Sint-Laureins : De Stientjesmolen in de Molenstraat.

Komende vanuit de Brieversweg, nu Dorpsstraat, in de Vlamingstraat, toendertijd Kerkweg, moeten we op zeker ogenblik over de Eeklose Watergang. Daar lag eertijds een brugje, de Schouwersbrug.
Over deze brug waar de wijk Comer begint, bevond zich op de hoek, oost van de Vlamingstraat, het erf met de molen, ten westen stond het "Pannenhuis" of in de volksmond het "Pakhuis". Dit laatste had als eigenaar Jan Blancke, waarna bij zijn dood in 1828 alles werd verkocht aan Frans Sabot. In 1854 kocht Jacob De Meulemeester - De Sutter deze woning, die wij later kennen als de herberg bij Modest Savat.


Keren we nu terug naar de overkant van de Vlamingstraat, waar de molen stond, die dateerde van 1500 en toebehoorde aan Ridder Van Claerhout, Heer van Maldegem en Pittem. In 1721 erfde de familie Versluys de woning met erve, waarop de molen. Na de familie Versluys vinden we hier de familie Vercraeye. In de Gazette van Gend dd. 04.06.1787 lezen we dat Cornelis Vercraeye tot Sint-Laureins uit ter hand te kopen presenteert de helft van een korenwindmolen, gestaan en gelegen binnen Sint-Laureins, omtrent den Watergang. Belangstellenden kunnen zich adresseren aan voornoemde Vercraeye. Liber gebruik van de molen vanaf 01.11.1787.
En op 02.01.1790 werd te Sint-Laureins in de herberg "Het Pannenhuys" bewoond door Jan Blancke, openbaar verpacht, een wel beklante korenwindmolen, genaamd "den Watergangschen Molen" voorzien van twee koppels stenen, staande bij het dorp van Sint-Laureins, competerende aan Cornelis Francies Vercraeye en door hem nog tot 30.04.1790 gebruikt en bij zijn dood in 1790 geerft door zijn zoon Frans Vercraeye. In 1796 behoorde de molen toe aan Frans Vercraeye en Piet Corijn.
In 1813 kocht Engelbert De Meulemeester - Martens de helft in de eigendom van de molen en het huis, de andere helft bleef eigendom van Jan Vercraeye - Willems. Na een ingewikkeld kluwen van erfenissen en deelverkopen kwam tenslotte de hele eigendom in handen van Engelbert De Meulemeester, waarna in 1884, bij het overlijden van zijn weduwe, de gehele eigendom verkaveld, en het huis en de molen verkocht werden aan Constantin De Meulemeester - Claeys, vandaar de naam Constantin, Stien, Stientjesmolen !


In 1890 plaatste Constantin een stoommachine in de molen. Op vrijdag 22.10.1897 om 11 u. brak er brand uit. Door de hevige wind was de schuur, graanhoop en houtmijt op weinige minuten een ware vuurpoel. De pompiers met bevelhebber J. Claeys waren spoedig ter plaatse en na 4 uur werken was alle gevaar geweken en de aanpalende gebouwen gevrijwaard. Er werd nageblust en laat in de avond was alles uitgedoofd. De burgemeester, schepenen, pastoor, onderpastoors en politie waren allen ter plaatse samen met een hele schare inwoners. Men had al de beesten kunnen redden, maar de schade werd toch geschat op 20.000 frank. Doch alles was verzekerd bij agent P. Van Holsbeke.
Bij de dood van Constantin in 1914 erven de weduwe en de kinderen alles, waarna ze in 1918 besluiten alles te verkopen. Op dinsdag 21.10.1919 om 2 ure in de namiddag gaat in de herberg bewoond door Jules De Meulemeester, Vlamingstraat te Sint-Laureins dan de openbare verkoping door van een houten korenwindmolen met al de staande en draaiende werken, op- en afrit met erf te Sint-Laureins, Vlamingstraat, kad. sect. B nr 19 en 20 groot 7 a 90 ca , met afzonderlijk de molenaarswoning. Beide kopen onvergeld door de verkopers bewoond en gebruikt tot één maand na de toeslag.
In het molenhuis op de hoek kwam later Aloïs Verniere - Van Canneyt waar ze de herberg "In de Rots" openhielden en de staakmolen werd tenslotte in 1935 gesloopt.
De dwarsstraat van de Vlamingstraat waarin de molen stond werd ooit bij het graven van het Leopoldskanaal in de richting van de Kantijne doorsneden en de straatnaam Molenstraat werd later wegens dubbel gebruik bij de fusies der gemeenten vervangen door Comercaatsweg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten