Sint-Laureins : Deelname aan de jaarlijkse IJzerbedevaart.

De minachting voor het offer van onze Vlaams-sprekende jongens aan het front tijdens de Grooten Oorlog was een bron van ergernis bij het grootste goedmenende deel van de ganse Vlaamse gemeenschap ! Wat voor een reactie zorgde, niet alleen reeds tijdens de oorlog, maar resulteerde in een blijvende piëteitsvolle hulde ook daarna !
De traditie van een jaarlijkse Vlaamse herdenkingsplechtigheid bestond al sedert 1920 o.a. te Steenkerke, Steenstraete en West-Vleteren. Toen eind mei 1925 honderden Heldenhulde-zerkjes werden verbrijzeld om er een weg mee aan te leggen was de verontwaardiging aan Vlaamse zijde groot ! Vanaf dan werd gedacht aan de oprichting van een IJzergedenkteken. In 1928 werden de werken aangevat. Tijdens de XIe IJzerbedevaart van 24.08.1930 werd de IJzertoren plechtig ingehuldigd.
Tijdens de eerste dag van WO II werd de IJzertoren een eerste keer beschadigd. Maar na de oorlog  werd de toren op laffe wijze in twee fasen deskundig gedynamiteerd ! Een eerste poging vond plaats op 16 juni 1945 doch die maakte enkel een gat in de wand. Een tweede, meer effectieve, volgde in de nacht van 15 op 16 maart 1946. De volledige toren stortte in ! Blijkbaar was de bedoeling van de daders op die manier de Vlaamse Beweging symbolisch te onthoofden !
Integendeel ! Het Vlaams gezamenlijk volksgevoel werd nog versterkt en het herdenkingsmonument voor de Vlaamse gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog, het symbool van de aan de IJzer ontstane wil tot meer zelfstandigheid voor Vlaanderen en de roep naar nooit meer oorlog, hierop aangebracht in de vier talen van de strijdende partijen van het westelijk front tijdens WO I, herrees enkele meter verder en nu nog hoger dan het vorige !
Tussen het puin van de oude verwoestte toren werd een Heldenhuldekruis gebouwd met daarop het vers van Cyriel Verschaeve : "Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op de oogst o Vlaanderenland" Met het puin van de oude toren werd in 1950 een monumentale toegangspoort gebouwd. De totale bouw van de nieuwe toren heeft uiteindelijk 13 jaar geduurd 1952-1965 en de toren is 84 m. hoog geworden. De kruiskop was klaar tegen de bedevaart van 1964.
Zowel bij de vooroorlogse als de naoorlogse jaarlijkse ijzerbedevaarten waren deelnemers van Sente, zowel individueel als per groep met een ingelegde autobus. Van elke periode een voorbeeld.

In juli 1935 vermeld de uitnodiging : Op zondag 18 Oogst trekt Sint-Laureins zoals gewoonte ter vrome bedevaart naar het IJzerkruis. Vertrek rond 6.45 u. aan het gemeentehuis, per luxe-autocar bezoek aan de grote kerkhoven rond Diksmuide, het Houthulstbos en aankomst te Diksmuide rond 11 uur. Na afloop der plechtigheid vertrek rond 2.30 u. naar Veurne, De Panne, de prachtige streek van de Kemmelberg, Yper, Roeselare en Brugge. Terug te Sente rond 23 uur. Inschrijven bij de heer Fort Kamiel, postmeester te Sint-Laureins. Prijs 24 frank.


In 1935 op de markt te Diksmuide. Voorste rij deelnemers van Sente met herkenningsteken als bewijs van deelname opgespeld. Van links naar rechts Gustaaf Stieperaere - Hélène Valcke - Jules Valcke - Richard Ruebens - Germaine De Jaeger - Oscar Staelens.

De 16e IJzerbedevaart van 18 aug 1935 stond in het teken van de "los van Frankrijk" leuze waarrond het Vlaamse volk zich eendrachtig diende te scharen. Er werden toespraken gehouden door J. Martens namens het VOS door Frans Daels namens het ijzerbedevaartscomité en door Alfons Laudy namens Noord-Nederland. De Heilige Mis werd gecelebreerd door de oud-brancardier Vuylsteke, missionaris te Kivu (Belgisch Congo) die een vriend was geweest van de "martelaar" Lode de Bovinge. Hij werd begeleid door het benedictijnerkoor van Steenbrugge. De dominicaan Jules Callewaert las het gebed voor de wereldvrede voor: "Ruk het oorlogsmasker af". Die dag defileerden op de Grote Markt van Diksmuide zowat 15.000 Vlaamse oud-strijders.


Vooral bij de vooroorlogse bedevaarten waren er verschillende incidentrijke, de naoorlogse blonken vooral uit door verbaal geweld.

In 1964 op zondag 23 aug werd een autobus ingelegd door het Davidsfonds van Sente voor de 37e IJzerbedevaart. Het was mooi weer en we zijn met de volzette bus rechtstreeks naar Kaaskerke gereden, waar we vanop de busparking met de massa langs de verschillende eetkraampjes over de bekende brug over de IJzer naar de bedevaartweide trokken, voor de plechtigheid met de gekende vlaggenparade, de bloemenmeisjes, de viering en de verschillende toespraken. Op de serene plechtigheid waren toen nog verscheidene politiekers van allerlei strekking aanwezig.
Dat jaar was de kruiskop klaar, als kroon op het werk, met binnenin de aangebrachte naamplaten van de gulle schenkers die de laatste fondsen hadden aangebracht voor de bouw. De ruwbouw van de toren was dus eindelijk zo goed als af, enkel de afwerking binnenin en de aanleg van de omgeving moest nog gebeuren. Het volgende jaar 1965 zou de toren worden ingewijd en had de officiële opening plaats.
Na de plechtigheid was tijd voorzien om in Diksmuide nog iets te nuttigen en daarna ging de rit naar Brugge waar op het Zand de mogelijkheid werd geboden naar keuze in één van de vele ontspanningsgelegenheden te verpozen voor de terugrit werd aangevat naar huis.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten