woensdag 15 januari 2014

Sint-Laureins : Opleidingskampen voor Belgische soldaten in Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Tot 1909 werden in België soldaten gerekruteerd door loting, vanaf 1909 werd één zoon per gezin opgeroepen en mede door de steeds toenemende oorlogsdreiging werd in 1913 het wetsontwerp op veralgemeende dienstplicht goedgekeurd.


                        Bovenstaande foto toont ons de school 1912 in het kamp van Beverlo.

Op 29 juli 1914 begon België met de mobilisatie van zijn troepen, maar omdat het de Duitse overheid niet voor het hoofd wou stoten beperkte het zich tot het minimum voor het bewaken der grenzen.
Op 31 juli dan, ging men over tot de volledige mobilisatie, maar de oudste lichtingen dateerden van het regime van de loting en waren van mindere kwaliteit, bovendien was het Belgische Leger helemaal niet voorbereid op een oorlog, slecht uitgerust, en niet georganiseerd!
De inval der Duitsers in België, begin augustus was een ware overrompeling. Op een goede twee maanden tijd was ons hele leger onder de voet gelopen, de opmars der Duitsers was niet te stuiten. Na het vallen van Luik werd Brussel bezet, werd de stad Leuven platgebrand en Antwerpen veroverd! Kortom, een sterk uitgedund en ontredderd Belgisch Leger kon niet anders dan zich verder tot in de uiterste hoek van ons land terugtrekken en verzamelde zich in de streek van Veurne en Torhout. Hele scharen van vluchtende soldaten, hier en daar vermengd met burger vluchtelingen, trokken allen in dezelfde richting en velen vluchtten naar Nederland. De rest wat nog overbleef van het Belgische Leger bereikte half oktober de IJzervlakte waar ze ten koste van alles stand zouden houden!
De Duitse oorlogsverklaring deed een golf van vaderlandsliefde ontstaan en reeds vanaf begin september meldden zich meer dan 20.000 vrijwilligers, het merendeel Vlamingen, mede doordat Wallonië al eerder door de Duitsers overrompeld was. Gerekruteerden meldden zich vanuit Frankrijk, Engeland, Nederland en het bezette en onbezette deel van België en daar ze voor een opleiding in het bezette België niet meer terecht konden, werden opleidingskampen geïmproviseerd in Frankrijk als gedwongen maatregel ten tijde van oorlog! Om te vermijden dat Belgische ongeoefende vrijwilligers in het strijdgewoel zouden terecht komen, werden ze per boot overgevaren vanuit Duinkerke of Calais naar Cherbourg in Normandië. In deze kampen leerde men omgaan met het geweer, vechten met de bajonet en de discipline van het soldatenleven. Daar men nood had aan manschappen, duurde, in het begin van de oorlog deze opleiding maar vier weken om daarna vanaf 1915 snel te evolueren naar vier maanden. De uitrusting was zeer primitief en als uniform kreeg men soms pas na enige tijd, oude Belgische soldatenkleren.
In '14-'18 hebben een honderdtal St.Laureinsenaars als soldaat aan de oorlog deelgenomen, sommigen waren onder de wapens toen de vijand ons land binnenviel, sommigen werden in der haast gemobiliseerd, anderen vervoegden het Belgische Leger van uit den vreemde of trokken tijdens de bezettingsjaren over "den draad" langs Nederland en Engeland naar de Belgische opleidingskampen in Normandië.


In een brief aan de Heer De Lille, uitgever van ’t Getrouwe Maldegem en gepubliceerd in diens weekblad van 23.12.1914 geeft G. Van Holsbeke van Sint Laureins  een relaas van het wedervaren van het eerste Linie Regiment, 5e Cie, 3e peloton, die zo hun opleiding kregen in één der kampen te Carteret.
Na gevlucht te zijn uit Duffel, -waar zij reeds met de obussen en shrapnells kennis gemaakt hadden- uit Linth, Contich, Poperinghe en Cortemarck zijn ze ingescheept te Duinkerke om aan land te gaan in Cherbourg op Franse bodem. Daar, schrijft hij verder, werden zij geestdriftig onthaald door de bevolking en de franse marinesoldaten. Ze zijn daar ook gescheiden van hun andere makkers en naar Caen in Calvados overgebracht, alwaar zij twee weken verbleven hebben.
Op dit ogenblik, december 1914, verblijven zij sedert twee maanden te Carteret in het département de la Manche alwaar ze goed en met veel moed hun dienst leren, met omtrent duizend man, allen deel uitmakend van bovenvermeld regiment. Van St.Laureins zijn daar Bertrand Hoste (later ondervoorzitter van de oudstrijdersbond van St.Laureins), mijn oom Clement Van de Voorde (later de eerste secretaris van de oudstrijdersbond van St.Laureins, nam ontslag in 1940), Marcel Van Hecke, Alfons De Smet, Emile Braet, Edmond Van Watermeulen, Leo De Wilde, Basile De Roo en Georges Van Holsbeke.
Maar ook van andere Meetjeslandse gemeenten zijn daar soldaten in opleiding waaronder verschillende van Maldegem en omstreken Prosper De Deyne, Prudent De Cuyper, Hector De Sloover, Hector Rombaut, Camiel Van Hecke en Jules Coppens. Van Watervliet Joseph Martens, Jan Buyck, Petrus Versluys en zijn kozijn, Clement Van Acker, Hyppolite Van Daele en Julien Deveneyns, van Kaprijke sergeant Engels.        
Carteret, op de boord van de zee gelegen is een bergachtig en lachend dorpje, lezen we verder, welke door vele toeristen bezocht wordt, steile faleizen (falaises=klippen) en schilderachtige duinen beschutten het land tegen de woeste golven. In korte woorden, het is een prachtige streek, die de geest van elke bewonderaar treft en ontvlamt!
Hij vervolgd : “We hebben hier reeds het bezoek gekregen van de Heer Minister Renkin die ons eene boeiende toespraak deed en ons meldde dat we weldra onze broeders zouden mogen vervoegen op het slagveld. De Luitenant-Generaal Selliers de Moranville heeft ons ook eens bezocht en de troepen in revue gepasseerd ; hij was uiterst tevreden over onzen felle vooruitgang en juichte ons hartelijk toe.
Tegenwoordig gaan wij naar Patball om ons in het schieten te oefenen en alles duidt erop dat wij met half januari naar het veld van eere zullen trekken om onze wapenbroeders te gaan vervoegen. Geen moed verloren ! Met verdubbelden moed smachten wij naar de dag op den welken wij het geluk en de eer zullen hebben ons te wreken over ons verwoest land en onze verdrukte bevolking die met bitterheid en wanhoop de Duitse overheersing draagt.
Leve België, Leve de Vrijheid, Leve ons Meetjesland ! Beleefd verzoeken wij U, geachte Heer De Lille, dezen brief in Uw blad over te nemen omdat, indien het zulks mogelijk is, hij in de handen van onze ouders en kennissen zou komen. Persoonlijk vraag ik U, dit blad te overhandigen aan mijn neef de secretaris van Sint Laureyns. Op voorhand bedanken wij U uit ganser harte. Ontvang intussen, geachte Heer De Lille, onze oprechte groeten. G; Van Holsbeke en de andere soldaten van 't Meetjesland. 


Op bovenstaande foto's links mijn oom Clement Van de Voorde met enkele van zijn strijdmakkers bij hun opleiding te Carteret.

2 opmerkingen:

  1. zie foto: Weet iemand welk uniform deze soldaat draagt, en welke graad hij heeft?/Users/chris/Desktop/Fernand.jpg

    BeantwoordenVerwijderen