Door haar gunstige ligging en verbondenheid met de zee ontwikkelde Brugge zich al vroeg in de middeleeuwen tot een internationale en drukke handelsstad met een haven. Tegelijk groeide de versterkte vesting uit tot een politiek bolwerk dankzij de Vlaamse Graven die vanuit Brugge het graafschap Vlaanderen bestuurden. Reeds in de 13e eeuw was Brugge een belangrijk handelscentrum en handelaren van over heel Europa vestigden zich in de stad en 's werelds allereerste beurs ontstond in Brugge! Ondanks de middeleeuwse kwalen zoals epidemieën, onlusten en armoede hadden de bruggelingen het betrekkelijk goed en breidde de stad zich snel uit. En van hieruit trokken hele hordes Vlamingen naar alle hoeken van de wereld, hetzij uit angst voor de godsdienstoorlogen, hetzij tot ontplooiing van hun specialisaties zowel als geleerde, kunstenaar of koopman. Het succes bleef maar duren en in de 15e eeuw liepen de zaken zelfs nog beter. Vlaanderen behoorde sinds eind 14e eeuw namelijk tot het rijk van de Bourgondische hertogen!
In 1428 stuurde de Bourgondische hertog Filips De Goede een delegatie, waar ook hofschilder Jan Van Eyck deel van uitmaakte, naar het Portugese hof om over een huwelijk te onderhandelen met als gevolg dat Isabella van Portugal op 7 jan 1430 in de haven van Sluis ontscheepte en er, naast zijn 30 bekende maîtresses en zijn 26 verklaarde buitenechtelijke kinderen, zijn derde vrouw werd! Na het huwelijk gaat het met zeven schepen vanuit Sluis langs het kanaal van Damme naar Brugge, waarna het in stoet naar het Prinsenhof ging voor een grotesk feest dat acht dagen duurde! De kroniekschrijvers geven een uitgebreid verslag van die gebeurtenis. De aankomst bij het paleis van Filip, het Prinsenhof, gebeurt in stijl, het stadsbestuur en de finefleur van de Brugse beau monde verwelkomen het koppel met tromgeroffel, trompet en bazuingeschal. Brugge was veranderd in een festival van triomfbogen, gevels behangen met kostbare wandtapijten, duizenden vlaggen en banieren wapperen in de Brugse straten waar alle 54 neringen zich presenteerden in hun mooiste klederdracht. In de stoet werden sommige praalwagens voortgetrokken door 16 paarden! Voor het paleis stond een stenen leeuw waar uit zijn klauw volop Rijnse wijn spoot, binnen bij de kapel een hert waaruit rode wijn vloeit en in de grote zaal een eenhoorn die rozenwater sproeide! Vele prinsen uit den vreemde en ontelbare genodigden werden vergast op banketten die de verbeelding trotseren. Een reusachtige eetzaal bevatte twee dressoirs om het gouden en zilveren vaatwerk van de hertog te presenteren, op mobiele presenteertafels verschenen nieuwe gerechten maar ook mechanisch aangedreven fonteinen, vissen die met hun ogen rolden en andere beesten die op bevel versnaperingen afscheidden. Een blauwe ram met vergulde hoorns, waaruit om beurten wijn en andere kostelijke dranken vloeiden, kwam te voorschijn uit een immense pastei waar ook nog uit deze constructie van bladerdeeg een reus met rondhuppelende dwergvrouw verscheen! Er was een kasteel met vier torens met daarop de banier van de hertog! Men voerde een geroosterd varken op met iemand daarop gezeten, een opgezet everzwijn dat vanonder zijn krulstaart radijsjes serveerde, kortom ingenieuze vondsten en flauwe grappenmakerij maar er was ook hoge kunst! Er werd geschranst, gedronken en gedanst!
In die tijd was een koninklijk feest ook een volksfeest Filips De Goede had er ook voor gezorgd dat de bruggelingen niet zouden sterven van dorst! Langsheen de route van de stoet stonden naast de muziekgezelschappen grote wijnvaten om de Vlamingen in form te houden? Gans de dag en de nacht vloeide de wijn rijkelijk uit twee reusachtige fonteinen vóór het paleis!
Vanaf 1480 kondigde zich een crisisperiode aan van onrusten gevolgd door stabiliteit en na de 16e eeuw volgden afwisselend goede en mindere periodes zich op. Naast een welstellende bevolking was er nog veel armoede! Rond 1270 bestond de Brugse bevolking uit twee sociale klassen : poorters en ambachtslieden. Poorters hadden zeggenschap in de stad terwijl de ambachtslieden dit niet hadden. Alleen poorters konden tot schepenen aangesteld worden. Als men meerderjarig was (+25) kon men poorter worden na een verblijf van een jaar en een dag binnen de stad! Men was buitenpoorter als men rechten had in de stad maar buiten de muren verbleef. Hoe meer onze fantasie blijft rondwandelen in het oude Brugghe, hoe groter onze nieuwsgierigheid naar de naam STRYMES onder de inwoners. En we hoeven niet lang te zoeken!
Op 01/01/1580 behoorde het huis 't Zonnekin (Noordzandstraat 51 - Noordzantstrate) toe aan Frans STRIJMEERSCH. Op 14/12/1584 verkopen de erfgenamen van Frans Strijmeersch een deel van het huis aan Philips Jacobsz. de Cantere, °Brugge 1555, kleermaker, poorter van Zierikzee op 3 febr 1588, +Zierikzee 1634, trouwt te Brugge omstr. 1584 met Catharina STRIEMEERSCH °Brugge 1562 +Zierikzee 26 aug 1642, waarvan het overige deel hem als medeërfgenaam via zijn echtgenote reeds toebehoorde. Het gezin kwam na de verovering van Brugge door de Spanjaarden in 1584 naar de noordelijke Nederlanden.
Frans STRIJMEERSCH gehuwd met de weduwe van Jaecques Michiels verbindt 1/2 van het huis Sint Jakobsstraat 42 (Sint Jacobstrate) Brugge op 07.10.1585 tot schadeloosstelling van de som van 49-00-00 gr. waarvoor zich Jan van Vijven borg gesteld heeft tegenover de voogden van de kinders van voornoemde Jaecques, tevens ook voor de lopende renten en de lopende schuld.
Te Brugge in 1728 was Marie STRYMEERSCH een fameuze pagadoorighe, een indraagster van panden. Pagadores heetten de betaalmeesters van het Spaanse leger dat in de XVIe eeuw onze streken bezette. Bij ons noemde men pagadors ook de tussenpersonen die als tolk en afrekenaar optraden wanneer de anderstalige soldaten van het vreemde leger hier hun inkopen deden. Deze naam werd ook gebruikt voor mannen, doch meestal waren dit vrouwen die men pagadoorighe noemde, die voor anderen naar een leenbank gingen om er hun panden te belenen of te lossen, omdat zij zelf niet naar de "Berg van Barmhartigheid" konden gaan, of zich niet bekend wilden maken! Het Brugse schepencollege zou rond 1660 voor het eerst een aantal beëdigde pagadoren hebben aangesteld en er zou een reglement zijn uitgevaardigd om misbruiken tegen te gaan. Een telling uit 1788 geeft de namen van de toenmalige dragers en draagsters en ze werden verplicht aan hun huis een bordje te hangen welke hun bezigheden bekend maakte!
In 1958 werd in het Memlingmuseum, het St.-Janshospitaal te Brugge het kunstwerk : "De bewening van Christus" met de donorportretten van Jeanne Suys, Johanna STRYMEERSCH, Maria Vermeulen en Maria van den Kerckhove naar zijn oorspronkelijke plek teruggebracht. Het werk Nood Gods met links en rechts een portret van twee hospitaalzusters uit 1655 is van de hand van Jacob van Oost. Van Jacob van Oost zijn ook : "Portret van kanunnik STRYMEERSCH" en "Portret van de moeder van kanunnik STRYMEERSCH"
Uit de weesregisters van het Brugse Vrije in het RAB blijkt dat Antheunis STRYMEERSCH (z.v. Lenaerd) poorter van Brugge, wonend te Dudzele als voogd aangesteld wordt, bij akte Zedelgem van 17.10.1598, als aangetrouwde rechtzweer, van de wezen Cornelis, Adriaen en Tanneken, kinderen van De Cnock Adriaen (z.v. Cornelis) uit zijn 1e huwelijk met Buuck Cathelyne (d.v. Jacop). De moeder was eerst gehuwd met De Proost Pieter. De wezen erven van hun vader +januari 1583 te Brugge in de "zelve strate" Er zijn diverse onroerende goederen in verscheidene omliggende dorpen rondom. Eveneens, wordt hij als voogd aangesteld, bij akte Uitkerke van 23.11.1602, als aangetrouwde maternelle kozijn, van de wezen Aernout, Pieter, Janneken, Neelken en Mayken, kinderen van Ronselye Gilles uit zijn 2e huwelijk met Moysens Mayken (d.v. Gilles). Eerst overleed de moeder, daarna de vader.
Er worden bij akte Zedelgem van 21.04.1623 voogden aangesteld voor Marijn en Catheline kinderen van De Buusere Joos (z.v. Pieter) uit zijn 1e huwelijk met Janneken STRYMERSCH (d.v. Lieven) +18.07.1622 Zedelgem. Ze erven van hun moeder. De ouders hadden tijdens het huwelijk onroerend goed te Zedelgem gekocht. De vader bewaart de wezenpenningen.
Op 27.09.1586 verkoopt Jan de Prestre, een der erfgenamen van de weduwe van Wouter de Prestre aan Maerten STRIJMEERSCH 1/4 van de winkel Markt 22-26 (Marct - ten Eyerhoucke) te Brugge. Daarna verkoopt Jan vander Leeuwe op 12.08.1588 nog 1/4 van deze winkel aan Maerten Strijmeersch. En op 30.05.1600 verkopen Maerten Strijmeersch en echtgenote de helft van deze winkel aan de weduwe van Christiaen Verplancke. Uiteindelijk verkopen op 10.01.1602 Claeis de Neve en echtgenote de westelijke helft van den winkel aan Maerten Strijmeersch en de oostelijke helft aan Marie Weerbrouck waardoor dit winkeltje tenslotte verdween.
Guillame de Muelenare als erfgenaam van Guillame de Muelenare, zijn vader, wier vader ook erfgenaam was van de weduwe van Pieter de Muelenare, verkoopt op 26.03.1602 het huis Langerei 24 (Houtbrekers Dam) te Brugge aan Jozijne STRIJMEERSCH, dochter van Jan Strijmeersch met beding dat de gemene beerput staande op het erf van het huis Sint-Pol en gemeen tussen dit huis en de huizen ernaast langs weerskanten, moet geruimd worden op het erf van het huis Sint-Pol. Verder met 14-15-00 gr. leen- en cijnsrente eeuwig eraan verbonden met de voornoemde huizen waarvan het huis Sint-Pol alleen de last draagt. Op 26.05.1602 verbindt Jozijne Strijmeersch dit huis in 50-00-00 gr. t.v.v. Guillame de Muelenare. Op 10.11.1611 bezet Jozijne op dit huis een rente van 00-30-00 gr. pen. 16 t.v.v. de weduwe van Jan de Tolenare en op 14.01.1619 een rente van 00-30-00 gr. pen. 18 t.v.v. Margriete Ella, weduwe van Jan de Tollenare. Waarna op 18.09.1625 de erfgenamen van Jozijnken Strijmeersch dit huis verkopen aan Pieter Lams.
In de archieven van de stad Brugge vernemen we meer over de broers FRANS STRYMEERSCH van huize Het Zonnekin, wat blijkt uit bovenstaande, en LEONARD STRYMEERSCH en over hun nakomelingen.
Frans Strymeersch huwt op 23.12.1583 met Marie van Vyve. Hun zoon Nicolas Strymeersch wordt geboren op 19.12.1585.
Leonard Strymeersch °1544 huwt met Louise Dierman °1546. Ze hebben twee kinderen met name
1.Marie Strymeersch °1586 +27.02.1640 huwt in 1583 met Pierre van Vyve °1543
2.Lucas Strymeersch °1566 +02.09.1614 huwt met Marie Caluwaert °1571+08.09.1647
Lucas was Schepen en tresorier van de stad Brugge en bij zijn overlijden griffier van de wezerij der zelve stad. Hij was ook clerck van de Vierschare. Toen Pieter Lootins, ontvanger van de domein- goederen van Damme en de polder te Bornem, ontvanger van de cijnzen van Diksmuide en van de leenverheffingen van het, prinselijk leenhof Burg van Brugge en magistraat van de stad Brugge, huwde op 26.04.1612 met de 24-jarige Anna van der Eycken, dochter van wijlen meester Joos, commissaris van informatie 's landts van den Vrijen en griffier van de stad en heerlijkheid van Watervliet en van Waterleet werd het huwelijkscontract opgesteld voor Lucas Strymeersch en mr Pieter Spronckholf, openbaar notarissen te Brugge. Het huis Geldmuntstraat 29 (Ghelthuusstrate) wordt op 17.12.1587 bij decreet verkocht aan Lucas Strymeersch, ontvanger van Jan Ancheman. Het huis Verversdijk 3 (Verwersdijk) genaamd "Sinte Anne" wordt op 02.03.1591 bij decreet verkocht aan Lucas Strymeersch, optredende in naam van Jan Ancheman.
Hun kinderen : - X +1597
- Marie °1586 +27.02.1640 gehuwd 20.03.1608 Pierre Losschaert °1570 +26.03.1634
De grafsteen Losschaert-Strymeersch in wit marmer afgeboord met een doorlopende fries met palmetten kerk Sint-Gillis Brugge bevat de wapenschilden der beide families en de tekst "Jonckeer Pieter Losschaert / syn leven burchmeester ende schepen slants vanden Vryen..."
- Petrus °1591
- Jeanne °09.04.1594 +1647 gehuwd 25.04.1622 Anthone Dhooghe °1603+28.11.1643
Leonard Strymeersch was de vader van Lucas Strymeersch, clerck van de Vierschare en schepen van de stad Brugge. Diens dochter Jeanne Strymeersch was gehuwd met Anthone d'Hooghe schepen der stad Brugge, kleinzoon van Jean-Baptiste d'Hooghe de la Gauguerie een Zuid-Nederlandse edelman en de grootvader van Ignace-Michel d'Hooghe, de auteur van het gekende "Handschrift d'Hooghe" een van de meest geraadpleegde bronnen die in de Openbare Bibliotheek te Brugge bewaard worden.
- Franciscus °24.04.1660
- Fernandus °08.12.1602
- Zegerius °30.04.1605
- Adriana °31.10.1609 +18.04.1644 gehuwd 19.01.1631 Anthone van de Velde +17.08.1650
Anthone vande Velde was Raedt Pensionaris en griffier van wezen der stad Brugge.
- Charlotte + 06.05.1669
Adriane Strymeersch en Charlotte Strymeersch zijn begraven in hetzelfde graf als Bernard d'Hooghe koopman en Schepen van Brugge +22.12.1689 en zoon van Anthone d'Hooghe.
Niet enkel binnen de poorten van Brugghe maar in het hele grondgebied van het Vrije komt men de naam en verscheidene varianten tegen. Buitenpoorters die voor een verlengbare termijn van drie jaar Brugge willen verlaten zonder hun rechten te verliezen moesten een vergoeding betalen en een persoon aanduiden binnen de muren der stad die voor hen borg stond. Zo verliet STRYMEERSCH Jacques Brugghe op 29.07.1594 om zich in Lissewege te vestigen.
STRIMEESCH Maria huwt te Brugge op 15.11.1691 met Depre Joannes.
STRAMES Josyne huwt met Piesens Judocus, hun kinderen worden geboren in Westkapelle.
STRYMES Susanna +Brugge 30.10.1754 huwt te Brugge op 11.08.1720 met Gruwé Philippus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten