Uit de lijkrede uitgesproken door de heer Albert Gailliaert, voorzitter, op het graf van de heer Raymond De Vos, oud-krijgsgevangene en bestuurslid van de bond der Oud-Strijders van Sint-Laureins.
... De heer Raymond De Vos werd geboren te Sint-Laureins op 08.02.1892 en overleed er op 27.03.1971. Hij behoorde tot de klas van 1912 en werd ingelijfd bij het 2e Linie, gekazerneerd te Gent. Hij was reeds afgezwaaid toen hij terug werd opgeroepen op 28.07.1914 samen met nog vijf andere klassen. Toen het 2e Linie werd ontdubbeld in het 2e Linie en het 22e Linie kwam hij bij het 22e Linie terecht dat deel uitmaakte van de 1e legerafdeling. Deze laatste werd naar Tienen gestuurd om opgesteld te worden op de Gete.
Op 18.08.1914 onderging het 22e de vuurdoop te Sint-Margriete-Houthem. Het 3e Duitse legerkorps liep stormloop tegen de stellingen van het 22e op de Gete. Het is in dit zeer hevig en bloedig gevecht dat hij betrokken geraakte. Samen met zijn makkers weerstonden ze zo lang mogelijk aan de Duitse stoottroepen en gaven hierdoor aan de overige Belgische troepen de kans zich achter de forten van Antwerpen terug te trekken. Meer dan de helft der manschappen sneuvelde in dit onmenselijke gevecht. Als bij wonder ontsnapte hij aan de dood tussen de gesneuvelde en door vlijmscherpe bajonetten gekwetste makkers. De slag bij Sint-Margriete-Houthem staat geblokletterd in de militaire geschiedenis van ons land en de naam schittert in gouden letters op het regimentsvaandel.
Hij werd, in Duitse handen gevallen, opgejaagd als krijgsgevangene naar Duitsland bij een zeer vijandige en misleide bevolking. Hij werd samen met de andere krijgsgevangenen overgebracht naar het kamp van Soltau waar ze met duizenden opgesloten zaten, bewaakt door schildwachten met moordend schroot en gedresseerde, bijtende honden. Wat ze te eten kregen, was teveel om te sterven maar te weinig om te leven.
Hier ontmoetten verschillende gevangenen van Sente elkaar : Raymond De Vos, André De Wilde, Petrus De Buck, Victor Van De Bruane, Emiel Lekens en Petrus Jonckheere. Na enige maanden werden Raymond en André uitgestuurd om te werken op nabijgelegen hoeven, waarna ze na het tekenen van de wapenstilstand er in slaagden doorheen de vijandelijke patrouilles voorzien van speurhonden, op eigen houtje, de Hollandse grens te bereiken om aan te komen in Roosendaal. Van hier uit keerden ze graatmager, maar blij, huiswaarts.
Hij deed zijn plicht tot het einde toe waarvoor hem 8 frontstrepen werden toegekend en hij vereremerkt werd met verscheidene eretekens...
Met dank aan Mevrouw Cappon-Gailliaert Julia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten