zaterdag 29 maart 2014

Sint-Laureins : Gemeenteverkiezingen van 19.10.1890 een geval apart !

Stemmen op een dode kandidaat !                                                                                                             

In de week voor de verkiezing doet zich een treurige gebeurtenis voor. Onder de kandidaten die zich tegen de uittredende leden van de gemeenteraad aangegeven hadden, bevond zich de heer Jan De Groote, een goêlever uit het dorp. Op donderdagavond was hij op kiesronde gegaan op de Boterhoek en was rond 8 uur thuisgekomen en te bed gegaan. Toen ’s anderendaags ’s morgens de zuster van zijn vrouw, nevens hen wonende, water ging halen in de put op zijn hof, stootte haar emmer op een hard voorwerp, tot haar grote schrik op het hoofd van haar schoonbroer, die rechtop en dood in het water stond, het water slechts tot aan zijn borst. Nadat het parket de vrijdag  ter plaatse was geweest kwam men tot de veronderstelling dat de heer De Groote, die onderhevig was aan slaapwandelen, rond 3 uur in de morgen moet opgestaan zijn en barvoets en blootshoofds in de openstaande regenbak moet gesukkeld zijn. Zo kon het gebeuren dat men te Sint-Laureins de komende zondag voor een dode stemmen kon. Tekenend is wel dat hij nog 71 stemmen op zijn naam had.
De verkiezing gaf volgende uitslag:
I.Gemeenteraadsleden wier mandaat eindigde op 31 december 1896:
Jan De Geeter 151 stemmen, Judocus De Keyzer 146, Jozef De Rijcke 146, Leopold De Sutter 146, Leopold Huyghe 121 en J.B. Van Damme 146.
II.Gemeenteraadsleden wier mandaat eindigde op 31 december 1893:
Charles De Meulemeester 146, en Pieter De Muynck 146.
Kandidaten der oppositie voor 6 jaar :

Jan De Groote(+) 71, Petrus Hoste 112 en André Huyghe 91 stemmen.

Tijdens deze legislatuur krijgt men te maken met het opkomend socialisme wat voor enige deining zorgt in het conservatief katholieke Sente !

Alhoewel de Belgische Werklieden Partij nog maar pas in 1885 opgericht was waren er vooral in grote centra reeds enige tijd socialistische kernen ontstaan die steeds heftiger propaganda voerden. Dat dit zich verder zou uitbreiden naar het platteland waar veel werkkrachten vandaan kwamen was onvermijdelijk. En dat dit een doorn in het oog was van welstellenden en katholieken die vreesden dat hun verworven machtspositie in het gedrang zou komen is duidelijk!
Zo lezen we in de plaatselijke pers van mei 1891 dat het gerucht was verspreid dat de socialisten van Gent zondag 10 mei te Sint-Laureins een meeting zouden komen houden om “ ’t gelove van ’t algemeen stemrecht en van de Egalité, Fraternité ou … la mort te preken “ ! En, gaat de tekst verder: “Meneer pastoor De Swaef echter  -die een wakkere is- zei algauw : hola, vriendjes, zo niet geboerd; ge meugt gulder wel komen, daar kan ik niets aan doen, maar voor dat gij komt zal ik ene meeting geven, want ge zult mij mijne schapen niet stelen zonder dat ik er bij ben.”   En donderdag op O.H.Hemelvaart was het meeting in de schone zaal der zondagsschool die de gemeente aan de edelmoedige familie Van Damme te danken heeft. Op de eerste rang M. de baron Kervyn de Volkaarsbeke, M. de baron de la Kethulle de Reyhoven, M. de burgemeester De Sutter, M. de schepen Van Damme, M. de secretaris Vercraeye, M. de notaris Taelman, M. De Meulemeester met zijn muziek Concordia, M. de pastoor met zijne onderpastoors, en volk, mannen en vrouwen, ouden en jongen, groten en kleinen, dat de zaal barstte. De meeting werd geopend met een kernachtige rede van M. den baron de la Kethulle en gesloten met enige woorden van dank door M. den baron Kervyn en den Eerw. Heer Pastoor.   De grote toespraak werd gehouden door M. Beyaert van Brugge die de kruisvaart preekte tegen de ongodsdienstige scholen van 1879 en nu andermaal de kruisvaart preekt tegen ’t socialismus, ’t bastaardkind van ’t liberalismus.!! Hij gebruikt nogal forse taal : de socialisten die noch Paus, noch Koning willen, menen de boeren naar hun kant te krijgen, door ze ’t algemeen stemrecht te beloven, maar ze zouden  hen omverre  schieten, zoals hunne voorzaten, de omwentelaars van 1790, indien ze hen de weg moesten versperren naar ’t bewind, ’t welk ze beogen, om zonder werken hunne zakken te kunnen vullen!!  Hij geeft hen een ordewoord mee als de socialisten zondag naar St.Laureins mochten komen: Als de vos de passie preekt, Boerkens, wacht uw ganzen. En hij besluit met: “..en gelukkig zullen de bevolkingen zijn die naar de afgezanten Gods en niet naar valse profeten luisteren!
De zondag daarop zijn de socialistische militanten afgestapt in Eeklo, in Sente bleef alles rustig.

vrijdag 28 maart 2014

Sint-Margriete : Het Hulp en Voedingskomiteit 1914-1918.

De bevoorrading van levensmiddelen voor de bevolking liet zeer snel reeds bij de bezetting te wensen over. De voorraden waren onmiddellijk uitgeput en bezet België bracht onvoldoende voedsel voort voor de behoeften van de inwoners, wegens een tekort aan werkkrachten op de landerijen, de opeisingen van de bezetter, de oorlogsverrichtingen en daarbij kwamen dan nog de extreem koude winters. Er volgde dan ook een strenge rantsoenering en er werd veel honger geleden. Een nooit eerder vertoonde humanitaire hulpoperatie was levensnoodzakelijk voor ons land dat voor 80 % van zijn voedselvoorziening afhankelijk was van invoer.
Met de toestemming der Duitsers werd in oktober 1914 reeds het Nationaal Hulp en Voedingscomité opgericht door industrieel Ernest Solvay en financier Emile Francqui. Dit zorgde voor import uit de Verenigde Staten van levensmiddelen uitsluitend voor de Belgische bevolking. Met dit doel werd in de USA de Commission for Relief in Belgium (CRB) opgericht onder voorzitterschap van de latere president Herbert Hoover. Doch door een escalatie van de gevechten werd later de bevoorrading sterk gehinderd en werd de Belgische bevolking geplaagd met ondervoeding en prijzige smokkel of woekerprijzen.De hulp werd dan bij voorkeur verleend in geld in plaats van in voedings- en kledingswaren.
Het dreigende internationale conflict had reeds zeer vroeg bij de bevolking voor paniek gezorgd. Er groeide wantrouwen tegenover het papieren geld en men haastte zich het om te ruilen tegen muntstukken, die men oppotte wegens de hoge waarde van het metaal, trouwens waren nog bepaalde uitgaven in zilver. Door deze werkwijze ontstond er een probleem voor het klein betalingsverkeer, de pasmunt.
Daarbij kwam dat meer en meer gemeenten in serieuze financiële moeilijkheden kwamen. Naast de dagelijkse uitgaven werden ze geconfronteerd met bijkomende oorlogslasten, opeisingen door de Duitsers, militievergoedingen, enz. Zelf konden ze geen beroep meer doen op hun financiële reserves die geblokkeerd werden als gevolg van oorlogsmaatregelen. Door het steeds groter wordend verschil tussen de geldmassa en de goederenmassa dreigen problemen in het betalingsverkeer te ontstaan.
Zoals honderden Belgische gemeenten en steden, 483 om juist te zijn, heeft ook Sint-Margriete in de periode tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog 14-18 papieren noodgeld laten drukken om te verhelpen aan het tekort van kleingeld. Ook diverse andere instellingen zoals armenbesturen, hulp en voedingskomiteiten, ... hebben in die tijd eigen geld laten drukken, met de belofte dat dit noodgeld na de oorlog terug kon ingewisseld worden tegen de gangbare biljetten en munten van de Nationale Bank en de Schatkist.


In Sint-Margriete was het schoolhoofd Jozef Van Cauwenberghe de grote bezieler en voorzitter van het Hulp & Voedingskomiteit bijgestaan door vrijwilligers o.a. Henri Maeyens handelaar te Ste Marguerite, die na de oorlog een Diploma mocht in ontvangst nemen als Souvenir van de Grote Oorlog 1914-1918 tot vereeuwiging der gedachtenis van de Belgische soldaten en burgers gestorven voor het vaderland.
Ook werd een gedenkpenning van het Nationaal Comiteit overhandigd door het Koninkrijk België, het Ministerie van Nijverheid, Arbeid en Bevoorrading vergezeld van een oorkonde met volgende tekst :
Bij koninklijk besluit van den 24sten December 1919 wordt de penning van 4e klas verleend aan :
Mijnheer Henri Maeyens
Mademoiselle Maria Maeyens
voor het nationaal comiteit voor hulp en voeding.
Ondertekend : de Regeringsafgevaardigde Albert Henry
                       de voorzitter van het Uitvoerend Comiteit Emile Francqui
                       de voorzitter Ernest Solvay
                       de minister Joseph Wauters.
 

woensdag 26 maart 2014

STRYMES niet alleen te Sint-Laureins

SAMUEL STRIJMES

De zoon van de uit Utrecht stammende koopman Johann Strijmes en zijn vrouw, de uit Londen stammende Regina Pettke, heeft de stadsschool van zijn vaderstad en het gymnasium in Berlijn doorlopen. Aan de universiteit van Frankfurt aan de Oder begon hij in 1667 zijn studie in de theologie. Hij behaalde er zulkdanige uitslagen dat de filosofische faculteit hem een aanbevelingsbrief meegaf voor keurvorst Friedrich Wilhelm om hem een leerstoel aan te bieden.
Doch hij wou eerst een reis naar Engeland maken, waarbij hij dan ook het langst in Cambridge en Oxford verbleef. Hij maakte er kennis met bekende filosofen, theologen, bisschoppen en andere belangrijke geleerden.
Als STRIJMES bij zijn terugreis in Frankfurt aankwam werd hij in oktober 1674 buitengewoon hoogleraar filosofie, een half jaar later professor fysica en werd Magister.
In 1679 werd hij pastor aan de Nicolaikerk in Frankfurt en buitengewoon hoogleraar theologie en hij werd in 1696 doctor in de theologie. Hij nam deel aan de organisatorische activiteiten van de Frankfurtse hogeschool en was in het zomersemester van 1682 en 1699, evenals in het wintersemester van 1688 en 1694 rector. In 1705 was hij vice-rector van de Alma Mater.
Later werd hij blind en stierf in zijn tweeentachtigste levensjaar.
Uit zijn huwelijk stamt de latere Köningsbergse professor Johann Samuel STRIJMES (1684-1744).


JAN STRIJMES

In de inventaris van de goederen achtergelaten door Laurentia van Vijven van 04.02.1642 eerdere weduwe van Joost STRIJMES en laatst weduwe van Hans Hanszoon van Soest, opgemaakt door notaris Jacob van Zwieten ten verzoeke en ten overstaan van Arnout van de Cruijs, vader en voogd van de twee onmondige kinderen van Susanna STRIJMES en als volmachthouder Sr. Jan STRIJMES, wonende te Coningsbergh, dochter en zoon van de overledene, lezen we het volgende :
- een contrefeijtsel schilderij van Jan Strijmes.
- een schilderytge daar den kocken uytgebeelt door Jan Strijmes.
- een conterfeijtsel schilderij van Prins Mauritius door Jan Strijmes.
- een schilderije wesende een Emaus door Jan Strijmes.
Jan STRIJMES was dus de zoon van Laurentia van Vijven. Hij leefde in Coningsbergh (nu Kaliningrad) in Oost-Pruisen ten tijde van het opmaken van de inventaris. Het is niet duidelijk of hij een amateur of beroepsschilder was.

woensdag 5 maart 2014

Sint-Margriete : Grensperikelen aan de Brakke.

Op zondag 19.08.1900 om 5 uur in de namiddag zou in de herberg "Den Buitenlust" bij Adolf Lampo te Sint-Kruis Barakke dicht bij de Belgische grens, aan het hulpkantoor der douanen te Sint-Margriete, in tegenwoordigheid van de veldwachter van Sint-Kruis, overgegaan worden tot de openbare verloting van den ouderwetsen velo (fiets) "un sans pareil" van Verhoeye Frans, brigadier hulpontvanger der douanen te Sint-Margriete.
Zo was het althans gepland, en zo werd het ook bekendgemaakt.
Dat er veel gegadigden waren bleek uit het vervolg van de tekst : De inschrijvers ten getalle van 200 worden vriendelijk verzocht aanwezig te zijn om desgevallend hun gewonnen fiets (velo) in ontvangst te nemen!
Maar men had zonder de waard gerekend ! Verbod voor de loterij werd opgelegd door de burgemeester van Aardenburg, koortsachtig werd gezocht naar een oplossing en toen men dacht die gevonden te hebben onder de vorm van een teerlingprijskamp viel hier ook het verdict : verteerlingen mag ook niet !
Dan maar uitgeweken over de grens, maar daar was een loterij ook verboden. Gelukkig was op Belgisch grondgebied een teerlingprijskamp wel toegestaan en uiteindelijk werd het fel begeerde rijtuig dan maar verteerlingd bij Maes te Sint-Margriete. Het spreekt vanzelf dat na al het gekrakeel menig pintje werd gedronken, veel plezier werd gemaakt en iedereen eens goed zijn gedacht heeft gezegd !
Eind goed, al goed, en het kleinood, de velo van Frans de brigadier werd tenslotte gewonnen door Eduard De Wilde!

dinsdag 4 maart 2014

Sint-Laureins : De Waterheren van de Ziedelingen.

Naarmate de zee werd teruggedrongen en het land werd uitgeturfd, bleek de afwatering moeilijker en moest het water, door een netwerk van grachten en kleine waterlopen worden afgevoerd. Dit was niet anders voor het overtollige water uit Eeklo waarbij naar steeds inventievere oplossingen moest gezocht om het zonder veel overlast in zee te krijgen. Daar de Gentenaars De Lieve claimden als hun exclusieve eigendom en geen mededingers naast zich duldden, was de Eeklose watergang die de wateren van de stad Eeklo opving, niet de enige, doch wel de duurzaamste verbinding met de zee via Aardenburg en dan later, na het graven, via het Leopoldskanaal. Die Eeklose watergang werd tevens gebruikt voor het vervoer van houtbussels en turf en vond zijn weg door de Ziedelingen in de buurt van den Boterhoek en de Eerstestraat.
De naam Ziedelingen verwijst naar de naam van een oude watering en was in oude tijden een drassige en moerassige wijk van Sint-Laureins. Men had er veel last van het water dat geen uitweg vond.
Dat een evenwichtige waterhuishouding voor de landerijen van zeer groot belang is, staat buiten kijf, en dat de besturen van Polders en Wateringen hierin een grote rol spelen is evident. Bij verkiezingen van bestuurders en het oplossen van beheersproblemen kan het er dan ook somwijlen zeer geanimeerd aan toe gaan.
Neem daarbij dat de mannen van de Ziedelingen steeds zeer fiere en strijdvaardige kerels waren, steeds bereid voor hun rechten op te komen en zich niet lieten doen, dan is het niet onvoorstelbaar wat zich afspeelde bij de jaarovergang van 1925 naar 1926.
In diezelfde Ziedelingen moeten de landerijen gelegen langs de grens met Eeklo in de buurt der Eerstestraat het Eekloos water alover hun land naar de vaart laten lopen. Welnu, enige Sentse boeren wilden op oudejaarsavond van het jaar 1925 dat water tegenhouden !
Ze wierpen met de Sint-Laureinse kant van de aardeweg een dam op aan de Eeklose kant, de natuur trotserende die wil dat het water stroomt waar het 't laagst is, en daarbij een inbreuk plegende tegen de wet van God en de Koning !
De reactie van de Eeklose aangelanden kon niet uitblijven !
Kwatongen beweren zelfs dat er van weerskanten geschoten werd, anderen zeggen dat het 't geplets was van de spaden dat men hoorde, niet om elkaars oren, maar in elkaars water ! Gelove wie wil !
Zeker is, de gendarmes waren ter plaatse nodig en er werden wel processen opgemaakt : afdammen zonder toelating, wegenschennis, daden van opstand en smaad en dergelijke !
Maar de dam, hij hield drie dagen stand ! Natuurlijk tot groot jolijt en plezier van die van Sente, ze waren de overwinnaars en heel de nieuwjaarsdag hebben ze, tot diep in de nacht, hun triomf gevierd.
En zo kwamen ze aan hun naam : DE WATERHEREN VAN DE ZIEDELINGEN !
Totdat de burgemeester van Eeklo kwam, altijd zeer kalm, die tevens kommissaris is der wegen in de provincie, vergezeld van zijn politiekommissaris.
En van langs de overkant kwam de burgemeester van Sint-Laureins.
De dam moest weg ! Burgemeester Pussemier van Eeklo, liet op zeer eenvoudige, diplomatische wijze verstaan dat wie schade doet, schade betaalt... Ook burgemeester De Vos van Sente, deed zijn duit in het zakje, en vroeg op dezelfde wijze, de dam in stilte te laten verdwijnen om zo weinig schade als mogelijk aan zijn gemeentenaren te doen... Alzo is geschied ! Wie weet, zijn de pv's ook zo stil mogelijk verdwenen ?
Hoe dan ook, die van de Zielingen hadden hun naam en ook hun leuze : Laten lopen waar 't laagst is en liever grachten maken dan dammen !!