Sint-Laureins : Hoe de oude Brieversweg in een halve eeuw tijd zijn ziel verloor ! 3. Moleneinde.

Moleneinde : De noordelijke kant.

Om het overzicht van de dorpsstraat volledig te maken, doorlopen we nu het derde deel, het Moleneinde waar eens de molen van Felix Eykens stond en we beginnen komende van de Gochelare met aan de noordkant de fietsenzaak van De Sutter en vervolgens de kruidenierswinkel van Verbrugge waar we bonnetjes bij de koffie van De Coninck-Hesters van Zelzate spaarden voor allerlei premies in natura. Voorbij de gendarmerie was de kledingzaak van Rudolf De Craene - Van Steenkiste. Rudolf was niet alleen zeer ijverig in de plaatselijke politiek maar was ook kleermaker, werkte met personeel, leverde op vraag ook soutanes voor de geestelijkheid van het ganse bisdom, en voerde indien gewenst eventuele klanten naar de zaak op de markt in Deinze waar de keuze in modellen uitgebreider was.

Even verder was het bedrijf van De Sutter waar elke dag stipt op tijd meneerke Maes te voet van uit de Leemweg komende, plichtsgetrouw de cijfers consciëntieus bijhield, alsof het voor hem zelf was, zowel van de vette voor de landbouwers als van de kolen voor de particuliere huishoudens. De windmolen was dan wel verdwenen maar door Honoré De Vos werd hier wel verder elektrisch gemalen wat Raymond De Vos dan verder zette en tenslotte de aanloop was voor de handel in meststoffen en graanhandel van Adhémar Braet.


Verder was er ook de herberg bij Raymond Valcke met de grote groene inrijpoort waar men in het seizoen lekkere aardbeien kon kopen, van eigen kweek ! Er werden ook gaaischietingen op de liggende wip, kaartingen, bollingen, vinkenzettingen en hanenkraaiwedstrijden gehouden !
De Root of de acht zaligheden, de acht oude huisjes, waren reeds grotendeels verdwenen maar wie we hier wel nog tegenkwamen waren de Gernaeys en Elodie de censengaarster in de zondagse mis die in de week druk doende was om met de stootkar overal brandhout te gaan halen om op te slaan voor in slechte tijden, als ze al niet op stap was met emmer en schop om de verse paardenstront in te slaan die in de straten veelvuldig aanwezig was door de vele paarden voor het boerenwerk. De gedroomde mest, zoals ze met overtuiging vertelde aan iedereen die het horen wilde, voor haar rozen ! Nogal wat huizen werden hier verbouwd en zo is er ook op het einde van vorige eeuw een tijdje een lingeriewinkel, bankkantoor en makelaar geweest, maar een der vaste waarden was de "Spar" van Maria Campe waarbij we de spaarzegels in boekjes konden kleven om in te wisselen tegen klinkende munt !
Lange tijd hielden Jules Valcke en de gezusters Valcke, die tevens voor de Mariakapel aan de overkant der straat zorgden, hun porceleinwinkel open, in feite allerlei huishoudartikelen en produkten in duurzaam keramiek. Rechtover het Nieuwbedelf, in de volksmond ook genoemd het suikerstraatje of strontstraatje naargelang de goesting, was er ook het café waar o.a. Anna "sneeuwwitte" en Arlette een tijd de plak zwaaiden. Aan de ene kant woonde voerman Achilles Verniere later opgevolgd door zijn zoon Herman en aan de andere kant woonde ooit voerman Raymond Welvaert en Margriet Crul, aardappelhandel waarbij je als particulier ook je nodige voorraad patatten kon inslaan.


Bij kapper Marcel De Neucker kon je ook wel een pint bier krijgen  of iets straffer terwijl je jouw beurt moest afwachten, als je al niet even moest wachten tot zijn pint uit was terwijl hij op zijn voordeur lette vanuit het café aan de overkant ! Vroeger had je daar ook nog de winkel van Prosper Bultynck waar ik nog met een meegebrachte glazen bokaal om door hemzelf ingelegde pekelharing ging of door hemzelf opgelegde roggevleugels in gelatine. Op de toonbank stond een aarden kom met kippeneieren in gebluste kalk voor de enkelingen die zelf geen kippen hadden en voor in eierarme tijden !
Naast het café van Gerard Verheye had je de woning van de vroegere meester Vercraeye, nu de apotheek. Meester Vercraeye zat nogal goed bij kas en was steeds bereid tegen een goed procentje een kleinere lening af te sluiten. Hij zorgde ook voor allerlei administratieve en financiële formaliteiten voor zelfstandigen, die voorheen niet bestonden, en in die tijd bij de overheid gretig het daglicht zagen, aan de ene kant een zegen voor de belangengroep, aan de andere kant een middel tot controle door het beleid. Het is kwaad kersen eten met hoge heren, zij grijpen naar de grootste en schieten met de stenen, is een goed gekend gezegde die hem niet helemaal vreemd was en nog meer tekenend is het feit dat bij de verkoping van zijn huis de koper tussen het gebinte van het dak "de schatten op zolder" ontdekte ! Zijn gebuur Jozef Martens, een oorlogsvrijwilliger geboren in 1896 in Hechtel, maakte in 1919 deel uit van het Belgisch bezettingsleger dat tijdens een rustperiode even halt hield te Sint-Laureins. Hij verloor hier zijn hart en enkele jaren na zijn huwelijk vestigde hij zich definitief in de gemeente waar hij overleed in 1966. Hij was gehuwd met Gerarda Van Hecke, daarna met Irène Van Rie en wij herinneren hem nog als de struise man met het stevige boek die overal langs kwam waar reeds "eletriek" was om de meter af te lezen en op te nemen ! Wij sloegen regelmatig een praatje toen hij naar zijn "lochtink" kwam die hij evenals wij, huurde van de kerkfabriek achter ons op het stuk waar ooit de congregatiezaal stond !
En daarmee zijn we beland bij het laatste huis aan de noordkant van de dorpsstraat dat nog mocht meedoen aan de jaarlijkse Moleneinde kermis, dus op de hoek van de Vlamingstraat, de textielwinkel van Cyriel Van Hecke en Irmaatje Goossens, ook met de obligate poort waar op zondag tijdens de missen het stalen ros kon worden geparkeerd !

Moleneinde : De zuidelijke kant.

Stappen we dan over naar de zuidkant van de dorpsstraat, naar het eerste der rij huizen dat elk jaar mee mocht doen met Moleneinde kermis en waarvan eventuele jongeren mochten deelnemen aan de gratis kinderspelen met mooie prijzen die plaats hadden aan de kapel aan het Nieuwbedelf, namelijk Peetje en Emerence De Sutter- De Sauter met hun winkel met gedemodeerde porceleinen huishoudprodukten zoals lampetkannen, pispotten, sauskommen, ook glazen en koperen olielampjes en petrollampen en glazen in allerlei grootte en vorm voor lantaarns. Op de toog stond nog de "oversized" koffiemolen en aan de zoldering hing de weegschaal met grote koperen schalen, overblijfsels van wat ooit eens een kruidenierswinkeltje was geweest. Aan de muur een paar vergeelde foto's van het oude pompierscorps en van de zaak. Als kinderen (Joost mag weten waarom?) daar binnen moesten zijn, werden ze steevast getrakteerd op een zelfgeplakte tipzak uit gazettepapier gevuld met nic-nacjes. In de lade van de toonbank het handboek van Judocus Vervaet, wagenmaker, dat hier voor mij ligt. Ook pastoor De Swaef moet dit gelezen hebben, want E.H. Bernaert beschrijft in zijn kronieken van Sint-Laureins op blz. 478 wat men nodig heeft aan middelen voor het feestmaal op Sint-Elooi en wat de jagers op Sint-Hubertusdag leveren aan de Greffier van het Ambacht van Maldegem. Letterlijk wat in het kasboek van 1785 te lezen is ! In een ander schuif nog een deel van een met de hand geschreven stichtelijk boek over broeders en zalig verklaarden en allerlei ander antieke prullaria. Later werd het huis gesloopt en kwam hier de textielwinkel "Huis Strymes" bij Lydie De Neve.


Daarnaast was lange tijd het postkantoor met postmeester Van Parijs, drukkerij Maeyens en coiffeur Jean-Pierre met verder het winkeltje van Schelstraete en veel later slager Medard Verheye en Georgine en de frituur van Zulma die begonnen was met slagerswinkel, met ernaast café "De Pluim" met cinemazaal. De dikke en de dunne, charly chaplin, cowboyfilms of Shirley Temple of Mickey Rooney allen zijn ze de revue gepasseerd, zwart-wit of stomme film met of zonder pianobegeleiding van Louise Longueville. Uiteindelijk werden het goochel shows of 3-Charel revues tot dit alles in het oer-conservatieve Sente uitdoofde en de zaal veranderde in een bolders-tempel met naam "Het Boldershof".


Ernaast hebben we dan café "Sint-Hubert" van de familie Janssens opgevolgd door Charel Claeys  uit de Kruiskensstraat, en waar in de aanbouw het postkantoor kwam. Na de oprit heb je de kruidenierswinkel van Looghe, later van Dénise Schautteet en Roger De Keyzer met daarneven de kleerwinkel met café en duivenmaatschappij van Filibert Rammelaere, biggensnijder en Marie Strymes. Café genoemd "De Vrije Vlucht" door de latere uitbaters "Café Concordia". Verder in de rij de winkel voor verf en behang van Willy De Beir en Yvonne Schelstraete en later het café bij Albert en Madlein. Voorbij het Nieuwbedelf hadden we de meubelzaak van schrijnwerkerij Medard De Neve en zonen, later na gebruikt te zijn voor internaat van het EPI een restaurant. Volgt daarna de elektriciteitswinkel van Groosman en een eind verder de kruidenierswinkel van Elza De Pover - Jongbloedt, de winkel van Jenny Versele en Jeroom Van Hecke die ook als schildersknecht werkte, de slager Gentiel Verschaeve, de winkel van Alice Accoe en later de fietsenzaak van Herman Vergauwe en Leona. Hiermee hebben we de ganse dorpsstraat doorlopen en zien we dat de meeste handelszaken verdwenen zijn en kunnen we dagelijks vaststellen dat ze momenteel aan een snel tempo vervangen worden door appartementen. Gevaarlijke evolutie als je 't mij vraagt, een vergrijzende bevolking die in de toekomst nog steeds aangroeit, samen met verdwijnende voorzieningen en een meer en meer onbetaalbare mobiliteit ! En de jongeren die hier wensen te blijven, slechts één optie : met z'en allen de auto in !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten