In de Oosthoek en de Vuilpanne was het tot lang na de Franse
Revolutie iedere zondag “kermis” zowel voor de Belgen als voor de Nederlanders.
Rond 1830 sprak men hier gemeenzaam over “danskoten of danstenten”. Hoe kon het
ook anders in een grensstreek waar als het ware de voordeur op Belgisch
grondgebied uitnodigde en de achterdeur uitgaf op Nederlands grondgebied. Naast
herberg “De Vuilpan” ontstond zeer snel “De Gekroonde Vuilpan” met daarnaast
“De Nieuwe Vuilpan” en recht hiertegenover “In de Oude Vuilpan”.
Men had op de Oosthoek de herberg van Eduard De Lange maar ook van Charles en Eduard Van de Wynckel, de herberg “Het Veldzicht”, ook “Den Congo” genoemd, bij Jan en later Petrus Colman, de herberg “Het Rozenhoedje” ook kortweg “Het Hoedje” bij bazin Raes later Camiel De Beir. Sommige cafés hadden ook dezelfde naam, zo had men “De Vuilpan” bij Jules De Keyzer waarna Pieter De Keyzer-De Lille maar men had ook herberg “De Vuilpan” bij Charles-Louis De Coster op de steenweg naar sint-laureins grondgebied Eede. Eveneens op den Oosthoek had Victor Pille zijn café en Petrus De Clercq zelfs zijn café met overdekte bolbaan en in de Vlotweg kon men terecht bij P. Van Queckelberghe.
Het was kermis bij de opening op 30.09.1906 van de herberg van Camiel Claeys-Pille en op 05.01.1908 bij de feestelijke opening van het café van August Bottelberghe-Van Hecke en op 1 januari 1911 was er een groot Platefeest bij Petrus Pille. Kortom, men nam elke gelegenheid te baat om te kermissen ! Er was wel elke week ergens een herbergkermis of taartjeskermis of wijkkermis met een kaartprijskamp, prijskamp op de vogelpik, enveloptrekking met velo of een prijsbolling met na de prijskamp o.a .een pot kazakken met zeekapiteins of bloedworst of ’s avonds gepoefte kazakken of teeltaarten te verspelen op de billard. Soms waagde men zich aan het illegale spel met anker en zon (zie onderaan) en vloeide de geestrijke drank rijkelijk.
Men had op de Oosthoek de herberg van Eduard De Lange maar ook van Charles en Eduard Van de Wynckel, de herberg “Het Veldzicht”, ook “Den Congo” genoemd, bij Jan en later Petrus Colman, de herberg “Het Rozenhoedje” ook kortweg “Het Hoedje” bij bazin Raes later Camiel De Beir. Sommige cafés hadden ook dezelfde naam, zo had men “De Vuilpan” bij Jules De Keyzer waarna Pieter De Keyzer-De Lille maar men had ook herberg “De Vuilpan” bij Charles-Louis De Coster op de steenweg naar sint-laureins grondgebied Eede. Eveneens op den Oosthoek had Victor Pille zijn café en Petrus De Clercq zelfs zijn café met overdekte bolbaan en in de Vlotweg kon men terecht bij P. Van Queckelberghe.
Het was kermis bij de opening op 30.09.1906 van de herberg van Camiel Claeys-Pille en op 05.01.1908 bij de feestelijke opening van het café van August Bottelberghe-Van Hecke en op 1 januari 1911 was er een groot Platefeest bij Petrus Pille. Kortom, men nam elke gelegenheid te baat om te kermissen ! Er was wel elke week ergens een herbergkermis of taartjeskermis of wijkkermis met een kaartprijskamp, prijskamp op de vogelpik, enveloptrekking met velo of een prijsbolling met na de prijskamp o.a .een pot kazakken met zeekapiteins of bloedworst of ’s avonds gepoefte kazakken of teeltaarten te verspelen op de billard. Soms waagde men zich aan het illegale spel met anker en zon (zie onderaan) en vloeide de geestrijke drank rijkelijk.
En de gratis prijzen bij de bolling vielen best mee, zo bijvoorbeeld o.a. : Een vet konijn, een vette haan, een korentenbrood en ’s avonds voor iedereen gratis bloedworst of nog :
1e prijs : een vette
gans of 4 frank
2e prijs: 2 vette konijnen of 3 frank
3e prijs: 2 vette haans of 2 frank
4e prijs: 1 vette haan of 1 frank
Bij de kaartingen ging het meestal om geldprijzen en niet
zelden schonk de waard na de gedane inspanningen ’s avonds gratis o.a. haringen met kazakken of
nog, twee tonnen mossels. Tegenwoordig is het aantal herbergen overal sterk gedaald, maar tot rond
1925 kon men in de Oosthoek nog zijn dorst lessen bij o.a. Medard De Smet of
Arthur Gysel of Camiel De Keyser of André Van den Dorpe of Camiel De Beir.
En als je nu geneigd zou zijn een verkeerd beeld te krijgen over de
wijk, door het grote aantal cafés, kan ik je geruststellen met de vaststelling
dat er overal in Sente, zoals bijna overal trouwens, in elke bewoonde straat minstens 2
of 3 herbergen waren waar men terecht kon voor een “safarke” of het gewone of
iets straffere gerstenat, een Jonge of Oude Klare of een andere geestrijke
drank die na de invoering van de wet op het drankmisbruik op een sluikse manier
aan de man gebracht werd !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten