Mijn vader was facteur, en daar ben ik fier op !
De brievenbesteller, facteur, postbode of kortweg de bode was, zeker op het platteland, de hoeksteen van de sociale cohaesie. Hij trok door weer en wind, zomer en winter, door regen en sneeuw, de straat op, vroeger ook op zaterdag en zondag, van zeer vroeg in de morgen, om de mensen vreugde maar ook verdriet, te bezorgen, via brieven, dagbladen of officiële stukken, ofwel bij een gemoedelijke babbel.
En dit werd zeer geapprecieerd, oprecht en dankbaar. De vriendschap was wederzijds.
Zo bediende mijn vader, Aimé de facteur, of voor de insiders "Meej de bodde" ronde 4 wat stond voor de helft van de Leemweg, de Boterhoek en de grootste brok, de straten, de gebruikelijke naam voor al wat zich ten zuiden van het dorp bevond tussen Leemweg, Eeklo en Kaprijke. Dit was één radertje in de grote geoliede machinerie die men de posterijen noemt.
Dat het oude, adellijke geslacht Thurn und Taxis (Tour en Taxis) door zijn activiteiten in het postwezen een grote rol heeft gespeeld, is wellicht voldoende bekend. Reeds in de 13e eeuw richtten ze koerierdiensten in tussen de Italiaanse stadstaten. In de latere eeuwen beheerde het geslacht verscheidene nationale postdiensten, ook in de Nederlanden, waarbij het 20.000 koeriers in dienst had. Op 01.03.1500 werd Frans de Taxis te Gent door Philips de Schone tot eerste algemene postmeester van België benoemd. De familie Tour en Taxis bleef lang in het bezit van het grootmeesterschap der posterijen, niet alleen in België, maar ook in Duitsland, zolang het oud regiem bestond. In 1830 werden de Belgische Posterijen als staatsdienst opgericht. Tot in 1836 werd weinig veranderd aan de inrichting, zoals ze werkzaam was onder het Frans Bewind en tijdens het Koninkrijk der Nederlanden. De bevolking van het platteland was nog altijd verplicht de voor haar bestemde brieven af te halen in de naburige stad, tot de wet van 29.12.1835 dit wijzigde en in de tweede helft van 't volgend jaar de poststukken overal aan huis werden besteld. Maar pas in 1841 is er sprake van dagelijkse postbedeling, ook op het platteland. In 1963 moet elk huis verplicht een brievenbus hebben.
In de notities van pastoor De Swaef kunnen we lezen dat er in Sint-Laureins tot 1884 een postbureel was in de Gouvernementstraat in één der vier woningen tussen het Lindenhof en de Rommelsweg. Hier woonde ook Verstraeten Serafien, briefdrager. Eind 1800 was in de Dorpsstraat het huis naast gasthof "St.Hubert", waar later nog de familie Looghe heeft gewoond, postkantoor.
Daarna was de postontvangerij in de Dorpsstraat, naast slagerij De Reu en bakkerij Martens en was de postontvanger Clement Verstaete, tevens voorzitter van de muziekmaatschappij, die hem bij de viering van 25 jaar postmeester in 1905, dan ook een serenade bracht. Velen herinneren zich nog wel zijn dochters, de gezusters Verstraete Esther en Raphaëlle, op hetzelfde adres, als agenten van verzekering.
Vanaf 08.09.1905 wordt de post van Waterland-Oudeman niet meer door Sint-Laureins maar door Watervliet besteld, waardoor de bestelling 2 uur vroeger gebeurt.
Als postbodes vinden we op dit moment in Sint-Laureins Alfons Verstraete, tevens bestuurslid van muziekmaatschappij Concordia en overleden in 1911 en Edmond Haers die woonde naast de kerk West en die bij KB van 25.07.1906 de burgerlijke medaille 1e klas kreeg, voor zijn trouwe dienst als briefdrager, en die na 49 jaar dienst met pensioen ging.
In de Dorpsstraat, rechtover de Leemweg, krijgen we dan ook nog postontvanger Camiel Fort en tot in 1948 De Buck André Joseph. Het tweede huis voorbij de kerk, Dorpsstraat 113 wordt dan postkantoor bij postmeester Van Parijs, waarna het een eindje verder verhuist naar "St.Hubert" voorheen van de familie Janssens, nu gekocht door de familie Claeys Charel uit het café in de Kruiskensstraat, alwaar het opent op 01.11.1958 met postmeester Boes Antoon en daarna Claeys Rita. Door hervormingen gaat de dienst later naar Maldegem.
Ondertussen zijn een hele schare bodes de revue gepasseerd. Een overzicht waarbij ik de meeste aandacht schenk aan de oudsten, die wij nog gekend hebben, of er zeker van gehoord.
Mon Ceulenaere, een prototype van de vooroorlogse facteur, toen er enkel voetdiensten bestonden. We konden hem regelmatig tegenkomen, steevast met zijn stok, en steeds met stevige tred. Hij woonde op het einde van Karelshoek, het huis met trapjes naar beneden, samen met Jules die kuiper was (touwen en vaten) en met zijn zuster Clara die een winkel hield in uurwerken en juwelen, en tevens een café uitbaatte, bekend om zijn Rodenbach!
Wies Jonckheere, op de foto hiernaast, met twee inwoners van Sint-Margriete dat hij bediende en dat toen een velodienst was. Zijn zoon heeft hem later als bode opgevolgd.
Camiel Roets, woonde naast Aloïs Venneman in de Dorpsstraat, Karelshoek. Hij had 3 kinderen, Jules, Diane die epilepsie had en verongelukt is toen ze naar Eeklo reed waar de Prinsen van België op bezoek waren, en Albert.
Prudent De Sutter, geboren in 1920, was voor hij beroepsmilitair werd, gedurende 14 jaar in dienst van de posterijen, waarvan het grootste gedeelte als facteur in Sente en waarbij hij de bevolking bediende van Sint-Margriete en Sint-Jan-in-Eremo. In 1977 woont hij te Huise als gepensioneerde adjudant van het leger.
Dichterbij in de tijd, voor sommigen beter herkenbaar, vermeld ik graag : Julien De Reu, Aimé Strymes, Georges Jongbloed, André Jonckheere, Georges De Vlieger, André Schelstraete, Hilaire Van Parijs en Pierre Van Landschoot.
Ondertussen is B-post op zoek naar zijn identiteit en staan heel wat nieuwe krachten klaar om de heroïsche schare aan te vullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten