Tot rond 1290 was Sint-Laureins burgerlijk afhankelijk van
de heerlijkheid Maldegem, dat op zijn beurt tot het Brugse Vrije behoorde.
Slechts in 1796 onder de franse overheersing werd het burgerlijk onafhankelijk
van Maldegem en dus een zelfstandige gemeente. De gemeenten als administratieve
afdeling werden officieel in 1795 opgericht toen het “Directoire” de structuur
van het Ancien Regime reorganiseerde, gemeenten met minder dan 5000 inwoners
werden gegroepeerd in kantons, die in 1800 weer werden afgeschaft waarbij men
terugkeerde naar de autonome gemeenten. Een overzicht der burgemeesters voor de
Franse Revolutie van het Ambacht Maldegem, waartoe Sint-Laureins behoorde, kan
men terugvinden in de “Geschiedenis van Maldegem, Adegem en Sint-Laureins” door
De Potter en Broeckaert. Een overzicht van de burgemeesters van Sint-Laureins
sedert de Franse Revolutie tot 1900 vindt men in “Uit de kronieken van
Sint-Laureins voor 1900” door Robert Bernaert.
Toen België ontstond na de Belgische Revolutie in 1830
waarbij het zich afscheidde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, werd
het een soevereine onafhankelijke staat met een liberale grondwet. De eerste 18
jaar van zijn bestaan werd België bestuurd door unionistische regeringen,
liberalen en katholieken samen. Vanaf 1848 wisselden katholieken en liberalen
dan elkaar af maar de geest van het liberalisme bleef de bovenhand houden. Door
interne partijstrijd en groeiende na-ijver tussen beiden werd de kloof steeds
groter en dit leidde in 1884 tot een verkiezingsoverwinning voor de
katholieken, waardoor de liberalen voor lange tijd in de oppositie belandden.
De nervositeit die hierdoor op nationaal vlak ontstond tussen beide strekkingen
straalde uiteraard ook zeer vlug af op de gemeentelijke politiek tot in de
verste uithoeken van het land.
In het begin bestond het politieke landschap enkel uit katholieken
en liberalen zonder uitgebouwde partijstructuur. Pas later werd de liberale
partij in 1846 en de katholieke partij in 1869 gesticht. Later volgde ook de
Belgische Werkliedenpartij van de socialisten.
De kieswetgeving onderging in de loop der jaren heel wat
aanpassingen :
1830-1893 Wie geld heeft mag kiezen! Het
cijnskiesrecht. Bij het ontstaan van
België gold het cijnskiesstelsel dat het stemrecht koppelt aan het
belastingniveau en dat uitsluitend is voorbehouden voor mannen ouder dan 25 jaar
die veel belastingen betaalden. De grondbelasting gaf hierbij de doorslag wat
de vaak adellijke grootgrondbezitters bevoordeelde. Zo waren er in 1831 maar
46.000 kiezers in gans België dit was slechts 1 % van de bevolking en in 1848
nog altijd slechts 79.000 kiezers wat nog altijd maar 2 % van de bevolking
uitmaakte.
1893-1918 Vanaf 1893 wordt dit cijnskiesrecht vervangen door
de algemeen meervoudige stemplicht nog altijd enkel voor, maar nu alle mannen.
Diploma’s of grond gaven wel recht op extra stemmen. De opkomstplicht werd nu
ook ingevoerd. Bij deze hervorming van de kieswetgeving steeg het aantal
kiezers tot 21 % van de bevolking.
Om haar electorale
positie te behouden begint de katholieke partij het vrouwenstemrecht te
verdedigen, de partij rekent op de invloed van de kerk op het vrouwelijk
stemgedrag. De socialisten op hun beurt, die vroeger dit vrouwenstemrecht
vruchteloos wilden doordrukken laten hun steun hiervoor nu vallen maar nu wel
uit vrees voor datzelfde conservatieve stemgedrag wat in hun nadeel zou kunnen
uitvallen.
1918-1948 Bij de invoering van de algemeen enkelvoudige
stemplicht in 1919 doet men een kleine toegeving aan de zich steeds assertiever
opstellende vrouwenbeweging. Enkel vrouwen die omwille van verzetsdaden
gevangen zaten, niet hertrouwde weduwen of alleenstaande moeders van
gesneuvelde soldaten of gefusilleerde burgers krijgen stemrecht voor de
Wetgevende Kamers. Ook wordt de kiesleeftijd verlaagd tot 21 jaar Er waren dat
jaar geen gemeenteraadsverkiezingen, men kwam pas uit de “grote oorlog” , die
werden uitgesteld tot 1921. Doch in 1920 verwerven de vrouwen expliciet het
stemrecht voor de gemeenteverkiezingen maar pas een jaar later mogen ze zich
ook kandidaat stellen. Deze kleine toegeving veranderde bitter weinig aan het
aantal kiezers. In 1919 maakten zij nog altijd maar 23 % uit van de totale
bevolking.
Zo ziet men in de kiezerslijst van de provincie
Oost-Vlaanderen, arrondissement Gent-Eeklo, gemeente Sint-Laureins van
1926-1927 gedrukt bij Delille, Maldegem en gesloten den 20 september 1925 dat
er voor de Wetgevende Kamers 1044 kiezers waren waarvan 1039 mannen maar
slechts 5 vrouwen die mochten kiezen, maar voor den Gemeenteraad 1978 kiezers
waarvan 1019 mannen maar nu 959 vrouwen.
Vanaf 1948 tot heden. De algemeen enkelvoudige stemplicht
voor alle Belgische Burgers wordt ingevoerd. Pas in 1948 dus kregen de
Belgische vrouwen stemrecht voor de parlementsverkiezingen! Dit bracht het
aantal kiezers in 1949 op 59 % van de totale bevolking. In 1981 wordt de kiesleeftijd verlaagd tot 18 jaar en er
worden ook nog een hele sliert hervormingen van de kieswetgeving doorgevoerd in
verband met Belgische kiezers in het buitenland, inzake EU-burgers, enz…
Welke invloed heeft dit alles nu gehad op het lokale vlak,
inzonderheid te SINT-LAUREINS ?
Beginnen we met een overzicht vanaf
het midden der 19e eeuw, in 1854.
Verkiezingen van 31 oktober
1854.
Ook dit jaar wordt weerom een hevige kiesstrijd ingezet,
zodat men in de plaatselijke pers schrijft : “Wanneer zal het eens eindigen dat
men te sint-laureins, zustergemeente van Maldegem, behagen neemt in dit “kiezen
en twisten” ? De voortdurende kiesstrijd –vlek van vlaams-individualisme-
ondermijnt bestendig de broederlijke liefde bij dit schoon en gelovig volk…”
Bij deze verkiezingen wordt de ontslagnemende burgemeester
Dokter Geersens niet herkozen en wint Frans Huyghe, gesupporterd door de
herbergiers, het pleit. Frans Huyghe wordt aldus in 1854 de 7e
burgemeester van sint-laureins.
Schepen wordt Louis Hoste. Leden van de gemeenteraad worden
: Ed. De Vliegher, Karel Crul, J.B. De
Lombarde, Ambrosius Gailliaert, en Frans Notteboom.
Verkiezingen van 27 oktober
1857.
Burgemeester blijft Frans Huyghe. Schepenen worden : Jan De
Meulemeester en Louis Hoste.
Leden : Ferdinand De Sutter, Pieter De Keyzer, Ed. De Vliegher, Karel
Crul, Ambr. Gailliaert, Frans Notteboom en J.B. De Lombarde.
In 1860, 1863, 1866 en 1869 verandert er niet veel.
Frans Huyghe bleef trouwens nog burgemeester tot aan zijn
dood in 1883. Hij was een typische exponent van zijn tijd. Toen bij de
verkiezingen in 1854 een eigenaar van verschillende herbergen, tevens al jaren een ruziënde lastpost, verkozen werd boven een dokter als burgemeester, zal dit bij dokter
Geersens wel enige ontgoocheling teweeggebracht hebben wat op te maken is uit
de zeer negatieve beoordeling van Sint-laureins en zijn bevolking door de dokter
in zijn latere aantekeningen.
Wat de verkiezing van iemand uit het herbergmilieu betreft is dit helemaal
geen uitzondering, in heel wat omliggende gemeenten werden toendertijd brouwers
tot burgemeester verkozen, ze zaten immers aan de bron om gratis bier uit te
delen en ze hadden ook veelal verscheidene herberghuizen in eigendom, dé
sociale ontmoetingsplaatsen bij uitstek. Bovendien waren de leefomstandigheden
erbarmelijk en mede daardoor verloren vele armen en behoeftigen zich in de
drank.
Het dient wel gezegd dat Francis Huyghe zaakwaarnemer, landmeter, landbouwer en kolenhandelaar was en tevens was hij kerkmeester, voorzitter en ontvanger van de kerkfabriek en ontvanger der wateringen. Ook waren de vader van Francis Huyghe en de moeder van Juffrouw Antonia Van Damme broer en zuster en kwam hij zich vestigen, toen hij van Lovendegem, waar hij geboren was, naar Sint-Laureins kwam, bij Catherina Huyghe wed. Frans Van Damme, notaris.
Het dient wel gezegd dat Francis Huyghe zaakwaarnemer, landmeter, landbouwer en kolenhandelaar was en tevens was hij kerkmeester, voorzitter en ontvanger van de kerkfabriek en ontvanger der wateringen. Ook waren de vader van Francis Huyghe en de moeder van Juffrouw Antonia Van Damme broer en zuster en kwam hij zich vestigen, toen hij van Lovendegem, waar hij geboren was, naar Sint-Laureins kwam, bij Catherina Huyghe wed. Frans Van Damme, notaris.
Hoe sommige vermogende families aan hun bezit kwamen ? God
mag het weten ! Niet altijd op een aanvaardbare manier! Feit is dat nazaten in vele gevallen
arroganter en astranter werden in hun omgang en driester in hun drang om dit
bezit nog te doen aangroeien.
Zo was Frans Huyghe gehuwd met Felicitas Thomaes de dochter
van Constantinus Bernardus Thomaes, ook genoemd “de rijke Thomaes”. Na de dood
van zijn eerste vrouw, bleef hij in dezelfde brijpot roeren, en hertrouwde hij
met Sophia De Jaeger de weduwe van Ambrosius Franciscus Thomaes zoon van
Augustinus Bernardus Thomaes bijgenaamd “de tweede rijke” tevens zijn
schoonbroer. Als burgemeester slaagde hij erin de concessie te krijgen van de weg Sint-Laureins –
Balgerhoeke zodat hij barelen mocht plaatsen en de gebruikers tol moesten
betalen aan hem. Later bij overname van de baan door de overheid kreeg de
familie Huyghe een forse vergoeding.
Dat afstammelingen van dergelijke welstellende families
bevoordeeld bleven, dat het fortuin een steun was in het behoud van grond, het
beginnen van een onderneming, of het verwerven van een bepaalde status, staat
buiten alle twijfel. En dat het daaruit volgende, gebruik of misbruik maken van
hun daardoor verworven macht, hen nog meer mogelijkheden bood, is evident. En
er zijn in de loop der tijden nog dergelijke families terug te vinden in
Sint-Laureins!!
Verkiezingen van 01 juli 1872.
Frans Huyghe, burgemeester, Louis Hoste en Charles De
Rijcke, schepenen Leden
:Petrus De Sutter, Charles De Meulemeester, Viktor Taelman, Jacob Van
Haverbeke, Ferdinand Claeys, J.B. De Geeter, J.B. Van Damme en Petrus Van
Hijfte.
Verkiezingen van 29 oktober
1878.
Frans Huyghe, burgemeester, Leopold De Sutter, schepen
Leden : Louis Hoste, J.B. De Geeter, J.B. Van Damme en Charles De
Rijcke.
Verkiezingen van 25 oktober 1881.
Frans Huyghe, burgemeester, Louis Hoste en Leopold De
Sutter, schepenen Leden :
Charles De Meulemeester, Pieter De Sutter, Jacob Van Haverbeke, Jan Frans
Notteboom, Bruno Huyghe, J.B. De Geeter, J.B. Van Damme en Karel De Rijcke.
Verkiezingen van 1884.
Burgemeester Frans Huyghe stierf op 12 juni 1883 en op 16
december 1884 werd Leopold De Sutter tot burgemeester van Sint-Laureins
benoemd.
Schepenen waren : J.B. Van
Damme en Pieter De Sutter.
Vanaf deze periode wordt de gemeenteraad in twee
uitgesproken “partijen” verdeeld, aan de
ene kant: J.B Van Damme, Judocus De Keyzer, Jan De Geeter, Jozef De Rijcke en
Leopold Huyghe, aan de andere kant:André Huyghe, halfbroer van
Leopold, Petrus Hoste en J.B. De Groote.
Hierdoor wordt het meteen ook een voortdurend geharrewar van
“overlopers” van de ene partij naar de andere!
Verkiezingen van 1887.
Burgemeester bleef
Leopold De Sutter, schepenen werden Petrus Hoste en Frans Notteboom.
Verkiezingen van 19 oktober
1890.
De kandidaten moesten worden voorgesteld voor dinsdag 14
oktober en de lijst moet ondertekend zijn door minstens 3 kiezers waaronder
zich de kandidaten zelf mogen bevinden.
In de week voor de verkiezing doet zich een treurige
gebeurtenis voor. Onder de kandidaten die zich tegen de uittredende leden van
de gemeenteraad aangegeven hadden, bevond zich de heer Jan De Groote, een
goêlever uit het dorp. Op donderdagavond was hij op kiesronde gegaan op de
Boterhoek en was rond 8 uur thuisgekomen en te bed gegaan. Toen ’s anderendaags
’s morgens de zuster van zijn vrouw, nevens hen wonende, water ging halen in de
put op zijn hof, stootte haar emmer op een hard voorwerp, tot haar grote schrik
op het hoofd van haar schoonbroer, die rechtop en dood in het water stond, het
water slechts tot aan zijn borst. Nadat het parket de vrijdag ter plaatse was geweest kwam men tot de
veronderstelling dat de heer De Groote, die onderhevig was aan slaapwandelen,
rond 3 uur in de morgen moet opgestaan zijn en barvoets en blootshoofds in de
openstaande regenbak moet gesukkeld zijn. Zo kon het gebeuren dat men te
Sint-Laureins de komende zondag voor een dode stemmen kon. Tekenend is wel dat
hij nog 71 stemmen op zijn naam had.
De verkiezing gaf volgende uitslag:
I.Gemeenteraadsleden wier mandaat eindigde op 31 december
1896:
Jan De Geeter 151 stemmen, Judocus De Keyzer 146, Jozef De
Rijcke 146, Leopold De Sutter 146, Leopold Huyghe 121 en J.B. Van Damme 146.
II.Gemeenteraadsleden wier mandaat eindigde op 31 december
1893:
Charles De
Meulemeester 146, en Pieter De Muynck 146.
Kandidaten der oppositie voor 6 jaar :
Jan De Groote(+) 71, Petrus Hoste 112 en André Huyghe 91
stemmen.
Alhoewel de Belgische Werklieden Partij nog maar pas in 1885
opgericht was waren er vooral in grote centra reeds enige tijd socialistische
kernen ontstaan die steeds heftiger propaganda voerden. Dat dit zich verder zou
uitbreiden naar het platteland waar veel werkkrachten vandaan kwamen was
onvermijdelijk. En dat dit een doorn in het oog was van welstellenden en
katholieken die vreesden dat hun verworven machtspositie in het gedrang zou
komen is duidelijk!
Zo lezen we in de plaatselijke pers van mei 1891 dat het
gerucht was verspreid dat de socialisten van Gent zondag 10 mei te
Sint-Laureins een meeting zouden komen houden om “ ’t gelove van ’t algemeen
stemrecht en van de Egalité, Fraternité ou … la mort te preken “ ! En, gaat de
tekst verder: “Meneer pastoor De Swaef echter
-die een wakkere is- zei algauw : hola, vriendjes, zo niet geboerd; ge
meugt gulder wel komen, daar kan ik niets aan doen, maar voor dat gij komt zal
ik ene meeting geven, want ge zult mij mijne schapen niet stelen zonder dat ik
er bij ben.”
En donderdag op
O.H.Hemelvaart was het meeting in de schone zaal der zondagsschool die de
gemeente aan de edelmoedige familie Van Damme te danken heeft. Op de eerste
rang M. de baron Kervyn de Volkaarsbeke, M. de baron de la Kethulle de
Reyhoven, M. de burgemeester De Sutter, M. de schepen Van Damme, M. de
secretaris Vercraeye, M. de notaris Taelman, M. De Meulemeester met zijn muziek
Concordia, M. de pastoor met zijne onderpastoors, en volk, mannen en vrouwen,
ouden en jongen, groten en kleinen, dat de zaal barstte. De meeting werd geopend met een kernachtige rede van M. den baron de la
Kethulle en gesloten met enige woorden van dank door M. den baron Kervyn en den
Eerw. Heer Pastoor. De grote
toespraak werd gehouden door M. Beyaert van Brugge die de kruisvaart preekte
tegen de ongodsdienstige scholen van 1879 en nu andermaal de kruisvaart preekt
tegen ’t socialismus, ’t bastaardkind van ’t liberalismus.!! Hij gebruikt nogal
forse taal : de socialisten die noch Paus, noch Koning willen, menen de boeren
naar hun kant te krijgen, door ze ’t algemeen stemrecht te beloven, maar ze
zouden hen omverre schieten, zoals hunne voorzaten, de
omwentelaars van 1790, indien ze hen de weg moesten versperren naar ’t bewind,
’t welk ze beogen, om zonder werken hunne zakken te kunnen vullen!! Hij geeft hen een ordewoord mee als de
socialisten zondag naar St.Laureins mochten komen: Als de vos de passie preekt,
Boerkens, wacht uw ganzen. En hij besluit met: “..en gelukkig zullen de
bevolkingen zijn die naar de afgezanten Gods en niet naar valse profeten
luisteren!
De zondag daarop zijn de socialistische militanten afgestapt
in Eeklo, in Sente bleef alles rustig.
Verkiezingen van 17.11.1895.
Waar het oorspronkelijk ging over het getwist tussen
personen en daarna tussen “partijen” zonder kleur, komen vanaf nu de ideologische
strekkingen stilletjes aan naar boven,
maar dan eerder om er de tegenstander mee aan te vallen, dan wel om zijn eigen gelijk te verdedigen!
In de plaatselijke pers verschijnt volgend artikel over onze
streek: “Wat eerst en vooral op te merken is in de berichten die wij ontvangen
van op den buiten over de gemeenteverkiezing is de verdwijning der liberalen.
Er is op den buiten niemand meer die zich liberaal durft noemen en gebeurt het
toch dat enige kandidaten met dien naam aangeduid staan, schrijven ze
onmiddellijk naar het dagblad dat het niet schoon is van hen alzo te durven
betitelen. Nergens werd dan ook een der gekende hoofden der vervallene partij
op de lijst aanvaard, best te zien in Maldegem en Eeklo. ’t Is een teken des
tijds en het zal te lezen staan in de geschiedenisboeken: In november 1895 gaf
het Liberalisme zijn laatste snik. Evenmin zijn de zogenaamde katholieke
lijsten uit echte katholieken samengesteld. Dat er soms een van deserteerde is
vanzelfsprekend.”
In Sint-Laureins werd na heel wat gebakkelei weer de vrede getekend met de burgemeester,
niettemin komt toch een tegenpartij op en was er sprake van een mogelijke derde
van de heer De Clercq, destijds kandidaat bij de provinciale kiezing. Het blijft uiteindelijk bij twee lijsten die zich noemen: “de oude
katholieken” tegen “de echte katholieken” maar toch verschijnt in het Getrouwe
Maldegem een ingezonden stuk, wat de tijdsgeest illustreert. Het is nog niet de
gewoonte kiespamfletten of folders aan huis te bedelen dus ventileert men zijn
bedoelingen dan maar in de plaatselijke pers. Men hoeft niet te vragen door
welke lijst het bedoelde stuk werd ingestuurd:
“Heer
Opsteller, Er zijn twee volledige
lijsten. Vooreerst de katholieke lijst waarop staat Mr. P. De Sutter,
burgemeester, met twee uittredende leden; MM. De Muynck en Van Driessche;
daarbij komen de h.h. Claeys, De Geeter, Huyghe, Van de Rostyne, Van Holsbeke,
Van Hooteghem, Verloock, Willems. Dorp en buiten zijn op deze lijst goed
vertegenwoordigd; burger, landbouwer en werkman zal er zijne vrienden op
vinden.
Ten
tweede de lijst der oppositie, bestaande uit de h.h. De Jaeger, De Keyser, De
Rycke, Gailliaert, Hoste, Notteboom, Praet, Rombaut, Van de Keere, Van Haele,
Verbeke; zij komen op zonder kleur, maar onder hen zijn er die in de laatste
provinciale kiezing de LIBERALE lijst hebben voorgestaan en op onze gemeente
voor De Clercq, Van Hoorebeke en Van Doorne veel propaganda hebben gemaakt.
Indien het spreekwoord waar is “met wien men verkeert, wordt men geëerd” laten
wij aan de lezers over te besluiten onder welk vaandel men deze lijst moet
rangschikken!”
De verkiezing gaf volgende uitslag:
Stemmen 990 Geldige briefjes
920 Meerderheid 461 Voor beide series
samen lijst n° 1 van den Heer Burgemeester
en Cie behaalde totaal stemmen 4301 lijst der oppositie de Heer Hoste en
Cie behaalde totaal stemmen 5135
De
lijsten met voor de gekozenen achter hun naam het aantal behaalde stemmen ziet
er als volgt uit:
2e reeks voor 8 jaar
Lijst nr.1 Lijst nr. 2
De Muynck Pieter De
Jaeger Pieter 481
De Sutter Leopold burgemeester 433 De Keyzer De Lille
Huyghe August 404 De Rycke Jozef 474
Van
De Rostyne Alois Gailliaert
Jules
Van Holsbeke Pieter Hoste
Pieter 525
Willems Eduard Notteboom J.F. 514
1e reeks voor 4 jaar
Claeys Jan 411 Braet Leo 466
De Geeter Ch.Louis Rombaut Vincent
Van Den Driessche F. 421 Van De Keere F. 481
Van Hooteghem J. Van
Haele Charles 457
Verloock August Verbeke Pieter
De uitslag was dus 7 tegen 4 en de heer Leopold De Sutter
wordt herbenoemd tot burgemeester. De heer Van De Keere Ferdinand, armmeester
en pas verkozen gemeenteraadslid verdronk jammerlijk op nieuwjaarsdag
woensdagavond 01.01.1896 en werd in de raad vervangen door Rombaut Vincent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten