zondag 22 december 2013

Sint-Laureins : Liturgische medewerkers in de kerk, de misdienaar.

Ben onlangs bij een bezoek aan de kerk in Sente nog eens binnengewipt in de sacristie. 't Was héél lang geleden ! Er was sedert mijn tijd als misdienaar niet veel veranderd, ik rook de typische sacristie-geur en er hing nog steeds een goddelijke rustmakende sfeer die mij als het ware overviel. De lavabo met het doek voor het reinigen der handen, de credens met de paramenten of om het met verstaanbare taal te zeggen de lage kast met de brede smalle laden voor de liturgische kleden, de zware oude deur voor de kluis, zelfs in een hoek de scepter van de baljuw die ik in jaren niet meer gezien had, uiteraard het kruisbeeld, alles was er nog op dezelfde plaats. En toch, het kader met de naam van de bisschop boven de credenstafel was aangepast. Maar wat ik het meeste gemist heb, was bij het binnenkomen na de twee op elkaar volgende ingangsdeuren, onmiddellijk rechts in de hoek, de ingemaakte kast waar wij als misdienaar onze kleren bewaarden! Ik heb er jaren gebruik van gemaakt!
Hier hing onze toga met superplie, het wijd linnen koorhemd dat reikt tot aan de knieën en gedragen wordt over de toog. Dit laatste werd elke week gewassen en in mooie plooien gestreken en we hadden een gewone uitvoering en een mooiere voor de plechtigheden. Er was voor de normale mis een rode toog en voor tijdens de vastenperiode en bij begrafenissen een zwarte toog beiden met witte superplie. Elk had ook een bonnet voor buiten de kerk zoals eventueel bij begravingen.




Bij de gang naar het kerkhof tijdens de begrafenis van Margriet Van De Rostijne in 1943 ziet U hier links vooraan misdienaar P. De Ridder toen wonende vooraan in de Vlamingstraat, later priester en o.a. rector van Mariahove te Bellem; in het midden drager van het kruis Emiel Rombaut toen wonende Dorpsstraat aan de overkant der kerk met zijn moeder die weduwe was, later onderofficier bij het Belgische Leger en o.a. verantwoordelijke voor de keuken van het Munitiedepot in het Leen te Eeklo, en rechts vooraan Arseen Waterloos toen wonende in de Kantijnstraat.
De taken van een misdienaar waren verscheiden : De ciborie of schaal met nog niet geconsacreerde hosties en de kelk worden door hen aan de priester gegeven. Ook zorgen zij voor water en wijn, zodat deze gemengd kunnen worden voorafgaand aan de consecratie en voor water voor de handwassing. Ze beantwoorden de gebeden van de priester, toen nog in het Latijn. Staan de priester bij, bij de communie en bij de offerande en bij verschillende handelingen. Kortom men was steeds in de weer. Voor de mis in de sacristie even buigen voor het kruis, na de viering opnieuw en de priester proficiat wensen. Daarnaast wordt ook de bel geluid bij binnenkomst voor de viering en wordt er gebeld en op de gong geslagen tijdens de consecratie. Ook de wierook en het wierookvat en tevens het wijwatervat met daarin de kwispel  vallen onder zijn taken. Eveneens het plechtig binnendragen van kaarsen zoals Paaskaars en Adventskaars en het dragen van het Processiekruis.




Hierboven nogmaals drie vrome knapen van een nog vroegere lichting, U ziet van links naar rechts Arseen Van de Voorde, Arnold Valcke en Julien Van de Fonteyne.

Wil U nog meer te weten komen over de ervaringen van een misdienaar in Sente klik op de pagina rechts : Het leven van een misdienaar vroeger! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten