Sint-Vincentiuscollege : Herinneringen E.H. Roger Soenen alias den Teek.

Zoals in een andere bijdrage reeds gezegd, was het gebruik onder studenten onderling van een bijnaam voor een leraar een normale studentikoze bezigheid, zonder daarbij enige afbreuk te willen doen aan het respect die men voor hem had. En in vele gevallen was de keuze van die bijnaam buitengewoon typerend voor de persoonlijkheid van de man. Zo hadden we een leraar die statig, bijna onhoorbaar, met steeds dezelfde langzame tred, als een zucht doorheen de gangen slofte, de Slets, zijn naam lag voor de hand. Maar niet altijd ging het op die manier ! Toen E.H. Soenen rechtstreeks van de unief in ons midden gedropt werd, waarschuwde hij ons van bij de aanvang van de eerste les in zijn platste Gents "Heres, 'k hope da g'uw verstand ga gebruiken, ken zien der misschiens nie zo uit, maar 'k ben gene teek, zie maar da g' het weet !" en 't was gebeurd !
Op onderstaande foto zie je E.H. Soenen als onze klastitularis naast Superior Willems in 1956.


E.H. Soenen werd geboren te Gent op 15.10.1925 als zoon van Edmond en Alice De Raedt en is overleden te Antwerpen op 07.03.1985 na een langzaam voortschrijdende ziekte, vroegtijdig als leraar op rust gesteld. Hij was amper 59 jaar. Na de humaniora koos hij voor het priesterschap. Na het seminarie werd hij priester gewijd te Gent in 1948, studeerde na zijn wijding aan de KUL en werd er licentiaat in de wiskunde in 1953. Onmiddellijk daarop werd hij door de bisschoppelijke overheid benoemd tot leraar wiskunde aan het Sint-Vincentiuscollege te Eeklo, waar hij in de Moderne Humaniora E.H. Paul Bockstaele (Pietje voor de insiders) opvolgde. In de Wetenschappelijke A was hij de man, die met zijn buitengewoon helder inzicht in de moeilijkste wiskundige problemen, de wiskunde op een boeiende manier in het bereik bracht van velen, die hem als een strenge, doch rechtvaardige leraar op handen droegen !
Tevens trok hij tijdens die periode elke morgen, aanvankelijk richting Ten Doorn, later naar het psychiatrisch instituut Over d' IJzers, om er de dagelijkse mis op te dragen. Hij was geen voorstander van pompeus uitwendig vertoon of overdreven drukte, het mocht voor hem eenvoudig blijven. Voor concelebratie bij de uitgebreide misvieringen voor de H. Geest aan het begin van elk schooljaar of de plechtige dankmis op het einde van het schooljaar, waarbij we met de ganse troepenmacht, ooit naar de hoofdkerk in Eeklo centrum, later naar het Oostveld uitweken, omdat de collegekapel te klein werd, stond hij bepaald niet te dringen ! Desondanks was hij een priester uit één stuk, hij hield van mensen en van dingen, was iemand op wie men in alle omstandigheden rekenen kon, dienstbaar en rechtlijnig zoals de wiskunde zelf !
Ook was hij leraar wiskunde aan de afdeling verpleegaspiranten van de Eeklose Verpleegstersschool.
En als er nog vrije tijd restte was hij te vinden in zijn eigen geïnstalleerde werkplaats op het college, waar hij zich kon uitleven in het ontwerpen, vervaardigen of herstellen van van alles en nog wat. Elk technisch probleem was voor hem een uitdaging en hij was op de koop toe zeer handig, hij gebruikte zijn kennis van de natuurkunde voor het oplossen van heel wat praktische klussen.
E.H. Soenen ! Ja dadde ! Uren hebben we die man bewonderd, ontelbare borden heeft die volgeschreven tot in de kleinste hoekjes. Zijn droge humor werkte aanstekelijk en wat goochelde die man met wiskundige formules, zo simpel als iet, was steeds zijn conclusie, ha, ja, je stak het er gewoon in en het kwam er zo meteen uit !
Het was nog de tijd van de klassieke wiskunde onderverdeeld in drie takken Rekenkunde, Algebra en Meetkunde in al hun gedaantes ! Na de duidelijk gestructureerde handboeken van De Vaere en Herbiet met medewerking van G. Bosteels en later Schons en De Cock was de basis gelegd voor de Rekenkunde. De elementen van Euclides hadden ons een hele waaier aan meetkundige stellingen opgeleverd, Dalle en De Waele hadden ze mooi genummerd in hun Vlakke Meetkunde vooraleer over te stappen naar de Ruimte Meetkunde. En de algebra van Schons en De Cock voorzag ons van de nodige oefeningen om onze tijd zeker niet in ledigheid door te brengen. En dan kwam het serieuzere werk, de vlakke driehoeksmeting van onze gebuur uit Ten Doorn Dr. A. Grillet, de boldriehoeksmeting met een schat aan formules en de analytische meetkunde. Toen was er nog les de zaterdag, waardig einde van een volle week, waarbij we de week uitbolden (nou ja !) met een ganse namiddag beschrijvende meetkunde !
Toen ik later op cursus terug bij E.H. Bockstaele belandde, die onderwijl gepromoveerd was, kregen we te horen "voor jullie moet dit kinderspel zijn want je hebt nog les gehad van Roger !" En inderdaad waar in alle middelbare scholen van Oost-Vlaanderen de laatste jaars, bij navraag, de analytische meetkunde van De Cock en Drijkoningen nooit helemaal uitgezien hadden, waren wij er met Pasen al mee klaar, alle oefeningen (en er waren er een heel pak) gemaakt, en kregen we er voor de rest van de tijd nog wat aanvullende nota's bij over analytische ruimtemeetkunde, alhoewel dit niet op het programma stond !
Toen door zijn ziekte de laatste jaren, elke fysische inspanning te zwaar werd, bleef hij toch nog tot de laatste dagen werkzaam als econoom in het college.
Zijn typische grijnslach en zijn droge humor zullen we nooit vergeten, en moest dit toch zo zijn, is er altijd wel iets dat ons weer terug brengt naar de tijd van weleer in mooie herinneringen.
Enkele jaren terug, bij het obligate bezoek aan West-Vleteren, bij het inslaan van de even obligate godendrank, werden we zo geconfronteerd met een vriendelijke monnik, en wat bleek, het was een petekind van onze ongeëvenaarde priester-leraar.
Bijgaande foto toont E.H. Soenen in betere tijden, op een schoolreis naar de Ardennen, rond 1956.


Zijn oud-leerlingen zullen "Soenen" niet zo vlug vergeten !

1 opmerking:

  1. In het schooljaar 79-80 zat ik in de vijfdes (voorlaatste jaar). Toen moest hij afhaken als leraar, kort voor het einde van het schooljaar. Ik herinner mij hem als een vrij ondoorgrondelijke man, met zeer karakteristieke uitspraken, waarachter men een aparte vorm van humor kon vermoeden.

    BeantwoordenVerwijderen