Na de
Eerstestraat kon ook den Oosthoek niet ten achterblijven. Ook daar bevonden
zich verschillende herbergen.
Er werd dan
ook in Juni 1903 een groots feest georganiseerd, ter gelegenheid van de
inhuldiging van hun vaandel en de aanstelling van de “president” Fernand De
Coster.
Met het
nieuw vaandel voorop is de president daarna in een rijtuig, omringd door al de
leden der maatschappij den Oosthoek rondgereden.
“Merkweerdige”
redevoeringen werden uitgesproken door Ferdinand Vanden Dorpe, zijne griffier,
zijn commandant Jozef Jodts en door den president zelf die besloot met den wens
dat alle leden ook na hun dood, nog zouden mogen genieten van de voordelen der
vereniging door een plechtige mis! Huizen en herbergen waren versierd met
gedichten, zo bij Charles Vande Winckel, Victor Pille en op de opgerichte ark,
waarop we o.a. konden lezen:
Mocht hij nog lange leven
We lezen een tientje van ons Paternoster,
Voor president De Coster!
Ook na de
uitbundige festiviteiten in 1894 bij de kermis op de nieuwe datum van de
Eerstestraat hadden ze de smaak voorgoed te pakken. Tot dan was de Eerstestraat
een aardeweg met de nodige putten en het onvermijdelijke slijk. Tot het
gemeentebestuur in 1905 besloot de weg te verharden met afval van de
steengroeven. Vandaar dat op zondag 21 mei 1905 de Graveefeesten werden
gevierd. Van 5 ure ’s morgens wapperden 60 vlaggen over de straat, die drie
kwart lang is beplant met 2000 bomen en waar niet minder dan 20 arken of
triomfbogen waren opgericht, gekroond met dichten en kransen, en in grote
letters ”Welkom! Welkom!”Als ’t ware
de schoonsten boulevard van ’t land en er waren in den achternoene wel 6000
mensen bijeen.
Het feest
begon met een stoet van velo’s, geschetter en getoet zonder einde, geestelijke
en wereldlijke overheid zowel als ’t muziek deed mee, dit alles ter ere van de
Gravee.
Maar ook ter
ere van Ferdinand Accoe den waard van de “Roode Hand” en ook ter ere van het
Gotisch wapenberd dat het Roode Hand verbeeldt en dat onder de pannen aan zijne
estaminet hangt. Het hangt daar al van 1749 dat is dus schrijve en zegge 156
jaar.
Fernand zelf
is de inrichter van al die feestelijkheden, hij is ’t die de kermesse van de
Eerstestraat doen verleggen heeft en met goed gevolg.
Hij is ’t
die met zijn schrijven en wrijven den Gravee bekomen heeft, en kwam hij er niet
met spreken, hij kwam er met zingen.
Er werd dan
ook duchtig in de stoet gezongen:
En nu juichen wij en zingen
Leve de Raad,leve de Staat
En laten onze glazen klinken
Op den Gravee van d’Eerstestraat.
Fernand verkocht die liedjes ten voordele van het feest en eentje dat nog rapper verkocht werd
Fernand verkocht die liedjes ten voordele van het feest en eentje dat nog rapper verkocht werd
luidde als volgt:
Wie is gekend ten allen kant? Fernand
Bijna door heel ons Belgenland? Fernand
Wie is die man zo hoog geroemd?
Zeg mij hoe dat hij wordt genoemd?
Fernand, Fernand, Fernand!
Wie is die goede, brave mens?
Die zoveel doet voor Sint-Laurens?
Wie zag de boeren van de wijk
Verzonken in het vuil en slijk? Enz…
Tot ’s
avonds was er leute en plezier, alles verliep vlot en zonder moeilijkheden,
ondanks de massale opkomst. Geheel de
wereld en Aaigem (van buiten de wereld!) was daar!
Fernand had nog één droom, een Fernandszondag,
gelijk de Blasiuszondag.
Blasius komt
wat vroeg in ’t jaar en op Sinte Fernand zijn de dagen langer! Dus dat beloofd!
En dat de
mannen van de Eerstestraat hun woord houden zal men geweten hebben!
in de
Eerstestraat een grote en prachtige “Bloemenstoet” ingericht door de verenigde
wielrijders ter gelegenheid der verjaring van de Graveefeeste!
Meer dan 250
frank prijzen: voor enveloppe trekken, voor de grootste groep, voor de
verstkomende, de schoonst versierde velos, enz… .
De stoet zal
gevormd worden om 2 ure en zal “gephotografeerd” worden door de plaatselijke
fotograaf Studio Gustaaf Gernaey!
Elk zegge
het voort!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten