dinsdag 10 december 2013

Sint-Laureins : Wijk- en herbergkermissen op de Oosthoek 19e eeuw.


In de Oosthoek en de Vuilpanne was het tot lang na de Franse Revolutie iedere zondag “kermis” zowel voor de Belgen als voor de Nederlanders. Rond 1830 sprak men hier gemeenzaam over “danskoten of danstenten”. Hoe kon het ook anders in een grensstreek waar als het ware de voordeur op Belgisch grondgebied uitnodigde en de achterdeur uitgaf op Nederlands grondgebied. Naast herberg “De Vuilpan” ontstond zeer snel “De Gekroonde Vuilpan” met daarnaast “De Nieuwe Vuilpan” en recht hiertegenover “In de Oude Vuilpan”.                                                                                                                             


 Men had op de Oosthoek de herberg van Eduard De Lange maar ook van Charles en Eduard Van de Wynckel, de herberg “Het Veldzicht”, ook “Den Congo” genoemd, bij Jan en later Petrus Colman, de herberg “Het Rozenhoedje” ook kortweg “Het Hoedje”  bij bazin Raes later Camiel De Beir.  Sommige cafés hadden ook dezelfde naam, zo had men “De Vuilpan” bij Jules De Keyzer waarna Pieter De Keyzer-De Lille maar men had ook herberg “De Vuilpan” bij Charles-Louis De Coster op de steenweg naar sint-laureins grondgebied Eede. Eveneens op den Oosthoek had Victor Pille zijn café en Petrus De Clercq zelfs zijn café met overdekte bolbaan en in de Vlotweg kon men terecht bij P. Van Queckelberghe.                      
Het was kermis bij de opening op 30.09.1906 van de herberg van Camiel Claeys-Pille en op 05.01.1908 bij de feestelijke opening van het café van August Bottelberghe-Van Hecke en op 1 januari 1911 was er een groot Platefeest  bij Petrus Pille. Kortom, men nam elke gelegenheid te baat om te kermissen ! Er was wel elke week ergens een herbergkermis of taartjeskermis of wijkkermis met een kaartprijskamp, prijskamp op de vogelpik, enveloptrekking met velo of een prijsbolling met na de prijskamp o.a .een pot kazakken met zeekapiteins of bloedworst of  ’s avonds gepoefte kazakken of teeltaarten te verspelen op de billard. Soms  waagde men zich aan het illegale spel met anker en zon (zie onderaan) en vloeide de geestrijke drank rijkelijk.

 En de gratis prijzen bij de bolling vielen best mee, zo bijvoorbeeld o.a. : Een vet konijn, een vette haan, een korentenbrood  en  ’s avonds voor iedereen gratis bloedworst of nog :
                              1e prijs : een vette gans of 4 frank
                              2e prijs: 2 vette konijnen of 3 frank
                              3e prijs: 2 vette haans of 2 frank
                              4e prijs: 1 vette haan of 1 frank

Bij de kaartingen ging het meestal om geldprijzen en niet zelden schonk de waard na de gedane inspanningen ’s avonds gratis o.a. haringen met kazakken of nog, twee tonnen mossels. Tegenwoordig is het aantal herbergen overal sterk gedaald, maar tot rond 1925 kon men in de Oosthoek nog zijn dorst lessen bij o.a. Medard De Smet of Arthur Gysel of Camiel De Keyser of André Van den Dorpe of  Camiel De Beir.
 En als je nu geneigd zou zijn een verkeerd beeld te krijgen over de wijk, door het grote aantal cafés, kan ik je geruststellen met de vaststelling dat er overal in Sente, zoals bijna overal  trouwens, in elke bewoonde straat minstens 2 of 3 herbergen waren waar men terecht kon voor een “safarke” of het gewone of iets straffere gerstenat, een Jonge of Oude Klare of een andere geestrijke drank die na de invoering van de wet op het drankmisbruik op een sluikse manier aan de man gebracht werd !           

                                                                                                                                                                   
Hierboven een afbeelding van het spelbord “Ankers en Zonnen” uit de collectie van het museum “Het Huis van Alijn” te Gent. Het beruchte verboden kansspel dat reeds van in de 18e en tijdens de 19e tot in het begin der 20e eeuw werd gespeeld in herbergen maar vooral in open lucht bij kermissen en allerlei gelegenheden bestond uit drie teerlingen met daarop dezelfde symbolen  als op de zes vakken van het bord. De spelers zetten geld in op de symbolen van het bord en wierpen dan met de teerlingen. Het illegale spel werd bij voorkeur in open lucht gespeeld zodat men vlug kon weglopen als de gendarmen in de buurt kwamen en de vingervlugge, weinig betrouwbare, bankiers, zoals men ze noemde, gebruikten veelal een lederen beschilderd vel als spelbord dat rap kon worden opgeplooid en weggestopt bij een mogelijke inval van veldwachters in de herbergen waar dit clandestiene spel frequent gespeeld werd!                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                

Geen opmerkingen:

Een reactie posten