vrijdag 28 maart 2014

Sint-Margriete : Het Hulp en Voedingskomiteit 1914-1918.

De bevoorrading van levensmiddelen voor de bevolking liet zeer snel reeds bij de bezetting te wensen over. De voorraden waren onmiddellijk uitgeput en bezet België bracht onvoldoende voedsel voort voor de behoeften van de inwoners, wegens een tekort aan werkkrachten op de landerijen, de opeisingen van de bezetter, de oorlogsverrichtingen en daarbij kwamen dan nog de extreem koude winters. Er volgde dan ook een strenge rantsoenering en er werd veel honger geleden. Een nooit eerder vertoonde humanitaire hulpoperatie was levensnoodzakelijk voor ons land dat voor 80 % van zijn voedselvoorziening afhankelijk was van invoer.
Met de toestemming der Duitsers werd in oktober 1914 reeds het Nationaal Hulp en Voedingscomité opgericht door industrieel Ernest Solvay en financier Emile Francqui. Dit zorgde voor import uit de Verenigde Staten van levensmiddelen uitsluitend voor de Belgische bevolking. Met dit doel werd in de USA de Commission for Relief in Belgium (CRB) opgericht onder voorzitterschap van de latere president Herbert Hoover. Doch door een escalatie van de gevechten werd later de bevoorrading sterk gehinderd en werd de Belgische bevolking geplaagd met ondervoeding en prijzige smokkel of woekerprijzen.De hulp werd dan bij voorkeur verleend in geld in plaats van in voedings- en kledingswaren.
Het dreigende internationale conflict had reeds zeer vroeg bij de bevolking voor paniek gezorgd. Er groeide wantrouwen tegenover het papieren geld en men haastte zich het om te ruilen tegen muntstukken, die men oppotte wegens de hoge waarde van het metaal, trouwens waren nog bepaalde uitgaven in zilver. Door deze werkwijze ontstond er een probleem voor het klein betalingsverkeer, de pasmunt.
Daarbij kwam dat meer en meer gemeenten in serieuze financiële moeilijkheden kwamen. Naast de dagelijkse uitgaven werden ze geconfronteerd met bijkomende oorlogslasten, opeisingen door de Duitsers, militievergoedingen, enz. Zelf konden ze geen beroep meer doen op hun financiële reserves die geblokkeerd werden als gevolg van oorlogsmaatregelen. Door het steeds groter wordend verschil tussen de geldmassa en de goederenmassa dreigen problemen in het betalingsverkeer te ontstaan.
Zoals honderden Belgische gemeenten en steden, 483 om juist te zijn, heeft ook Sint-Margriete in de periode tijdens en kort na de Eerste Wereldoorlog 14-18 papieren noodgeld laten drukken om te verhelpen aan het tekort van kleingeld. Ook diverse andere instellingen zoals armenbesturen, hulp en voedingskomiteiten, ... hebben in die tijd eigen geld laten drukken, met de belofte dat dit noodgeld na de oorlog terug kon ingewisseld worden tegen de gangbare biljetten en munten van de Nationale Bank en de Schatkist.


In Sint-Margriete was het schoolhoofd Jozef Van Cauwenberghe de grote bezieler en voorzitter van het Hulp & Voedingskomiteit bijgestaan door vrijwilligers o.a. Henri Maeyens handelaar te Ste Marguerite, die na de oorlog een Diploma mocht in ontvangst nemen als Souvenir van de Grote Oorlog 1914-1918 tot vereeuwiging der gedachtenis van de Belgische soldaten en burgers gestorven voor het vaderland.
Ook werd een gedenkpenning van het Nationaal Comiteit overhandigd door het Koninkrijk België, het Ministerie van Nijverheid, Arbeid en Bevoorrading vergezeld van een oorkonde met volgende tekst :
Bij koninklijk besluit van den 24sten December 1919 wordt de penning van 4e klas verleend aan :
Mijnheer Henri Maeyens
Mademoiselle Maria Maeyens
voor het nationaal comiteit voor hulp en voeding.
Ondertekend : de Regeringsafgevaardigde Albert Henry
                       de voorzitter van het Uitvoerend Comiteit Emile Francqui
                       de voorzitter Ernest Solvay
                       de minister Joseph Wauters.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten