuw op maandag 08.09.1919. De heer Bestuurder P. Martens hield de toespraak :
"Eens hebben wij onze gezellige zaal in een tehuis voor vluchtelingen herschapen gezien, enige weken nadien diende zij tot hol onzer vijanden de Duitse overweldigers en later voor volkskeuken. Nu zijn wij eindelijk vrij om onze levenslust door muziekoefening te herwinnen.
Helaas ! In naam der muziekmaatschappij breng ik vooreerst hulde aan de heer Eduard Verhetsel, gevallen bij het vervullen zijns vaderlandse plicht en aan de heer Ernest Maes gestorven als martelaar na in ballingschap te zijn weggesleurd door het Duitse barbarisme.
Ik verzeker dat na korte tijd, de goede faam die onze maatschappij verworven had, terug bewaarheid zal worden en wij allen terug fier achter ons vaandel kunnen opstappen, door eendracht bijeen gebracht - Eendracht maakt macht - met het overtuigend jaartal 1840"
Zondag was het eerste uitstapje in het Dorp.

Op zondag 21.06.1920 werd een serenade gebracht aan de nieuwe president de heer Arthur Bonte-Blondeel. Allen werden binnen gevraagd op de koffie en daarna getrakteerd met een lekker glaasje en goede sigaren. Er werd een gedicht afgelezen dat bewaard is gebleven.
In mei 1924 was St-Cecilia aanwezig bij de inwijdingsplechtigheid van het nieuw vaandel der fanfaremaatschappij "De Verenigde Vrienden" te Adegem, één voorbeeld van de vele optredens op uitnodiging van zustermaatschappijen uit het omliggende.

Op het jaarlijks Ceciliafeest van maandag 22.11.1926 vierde de nu 90-jarige Pier Mahieu , reeds hoger genoemd, het feest voor de 71e maal mede. De kranige ouderling werd door velen hartelijk geluk gewenst met de hoop dat Pieter, die immer de eerste is om het liedje van St.Antonius te zingen, nog dikwijls zou aanwezig zijn. Waar Pier is, is er leute en steevast laat hij allen enige van zijn geliefkoosde liederen horen. En als het past kunnen allen uit volle borst het refrein meezingen : "Poten en oren !" De verslaggever in 't Getrouwe uit die tijd vervolgt : " 't Is te hopen dat Pieter ook een decoratie zal ontvangen, 't zijn er overlest toch 2 Ha. gezaaid, en dat hij binnen 14 jaar het 100-jarig bestaan mee zal kunnen vieren met klank, zang en Belga's"

En ook op het jaarlijks St.Ceciliafeest van maandag 25.11.1929 was de oude muzikant Pier Mahieu, een oud kleermaker, weer van de partij, voor de 74e keer, niettegenstaande hij den ouderdom van 93 jaar had bereikt, zodat gans de maatschappij nu hoopt om ook zijn 100e verjaardag te mogen vieren, zoals men een paar jaar terug zijn gouden bruiloft heeft gevierd !
Dit jaar 1929 was het Ceciliafeest een speciale gelegenheid want op 23 oktober was de fanfaremaatschappij door de koning verheven tot Koninklijke Fanfaremaatschappij St.Cecilia bij haar 90-jarig bestaan. Voor die gelegenheid begon het feest met een mis om 9 uur gevolgd door een banket om 13 uur in de herberg bij Henri De Cuyper op het Dorp. Edelachtbare Heer Graaf Juan 't Kint de Roodenbeke, burgemeester te Bachte-Maria-Leerne, was aanwezig als Erelid der maatschappij, benevens 71 ere- en werkende leden. Na de maaltijd werd door de heer Voorzitter A. Bonte een korte en passende toespraak gehouden. Daarna nam Graaf 't Kint de Roodenbeke het woord en wenste allen veel geluk met de koninklijken titel en dit voor zo een kleine gemeente. Ook drukte hij zijn grote tevredenheid uit voor het goede onthaal en de lekkere spijzen die hij had genoten en hoopte nog te mogen komen, wat met het allergrootste genoegen eensgezind aangenomen werd !

Tenslotte de Fanfare van Sint-Margriete in 1945 op het hof van Petrus De Keyzer.


Met op de onderste rij zittend van links naar rechts :
Gabriël Maenhout, Robert De Reu, Julien Hayman, Pol Van Leeuwe, Remie Wijffels, Petrus De Keyzer, Eugeen Van Vooren, Petrus Martens, Kamiel Van De Walle, Domien Van Risseghem en Karel Elegeert met de grote trom.
Staande achteraan van links naar rechts :
Remie De Cuyper, Petrus De Pauw, Willem De Grijze, Camiel Van Hee, Arthur Dhont, Bertrand Verhetsel, Raymond Mariman, vader De Vos, Louis Mollet, Albert Paepe, Rene Spillebeen met vlag, Omer Geyssens, Jozef Veesaert, Georges De Vos, Gerard Vermeire, Edward Goossens, Julien Goethals, Hubert Hoste, Edgard De Jaeger, Willy Welvaert, René Pollé en Jan Geyssens.

Met dank aan Edgard De Jaeger-Braet voor de namen der leden op de foto.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten