zondag 22 december 2013

Sint-Laureins : Liturgische medewerkers in de kerk, de Suisse of Pijke.

De Suisse of pijke, de eerste naam afgeleid van de Pauselijke Zwitserse Wacht en de tweede was de naam die de mensen gaven aan het ceremoniële wapen die hij bij zich droeg, was een burger aangesteld om tijdens de goddelijke diensten de orde te handhaven en die ook buiten de kerk plechtig mee stapte in de processies. Hij zorgde voor de nodige eerbied in Gods huis en van hem werd verwacht dat hij ordeverstoorders en oneerbiedigen tijdens de eredienst indien nodig uit de kerk zou verwijderen, meestal volstond een opmerking, desnoods een duw met het ondereinde van zijn wapen, maar in de meeste gevallen een veelzeggende blik!
Heel vroeger, in de jaren voor de eerste tot nog tussen beide wereldoorlogen was het soms nodig dat de Suisse er de orde inhield. De mensen labeurden hard en veel en ontmoetten mekaar veelal slechts de zondag bij het bijwonen der mis en ook achteraf. Zo bestond in Sente rond 1920 in de kerk wat men noemde "de haverhoek", achteraan langs de mannenkant, waar de boeren stalen van haver en andere veldgewassen keurden, de oogst bespraken, de duivenuitslagen uitwisselden en gretig de laatste nieuwtjes en dorpsroddels becommentarieerden.
Zijn kleding bestond uit een zwartlaken uniform : broek met goudgalon op de zijkanten, mooie lange mantel tot aan de hals gesloten voorzien van koperen en vergulde knopen en op het hoofd een steek afgeboord met goudgalon. Over de rechterschouder een bandelier met opschrift "POLITIE" of "EERBIED" en symbolisch gewapend met een hellebaard als teken van zijn gezag.


In Sente had men zoals U kunt zien twee uitrustingen één voor gewone diensten en één voor solemnele diensten en voor op feestdagen. Zijn taak bestond er ook in de priester te gaan ophalen en hem na de mis weer voor te gaan naar de sacristie. Als alles rustig was stapte de pijke kalm rond in de gangen van midden- en zijbeuken van de kerk soms de ruststand innemend, plechtstatig met het gezicht in een ernstige plooi en tijdens de consecratie salueerde hij staande in het middenpad der kerk.
Maar werd de orde verstoord of werd het te luidruchtig schoot de pijke in actie en stevende resoluut af op de plaats van het gebeuren. Maar meestal was zijn preventieve aanwezigheid voldoende om de rust te handhaven, alhoewel in het uiterste geval werd de ordeverstoorder desnoods buiten gestoken!
Begin 1900, ten tijde van pastoor Van Havermaet, was Louis Baute suisse, opgevolgd door Kamiel Versyp, en in 1954 door Gentiel Temmerman, waarna in 1959 Georges De Smet wordt aangesteld als suisse. Hierna krijgen we dan de laatste pijke van Sente, Lucien Snebbaut, die er de brui aan geeft, als die rond 1970-71 naar Knokke verhuist. Hierbij is ook dit kerkelijk ambt uit de geschiedenis verdwenen en werd het kostuum, uitzonderlijk nog slechts twee maal gedragen door Cyriel Buysse, de grafmaker, en dit ter gelegenheid van de viering van twee eeuwelingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten