Sint-Laureins : Oorlogsschade na de Tweede Wereldoorlog.

 Onaangekondigd viel het Duitse leger België binnen op 10 mei 1940. Men dacht, na het eerste buren-onderonsje 25 jaar eerder, ditmaal beter voorbereid te zijn en men voelde zich ondertussen oninneembaar  versterkt! Niet dus! België hield het relatief kort uit. Na een felle strijd van 18 dagen capituleerde het Belgische leger op 28 mei 1940. Dit was het begin van de Duitse bezetting die tot september 1944 zou duren.

Al tijdens de eerste uren werd de Belgische luchtmacht op de grond vernietigd na massale bombardementen waarbij enkele duizenden doden vielen en met vliegtuigen en tanks trokken de Duitsers door de Belgische en Franse Ardennen. Na de Achttiendaagse Veldtocht in mei 1940 had men de bombardementen van 1943 - 1944, de bevrijding en de eindoffensieven. Het is dus duidelijk dat tijdens de Tweede Wereldoorlog grote schade werd aangericht, niet alleen aan openbare structuren en gebouwen maar ook aan privébezittingen.


Om een positief signaal aan de Belgische bevolking te geven richtte de Duitse bezetter al op 29 juni 1940 het "Commissariaat voor 's Lands Wederopbouw" op, bestaande uit drie diensten en een Algemeen Secretariaat waaronder Dienst C "Oorlogsschade". De Duitsers hadden uiteraard alle baat bij een spoedig herstel van België met het oog op een Duitse overheersing na de oorlog! Reeds tijdens de oorlog werd dus begonnen met de aanmaak van schadedossiers, maar de grote massa kwam pas op gang achteraf na de beëindiging van de oorlog en de afkondiging van de wet van 1947 over de oorlogsschade aan privégoederen. De administratie draaide tijdens de Tweede Wereldoorlog reeds op volle toeren, daarna komt er een Ministerie van Wederopbouw met één centrale directie in Brussel en één zetel per provincie. Men moet schadedossiers ten gevolge van krijgshandelingen samenstellen en in tweevoud indienen. De schade moet wel groter zijn dan 2000 frank! Fysiek menselijk leed wordt niet behandeld in de oorlogsschadedossiers.

Tussen 1940 en 1945 werden 506.090 onroerende goederen die vóór de oorlog bestonden beschadigd of verwoest. Honderdduizenden ingediende dossiers van oorlogsschade worden bewaard in het Rijksarchief. Het Rijksarchief had ook al snel ongeveer 8 strekkende kilometer archief over oorlogsschade aan privégoederen waaronder 900.000 individuele dossiers om te bewaren, wat werd aangevuld met 3 km dossiers van de FOD Binnenlandse Zaken.


Deze dossiers worden bewaard in zuurvrije dozen en mappen bij een constante temperatuur, om te voorkomen dat de geschiedenis helemaal zou verpulveren. Ze vermelden oorzaak en omstandigheden van de schade aan de gebouwen. Ze bevatten foto's die geen twijfel laten bestaan over de verwoestende willekeur van de oorlog en ook getuigenverklaringen op oorlogspapier dat het beschadigde goed wel degelijk bestond vóór de oorlog, ook aankoopbewijzen, plattegronden en prentkaarten, m.a.w. een duidelijk overzicht van de omvang van de "collateral damage".


Een selectie uit de schadedossiers van het Algemeen Rijksarchief maakt oorlog wel heel erg concreet.




Menselijk leed bij slachtoffers vindt men hier niet terug, noch miserie of ongemak. Ik herinner mij het bangmakend gebulder van het geschut in de verte, het gebrom of het schril geschreeuw van overvliegende moordtuigen of duikende stuka's. Het vluchten bij evacuaties van schuiladres naar schuiladres, de dijken volgend omdat de rest tot zover het oog reikt, onder water was gezet. De donkere wolken van zoemende muggen rond de kerktoren en toch het blij weerzien van bekende gezichten in schuilkelders van allerlei structuur! Dit verschilde van plaats tot plaats maar ook Sint-Margriete en Sint-Laureins en een groter deel van het  Noorden van ons land deelde in de brokken toen heftig werd gevochten rond het Schipdonk- en Leopolds-kanaal terwijl de toenmalige vijand zijn biezen wou pakken richting Nederland om zo een doortocht te krijgen richting "heimat"!

Op sommige plaatsen in Sente was de schade dan ook erger dan op andere. Naast de vele kapotte vensters waren ook enkele huizen op het dorp de pineut. Hierbij nog een paar beelden van enkele littekens die de meesten van ons zich nog zullen herinneren, het huis van de familie Valcke op de hoek van de Kantijnstraat en de woning van Clement Reubens, schoenmaker en gelegenheidscoiffeur aan huis, waarin achterin gewoond werd en waar ook lange tijd na de oorlog voorin een standaard dak ontbrak.




Maar van 1944 tot 1960 maakte België een periode van snel economisch herstel door deels als gevolg van het Marshallplan en waren het gebrek aan bouwmaterialen en glas van kort na de oorlog even snel vergeten!
Blijkbaar heeft het mensdom niets bijgeleerd of zijn de deelnemers aan het toenmalig schouwtoneel allen van de planken verdwenen en is er een nieuwe lichting malloten die hun afkomst volgens de evolutieleer willen bewijzen en zodoende hun reputatie als moordenaars wensen geboekstaafd te zien.
Het ziet er op wereldniveau in elk geval niet pluis uit, hopelijk krijgen ze een goddelijke ingeving!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten