Sint-Margriete : Wanhopige protestactie van twee broers tegen de fiscus !

Een nooit geziene protestactie van twee broers in hun strijd tegen de fiscus ! Sint-Margriete in Oost-Vlaanderen, een landelijke gemeente met een handjevol inwoners nabij de Nederlandse grens is meestal een vriendelijk en rustig plaatsje, waar iedereen iedereen kent. Als er dan eens iets uitzonderlijks gebeurt, is het niet te verwonderen dat dit de media haalt, niet alleen de regionale maar zelfs de nationale pers. Herinner je de kleine revolutie van 1907 naar aanleiding van de benoeming van een hoofdonderwijzer eerder beschreven in mijn "Sint-Margriete in rep en roer !" dat dankbaar voer was voor de toenmalige plaatselijke pers.



Maar dan gebeurt er wel iets heel uitzonderlijks, en hierover verscheen o.a. in "Ons Zondagsblad" in 1969 de onwaarschijnlijke geschiedenis ... van de broers Matthijs uit Sint-Margriete die al 30 jaar met de fiscus overhoop lagen en toen reeds anderhalve maand onder de blote hemel woonden, middenin het veld ! Hun schamele meubeltjes en alle huisraad opeengestapeld aan de kant van een stuk land, in regen en wind, op de zware kleverige polderklei. Deze intrieste zaak liet niemand noch in Sint-Margriete, noch in de wijde omgeving onberoerd, maar zoals het in een plattelandsgemeente van oudsher de regel is, werd er een aardig woordje over gepraat en geroddeld, doch als puntje bij paaltje komt, houdt iedereen de lippen stijf op elkaar, het kwam er op neer dat men er alles van wist, maar niemand wist er eigenlijk het fijne van !
Vader Matthijs stopte in 1941 als zelfstandig metser en de zonen Maurice en Richard volgden hem op. Het waren gewaardeerde en welstellende burgers, noeste werkers, van de beste stielmannen die bij wijze van spreken bijna alle huizen van het dorp hadden gebouwd ! Ook mijn geboortehuis pal in het centrum dat ondertussen verdwenen is en plaats heeft moeten ruimen voor de openbare weg was van hun hand. Het gezin had meerdere kinderen, bovendien had het harde werken en het koppige doorzettingsvermogen, eigen aan de mensen van den boerenbuiten, hen geen windeieren gelegd, de ouders hadden drie eigendommen bijeen gespaard. Doch op die huizen moest wel kapitaalsbelasting en extra belasting van tijdens de oorlogsjaren worden betaald, en dat hebben zij "naar het schijnt" nooit willen doen. Deze achterstallige belasting, boeten en intresten inclusief, is voortdurend aangegroeid. Na de dood van vader en moeder moest de erfenis, een aantal percelen land en de huizen worden verdeeld. Omdat Richard en Maurice het bedrag dat zij verschuldigd waren aan de fiscus nooit hebben willen betalen, werd hun bankrekening geblokkeerd en in beslag genomen. Later werden hun eigendommen verkocht, eerst de gronden, dan het huis in de Hontseindestraat waarin ze woonden. Toen de fraaie woonst die ruw geschat zeker enkele miljoenen frank waard was, in april 1968 gerechtelijk werd verkocht, bracht het bij de openbare verkoping amper 350.000 frank op. De twee koppige broers wilden de nieuwe eigenaars niet aanvaarden en wilden de woonst niet verlaten, en op 13.09.1968 zijn ze er dan door de deurwaarder met behulp van de rijkswacht uitgezet. De toenmalige burgervader Focke die het niet kon aanzien dat twee van zijn onderdanen geen dak boven het hoofd zouden hebben vond het zijn plicht te bemiddelen tot bij de gouverneur doch zonder resultaat, en sprak uiteindelijk, als mogelijke noodoplossing, een brouwerij aan die in Sint-Margriete een leegstaand café hadden waar ze voorlopig in de stal ernaast zouden kunnen verblijven. Maar de broers waren voor geen rede vatbaar, onvermurwbaar weigerden ze ondertussen naar een huis uit te kijken en zo hebben ze een jaar in die oude stal gewoond, zonder verwarming noch elektriciteit, zonder enig comfort ! Tot de brouwerij hen voor de keuze stelde : pacht betalen of buiten ! Ze wilden geen van beide te aanvaarden en omstreeks 15 september werden ze voor de tweede keer gerechtelijk op straat gezet ! Daar stonden ze nu met hun hele hebben en houden voor de tweede maal op straat, en op het aanbod van de familie om bij hen in te trekken wilden ze, koppig als ze waren, niet ingaan !
En toen is besloten hun levensnoodzakelijke inboedel neer te poten aan de rand op één van hun percelen grond onder de blote hemel, tussen de bieten en naast een stuk pas omgeploegde poldergrond. Toen het met de regen, de wind en de mist niet meer te harden was, hebben de broers boven hun bed wat planken aan elkaar getimmerd, wat toch enige bescherming gaf !
Er zijn heel wat mensen geweest die het voor de gebroeders Matthijs opnamen en met hun lot begaan waren. Het was inderdaad een mensonwaardige toestand, maar zij weigerden resoluut alle hulp, doolden ganse dagen in het veld rond en waren mensenschuw geworden. Als iemand hen naderde verborgen ze zich achter struiken en in slootkanten, wilden met niemand praten noch contact hebben en al zeker niet met een vreemde. Ze haalden bij een huis in de buurt elke dag een emmer water en wachtten de rondrijdende bakker op, om zo nu en dan een brood te kopen, voor de rest zoeken ze in het land hun eten bijeen. Als de postbode een brief voor hen bij heeft willen ze deze niet in ontvangst nemen en ze kregen het al een paar keer aan de stok met de gendarmen. Maar ze weigeren halsstarrig een woonst te zoeken en willen alleen maar terug naar HUN huis, de woning waar ze zijn uitgezet !

Deze uitzichtloze situatie bleef maar aanslepen en de koppige broers schenen maar niet te beseffen dat die woonst gerechtelijk was verkocht en dat ze er nooit meer in zouden kunnen !
Ondertussen draaide de geruchtenmolen verder en werd er geroddeld en gespeculeerd ! De inwoners van het dorp schermden met grote woorden en gaven hun ongezouten mening over gerechtigheid !
"Waar is die nog in ons land ? ...Tegen twee ongeletterde werkjongens optreden is makkelijker dan tegen een of andere grote meneer !... enz...."
Er werd verteld dat bij de uitzetting toen de konijnenhokken werden afgebroken, men onder het groenvoeder twee laarzen vond, met in de ene 600.000 frank en in de andere 250.000 frank, waarover de broers, uit vrees dat ook dit geld zou worden aangeslagen, verklaarden dat het hen niet toebehoorde ! Anderen weten te vertellen dat ze ook nooit RMZ als zelfstandige, noch pensioenbijdragen of kinderbijslagen, enz... hebben willen betalen, wat nu ook allemaal met boeten en verwijlintresten wordt gevorderd.
De broers zelf hielden de lippen stijf op elkaar, voelden zich onheus behandeld en steeds weer hielden ze koppig vol : "Wij staan op ons recht, tot over ons lijk !" Het is duidelijk, ze wilden of konden het niet begrijpen. Hun versie van het verhaal klonk dan ook als volgt :
"In 1941 had wijlen vader Matthijs het werk als zelfstandig metser neergelegd. Maurice en Richard volgden hem op en iedereen werd afzonderlijk door de belastingen aangeslagen. Acht jaar later in 1949 werd vader Matthijs door de belastingdiensten opeens terug als hoofd van het familiebedrijf aanzien. De vader werd weer baas op 78 jaar en beide zonen knecht op 40 jaar. Alles werd weer samengevoegd zodat dit een groot bedrag werd ! Maar over de extra oorlogsbelasting, pensioenbijdragen of kinderbijslagen, geen woord !
Als ze willen dat we in een huis gaan wonen, dan alleen in ONS huis. Het huis dat men ons heeft afgepakt en in geen ander ! De fiscus heeft al veel meer afgepakt dan waar ze recht op hadden ! Dat is  regelrecht diefstal ! " Zo klinkt het steeds weer.

De wanhopige protestactie bracht uiteindelijk geen zoden aan de dijk. De waarheid wordt heel dikwijls geweld aangedaan, verhalen worden vaak aangedikt met eigen interpretaties en niet zelden gaan veronderstellingen een eigen leven leiden, maar soms zit er in de grootste fantasie ook wel een grond van waarheid !

3 opmerkingen:

  1. ik dacht dat de broers Dumoulin heetten...?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Idd Marc, de officiële naam is Dumoulin, maar ik geef hier weer wat in "Ons Zondagsblad" verscheen zoals vermeld in de tekst! Bij navraag zijn er nog altijd in Sint-Margriete die van Matthijs spreken en andere die Dumoulins gebruiken.Raar, er waren meerdere kinderen en voor sommige gebruikte men altijd Dumoulin. Heb het nagezien in de registers van de BS. Ik heb nog niemand gevonden die mij kon uitleggen van waar het gebruik Matthijs komt, naar ik meen noemde hun moeder Martens ?

      Verwijderen
    2. ik heb ze nog weten zitten in het land in de Kruispolder, ze kwamen enkel naar de straat om brood te kopen bij de bakker die passeerde , echte folklore was dat , meen ze ook nog gezien te hebben in Echo op de toenmalige BRT , naar ik mij herinner zijn ze op late leeftijd naar het "klooster" in Sint-laureins getrokken en zijn daar ook overleden

      Verwijderen