zondag 22 december 2013

Sint-Laureins : Liturgische medewerkers in de kerk, de baljuw.

  


                                                                                Kijk, wie piept daar kinderen……?
                                                                                 Met een knipoog naar het aloude sinter-
 klaasliedje zijn we aanbeland bij Octaaf Valcke. Het is inderdaad Octaaf Valcke welke als “Kerkbaljuw” een oogje hield op zijn  kudde misdienaars zodat die het niet te bont maakten.
Bij de misdienaars zie je van links naar rechts Michael Valcke, Ivan Vlerick, mijzelf, Bertrand De Geeter, Guido Debbaut en Antoine Goossens.

Wie herinnert zich niet Octaaf welke bij alle erediensten plechtstatig in lange zwarte rok en met zijn lange zwarte scepter op de schouder met bovenaan een zilveren beeldje van de H. Laurentius, als teken van zijn waardigheid, mee voortschreed bij alle processies of andere godsdienstige plechtigheden. Octaaf ging niet alleen de tuin der onderpastoors aanleggen en onderhouden, hij hielp ook de eerwaarde heren en de koster bij het klaarleggen van de gewaden en de zorg en het onderhoud van allerlei attributen gebruikt bij de goddelijke diensten. Sente had toen nog een pastoor en twee onderpastoors en zo nu en dan kwam een priester of pater van Sentse origine op vakantie of bezoek bij familie, die bij die gelegenheid  dankbaar gebruik maakten van de kerk voor hun dagelijkse mis. Octaaf zorgde ook voor de goede gang van zaken bij het jonge volkje van de misdienaars. Zo was het de gewoonte dat bij een huwelijksmis heel de cast van het gebeuren een erehaag vormde achteraan de kerk onder het oksaal toen de bruiloftsstoet bij het einde der plechtigheid naar buiten schreed. De onderliggende bedoeling was een centje mee te pikken van de in feeststemming verkerende bende huwelijksvierders. In hun euforie lukte dat meestal vrij goed, alhoewel moet toegegeven, hoe hoger de trouwers in aanzien stonden, hoe vrekkiger soms hun edelmoedigheid, het was bij de meest gewone stervelingen dat de oogst meestal het grootst was. Niet iedereen van de misdienaars, soms 4 soms 6, kreeg steeds evenveel en het was dan de taak van Octaaf om alles samen te leggen en netjes te verdelen zodat iedereen dan toch evenveel had, hij heeft dit steeds nauwlettend en plichtsvol gedaan. Als chef-misdienaar ben ik zo op verschillende van die missies bij hem thuis geweest op de hoek van de Dorpsstraat, vroeger Brieversweg genoemd, en ’t Nieuwbedelf in de volksmond “Suikerstraatje” of “Strontstraatje” geheten, om onze fooien af te halen en verder te verdelen.
Hiermee hebt U tevens een overzicht gehad van de taken van de kerkbaljuw, een soort ceremoniemeester die samen met de koster zorgde voor het gereedmaken van de altaartafel en een oogje in het zeil hield bij het goede verloop der diensten en op de waardige houding der misdienaars. Heel wat kerkbaljuws zijn ondertussen de revue gepasseerd. Onder pastoor Van Waesberghe (1641-1653) was Lieven Verleye baljuw in de kerk, daarna in 1700 Lieven Versluys en in 1707 Jacques Van Dorpe. In 1723 Pieter Dossche en van 1730 tot 1777 Laurentius De Kien. Onder pastoor Glorie (1761-1803) wordt Pieter Van de Weghe kerkbaljuw. Na het schrikbewind tijdens de Franse Republiek blijft onder pastoor De Vleeschauwer (1803-1804) Pieter Van de Weghe kerkbaljuw tot hij overlijdt op 01.05.1804 en wordt opgevolgd door Dominicus De Sauter. Dan wordt de zoon van koster Filip Borgonjon en Maria Jacoba Perck, Augustin gehuwd met Anna Catherina Goossens kerkbaljuw tot op het einde van zijn leven en wordt in 1833 opgevolgd door zijn zoon Jan, bijgenaamd "Jantje Kosters".
Op maandag 10.06.1895 werd te Sint-Laureins het jubileum gevierd van Jantje Borgonjon die het ambt in dienst van de kerk reeds 62 jaar uitoefende. De zondagavond bracht het muziek hem een serenade en de maandag werd hij plechtig aan zijn woning afgehaald door de 2 pieken of suissen en met de muziek op kop trok men naar de kerk waar om 9 uur een solemnele mis werd opgedragen en waar pastoor De Swaef in zijn sermoen benadrukte dat het al sinds mensenheugnis was dat de familie Borgonjon de kerkbaljuws leverde. De feestelijkheden duurden verder de ganse dag en werden besloten met de vrome wens binnen 13 jaar het diamanten jubile van Jantje te vieren !
In het begin der 20e eeuw, ten tijde van pastoor Van Havermaet, werd het ambt van baljuw uitgeoefend door Ferdinand Eeckhout, die in 1934 onder pastoor Verhulst wordt vervangen door Octaaf Valcke, die dan ten slotte ontslag neemt als kerkbaljuw in 1962.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten