Heel lang geleden tierde het bijgeloof welig ! Mede door armoede en miserie, natuurrampen en tegenslagen alom, bovendien nog gevoed door een geloof die de goegemeente opzadelde met schuldgevoelens voor alles en nog wat, op een geraffineerde manier wist in te spelen op hun gevoeligheden, en dankbaar gebruik maakte van hun angsten. Kortom, het waren donkere en duistere tijden, ideaal om te vluchten in een fantasiewereld waarin men zich kon afzetten tegen alles wat in het dagelijkse leven kommer en kwel was ! Er bestond geen elektriciteit, dus werd er bij het schaarse kaarslicht heel wat gefantaseerd over menig versterkt kasteel dat ooit eens in Sente zou gestaan hebben !
Het meest bekende verhaal is dat van de Groene Eeffrouwe. Oude mensen van vroeger vertelden over haar kasteel dat stond in de Gochelare. De kasteelheer was gestorven, zij was dus heer en meester, en men vertelde dat zij haar man eigenhandig in een kerker diep onder de grond had doen opsluiten. Ze was de grootste feeks die onder Gods hemel liep. Ze zoog al haar onderhorigen uit op alle mogelijke manieren en plunderde ze waar ze maar kon. En wee hen die zich durfden te verzetten of ook maar iets durfden te zeggen. Ze was de gierigheid zelve en haar pachters die door tegenslag in de stal of op het land niet konden betalen, werden meedogenloos op straat gezet.
Zekere dag, in volle zomer, brak een groot onweder los boven het kasteel, de donder knetterde onophoudend, de lucht hing vol vier en de bliksemschichten doorkliefden het uitspansel in alle richtingen.
De Groene Eeffrouwe zat in haar kamer met haar schoot vol geld, ze grabbelde en greep in de rinkelende muntstukken en liet haar handen behaaglijk glijden door het goud en zilver.
Doch opeens stond het kasteel in lichterlaaie, al wat benen had repte zich naar buiten, al roepend : brand ! brand ! Maar de Groene Eeffrouwe, verblind door haar geld, betoverd door haar hebzucht, zag te laat wat er gebeurde en kon geen kant meer uit. Alles stond binnen en buiten binnen de kortste keren in laaiende vlammen. Ze verscheen voor het venster en schreeuwde om hulp, maar niemand die voor blussen of redden zin had, men had teveel slechte herinneringen aan de kasteelbewoners. De boeren en onderhorigen van 't kasteel sloegen gelaten de vernieling gade en ze negeerden de wanhoop der Groene Eeffrouwe die zich de haren uit het hoofd rukte. Intussen woekerde de brand altijd maar voort en verslond de laatste telg van het kasteel die tot pulver werd opgebrand. Lange jaren zweefde de geest van de Groene Eeffrouwe over het puin en geloof mij of niet, als ze nog steeds geen rust gevonden heeft, kunt ge ze nog steeds in de Goochelare op stormachtige avonden horen ronddwalen !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten