Sint-Laureins : De Gezinsbond in het midden van vorige eeuw.


Vooral in de landelijke gebieden van het arme Vlaanderen was het vóór de 1e wereldoorlog miserie troef. Enkel de nazaten van adellijke families en later ook rijk geworden boeren en notabelen waren op een eerlijk verdiende manier, maar veelal ook op een eerder duistere wijze bij de gelukkigen. De hygiënische omstandigheden waren verre van ideaal, luizen en vlooien tierden welig en als reactie tegen de hoge kindersterfte, de voortdurende zorg voor voldoende kostwinners en de bekommernis om een verzekering voor de oude dag te voorzien, tevens getraumatiseerd door de belerende godsdienst, waren er heel wat grote gezinnen die 10 tot 12 en meer kinderen op de wereld zetten.        En tot overmaat van ramp brak dan ook nog “den Grooten Oorlog” uit. Reeds in 1913 was onder druk van de oorlogsdreiging de wet op de algemene dienstplicht gestemd. Meer dan 100.000 jongens zaten in de modder van de overstroomde IJzervlakte, afgesneden van gezin en familie te wachtten op het einde van de nachtmerrie, en dit gedurende 4 jaar, en sommigen die reeds onder de wapens waren bij de aanvang van de oorlog nog langer. Het oorlogsleed en de ontberingen, ook in het bezette gebied, waren groot en de gevolgen bleven nog jaren nazinderen bij de bevolking. Het is duidelijk dat in deze oorlog de grote gezinnen de grootste tol betaalden, achter den IJzer lagen er soms 4 of meer zonen van eenzelfde gezin, en na de oorlog bleven de gezinnen van gesneuvelde militairen soms achter in mensonwaardige omstandigheden.                                                                                                       Toen in de zomer van 1920 Kolonel Lemercier, Jezuitenpater Fallon en de socialistische senator Volckaert van gedachten wisselden over mogelijke steunmaatregelen, was de tol die de grote gezinnen aan het vaderland hadden betaald, hun voornaamste argument, die hadden immers het gros van de soldaten geleverd. Eerlijkheidshalve moeten we hieraan toevoegen dat als onderliggende motivatie ook de angst en onrust voor de ontvolking van ons land meespeelde. Eind 1800 begon het geboortecijfer overal te dalen en vanaf 1910 steeg de bevolkingscurve niet meer zo snel als voorheen, zodat er alom paniek uitbrak, maar achteraf is gebleken dat de doemdenkers van toen geen gelijk hebben gekregen, nochtans bleef dit gedachtegoed levend tot halfweg de 20e eeuw, vooraleer die denkpiste voorgoed werd verlaten.                                                                                                             Onder voorzitterschap van de katholieke Minister van Staat Michel Levie met als ondervoorzitters de liberaal Mechelynck, de socialist Volckaert en de christen-democraat Van Cauwelaert werd een pluralistisch voorlopig bestuur samengesteld.                                                                               Tijdens de Algemene Vergadering van 08.05.1921 was de “Bond der Talrijke Gezinnen” een feit  en op 18.08.1929 werd de afdeling Sint-Laureins van de “Bond der Kroostrijke Gezinnen” gesticht met meteen 47 inschrijvingen !                                                                                                                    Reeds zeer vroeg was er in Bondskringen sprake van het voorzien in een ereteken voor moeders van een groot gezin, maar het bleef lange tijd bij woorden. Tot in de vijftiger jaren van vorige eeuw alom de “Moederhulde” wordt gehouden in de afdelingen, zo ook in Sint-Laureins. Een viering van alle moeders van tien en meer kinderen, voor zover ze 50 jaar zijn geworden, dit laatste enkel uit financieel oogpunt.
Het opgespelde ereteken stelde een kind voor gedragen door twee liefhebbende handen, tevens een druiventros als symbool van de vruchtbaarheid en tenslotte twee ineengevlochten ringen als symbool van onverbreekbare trouw.
Op bijgaande foto, genomen na de plechtige feestzitting, in de toenmalige parochiezaal, zie je naast de gevierden ook Burgemeester Emiel De Sutter, Erevoorzitter pastoor Petrus Moens en Voorzitter dokter August Van Damme. De feestelingen werden uiteraard ook letterlijk in de bloemetjes gezet, ze kregen elk een mooie hortensia zoals je kan merken !


In 1958 zag het bestuur van de afdeling Sint-Laureins er uit als volgt :
Erevoorzitter E.H. Moens Petrus, pastoor, Leemweg
Voorzitter Dr. Van Damme August, dokter, “Lindenhof” Leemweg
Secretaris Gailliaert Albert, onderwijzer, Dorpsstraat
Leden : Van de Velde Camiel, landbouwer, Prop
              Notteboom Edmond,landbouwer, Eerstestraat
              Mattheeuws Romain, landbouwer, Kruiskenstraat
              De Schepper Henri, loondorser, Goochelaere
              Boelens Raymond, werkman, Rommelsweg
               Overmeire Petrus, werkman, Vlamingstraat
               Verheecke Herman, landbouwer, Kruiskenstraat
               De Windt Rene, landbouwer, Oosthoek
                                                                              
            
   
                                                                                                                                                                



Geen opmerkingen:

Een reactie posten